• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Yo, rectorman! – Een nieuwe vocatief?

21 maart 2021 door Henk Wolf 5 Reacties

Naamvalsvormen verdwijnen uit het Nederlands, langzaam maar zeker. Boeken over taalgeschiedenis laten daar geen twijfel over bestaan. De derde en vierde naamval zijn in het Nederlands al bijna helemaal samengevallen tot een niet-onderwerpsnaamval, met Hun lopen, Da doet hem nie en Ons bin zunig wordt ook gewerkt aan een samenvallen van die niet-onderwerpsnaamval met de onderwerpsnaamval, en de tweede naamval lijdt een kwijnend bestaan in het formeelste register van het Nederlandse taalorgel.

Dat er ook naamvalsvormen bij komen, dat is minder bekend. Om dat uit te leggen moet ik kort aangeven waarnaar ik met de term naamvalsvorm verwijs. Die term slaat op een herkenbare vorm die samenhangt met de functie van woorden in de zin (bijvoorbeeld onderwerp of lijdend voorwerp), met de betekenis van die woorden (bijvoorbeeld een bezitsbetekenis) of met de plaats ervan (bijvoorbeeld na een voorzetsel).

Ik heb (niet als enige) weleens betoogd dat je in Jan z’n fiets het stukje Jan z’n prima als één woord kunt beschouwen. Het stukje z’n doet daarin hetzelfde als de tweedenaamvalsuitgang -s in Jans fiets. Alle reden om Jan z’n als een vorm van het woord Jan te beschouwen die een bezitsbetekenis uitdrukt – en dus een naamvalsvorm.

Onlangs kwam ik het hierboven doorgelinkte stripverhaaltje tegen, een aflevering uit de serie Dirkjan. Het jongetje Sanders spreekt daarin de rector van z’n school aan. Dat doet ie met de woorden Yo, rectorman! Dat is op twee manieren frappant:

Als eerste: in heel wat oudere grammaticaboeken worden vormen van de naamval die we vocatief noemen ingeleid met het woordje O. Fervente Asterixlezers herkennen het overdreven gebruik van dat vermoedelijk aan het Latijn ontleende woordje wel uit de weliswaar Nederlandse, maar toch wat Latijns gekleurde dialogen tussen de Romeinen. Als iemand bij z’n naam of functie wordt aangesproken – de functie die door de vocatief wordt uitgedrukt, gebeurt dat in de vorm ‘O Caesar!’ of ‘O centurion!’ Het Yo van Sanders lijkt daar in zowel vorm als gebruik erg op.

Als tweede: het woord rectorman, zelfs in de spelling als één woord weergegeven, heeft een vorm die beperkt blijft tot de vocatieve functie van rector. Ik neem althans aan dat Sanders niet zou zeggen: ‘De rectorman wil me zien’ of ‘Ik ga naar de rectorman toe’. Het toevoegen van het achtervoegselachtige -man aan een woord markeert de vocatieve functie. En dat maakt rectorman een naamvalsvorm van rector.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: naamval, naamvallen, syntaxis, taalkunde

Lees Interacties

Reacties

  1. Jona Lendering zegt

    22 maart 2021 om 08:41

    Ik word blij van dit soort observaties.

    Beantwoorden
  2. B.J. Smits zegt

    22 maart 2021 om 14:57

    Meer van dit soort knisperende bijdragen over vervallen en glorende naamvallen, o taalkundige Wolfman!

    Beantwoorden
  3. Jan Uyttendaele zegt

    22 maart 2021 om 17:58

    In Vlaanderen is ‘Yo’ niet ongebruikelijk als informele begroeting, b.v. ‘Yo (of Jo), de mannen!’ Het betekent dan zoveel als ‘Hallo’. Ik zou het gewoon een tussenwerpsel noemen.

    Beantwoorden
    • Wouter Steenbeek zegt

      24 maart 2021 om 13:09

      Uiteraard. Maar we nemen aan dat verbuigingen en vervoegingen zo ontstaan: wat oorspronkelijk twee onverbogen woorden zijn in een volstrekt analytische syntaxis (d.w.z. elk woord heeft zijn eigen, losse betekenis), smelt soms samen tot een eenheid. We nemen aan dat zwakke werkwoorden zo zijn ontstaan: werkte uit *workjaną-dedǭ – ‘werken-deed’, zo gevormd omdat niet alle werkwoorden ablaut verdroegen. We weten zeker dat het in de Romaanse talen zo gegaan is. De Latijnse toekomende tijd verdween ten gunste van een analytische uitdrukking, net als in de Germaanse talen: VENIRE (H)AB(E)O “ik zal komen”. Binnen een paar eeuwen was dat aaneengegroeid tot een synthetische vorm: verrò, vendré, (je) viendrai. Het is dus niet ondenkbaar dat het geval dat Wolf hier uitlicht het tot echte naamvalsvorm schopt. Dat is het mijns inziens (een versteende genitiefvorm, die ik niet gauw zal opgeven!) nog niet, maar zijn analyse snijdt wel hout.

      Beantwoorden
  4. Jos Rombouts zegt

    24 maart 2021 om 21:35

    Bij sommige voornamen is de toevoeging ‘man’ heel gewoon, tenminste als aanspreking. Kinderen of heel goeie vrienden die Jan heten kun je prima “Janneman” noemen. Mij valt ook weleens “Josseman” ten deel. De verbindingsklank is een teken dat Janneman en Josseman als één enkel woord worden opgevat. (Al is dit de allereerste keer dat ik erover nadenk.)

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Kees Jiskoot • Zwaarmoed en potsier

Maar aan Brusselse loketten
bezig ik hun zoet patois:
Jefke, Ickxske, Sjefke, Krieckxske,
Olland, Olland, Toetatwâ.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

SNOETJE

Een snoetje van ontroering, een snoetje van ontrouw.

Bron: Barbarber, september 1969

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

17 december 2025

➔ Lees meer
28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

16 december 2025

➔ Lees meer
14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

10 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1901 Pierre Boyens
sterfdag
1891 Jan Beckering Vinckers
1933 Johan Kern
1951 Jacoba van Lessen
2024 Erik Brus
➔ Neerlandicikalender

Media

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

18 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek 2 Reacties

➔ Lees meer
Elise Vos – Van alles de laatste

Elise Vos – Van alles de laatste

17 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Waar komt al die literatuur vandaan?

Waar komt al die literatuur vandaan?

16 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d