Gids voor verborgen spraakverwarringen tussen Belgen en Nederlanders (6)
De landsgrens NL-BE trekt een duidelijke scheidingslijn doorheen het Nederlandse taalgebied voor wat betreft de huidige betekenis(sen) van een handvol woorden en uitdrukkingen; in deze gevallen gebruiken Nederlanders en Belgen dus dezelfde termen maar bedoelen ze er iets anders mee.
Het spreekt voor zich dat je hier een momentopname ziet, want zoals het een levende taal betaamt, is ook de onze altijd in beweging – met regelmaat vinden er dan ook talige uitwisselingen plaats tussen noord en zuid.
Bank
In Nederland: een zacht of hard zitmeubel waarop plaats is voor meerdere personen. Het zachte meubel staat binnen in de woonkamer, het harde meestal buiten.
In België: alleen een hard zitmeubel waarop plaats is voor meerdere personen. Meestal staat dit buiten in de tuin, het park, langs de straat.
Het Nederlandse slapen op de bank is voor Belgische begrippen dus een heel oncomfortabele aangelegenheid. Het Belgisch-Nederlandse slapen in (!) de zetel klinkt dan weer voor de Nederlander als iets wat je echt niet moet doen: bij ‘zetel’ ziet de Nederlander namelijk in de eerste plaats een eenpersoons zitmeubel voor zich. Weliswaar kan dat een zacht zitmeubel zijn, maar toch: je zult volgens zijn interpretatie de hele nacht al zittend moeten slapen. Als het bovendien bekleed is met het comfortabele rode pluche van de Tweede Kamer, is erin slapen al helemaal geen goed idee.
Kleed
Een kleedje is in België de gebruikelijke benaming van een jurk. Het is zo goed als altijd een verkleinwoord, behalve bij een ‘lang kleed’ (hoewel een ‘lang kleedje’ ook wel kan) en een ‘bruidskleed’. In geschreven teksten en als het wat chiquer mag zijn, heeft de Vlaming het dan wel weer over een ‘jurk’. Een Vlaamse jurk is met andere woorden een beschaafd, chic kleedje.
Nederlanders gebruiken het woord ‘kleed’ voor een tapijt (‘vloerkleed’), een tafelkleed (ook wel ‘tafellaken’ genoemd in België), picknickkleed, of een ander soort bekleding. De grote versie is een ‘kleed’, de kleine een ‘kleedje’.
Etymologisch gezien is primaire betekenis van het woord ‘kleed als lichaamsbedekking’. De Belgen hebben die semantische weg braaf aangehouden, terwijl de Nederlanders een andere, maar wel bredere weg zijn ingeslagen: een kleed is ‘een stuk doek of ander weefsel ter bedekking’, behalve (!) voor het lijf. En toch: ‘kleding’ en ’t werkwoord ‘kleden’, beide afgeleid van ‘kleed’, behoren vandaag wél tot het hele taalgebied.
Nog even over dat trouwkleed. Een paar eeuwen geleden, toen er nog geen echte bruidsmode bestond, was een trouwkleed een soort kleed of kledingstuk dat de man opgelegd kreeg tijdens de huwelijksceremonie. Alleen rijke mensen konden zich toen in extra dure kleding hullen voor hun huwelijk, maar dat waren geen ‘trouwkleden’.
Kous
Een deel van de Belgen, vooral in West- en Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant, noemt een sok meestal ‘kous’. De andere Belgen en de Nederlanders kennen dit korte voetkleed alleen onder de naam ‘sok’.
Limburgers spreken ook wel van ‘zokken’ in de plaats van ‘sokken’.
Het woord sok komt uit het Latijn: de ‘soccus’ was oorspronkelijk een kleine, Griekse schoen. De sok, woord en voorwerp, is in de loop van de jaren geëvolueerd van lage schoen naar (wollen) slof en van slof naar korte voetkous.
‘Kous’ is dan weer ontleend aan het Picardisch. Oorspronkelijk was de ‘cauce’ een soort beenbekleding. Vanuit die betekenis ligt de stap naar een lange,, beenbedekkende kous voor de hand. En naar twee typisch Belgische benamingen voor de nog langere, beenbedekkendere maillot: de ‘kousenbroek’ en de ‘broekkousen’.
Tas
In Nederland gebruikt men meestal het woord tas – ook wel zak – voor wat men in België altijd een zak noemt. Zo kon je in de Antwerpse Boekenbeurs enkele jaren geleden bij elke aankoop een ‘Boekenzak’ krijgen. Een tas voor je boeken dus. In heel wat Brabantse en Limburgse dialecten is een zakje in je broek, rok of jurk dan weer een ‘tes’.
In België en het zuiden van Nederland gebruikt men het woord tas – ook wel kop of mok – voor wat men in Nederland altijd een kop of mok noemt. Als een Belg zich het woord ‘zjatte’ laat ontglippen, gaat het ook over een kop of mok. Op dat moment spreekt hij een Brabants dialect.
Het woord tas in de betekenis van kopje is rechtstreeks ontleend uit het Frans. Ook onze Franstalige zuiderburen genieten van hun ‘tasse de café’.
Het woord tas in de betekenis ‘zak’ is al heel oud en zit ook al eeuwen in de Nederlandse taal. Het is zo oud, dat de herkomst nog moeilijk te achterhalen valt. In de etymologiebank staat een poging die helemaal teruggaat naar het Indogermaans.
Het is overigens niet zo dat Belgen altijd ‘zak’ zeggen en Nederlanders altijd ‘tas’. Die verdeling is wat genuanceerder.
Het ding op je rug heet in België altijd een ‘rugzak’, in Nederland zowel ‘rugtas’ als ‘rugzak’
Als je gaat sporten, neem je je spullen in Nederland mee in een sporttas. In België heet dit meestal een sportzak.
In de winkel krijg je (steeds minder vaak weliswaar) in Nederland een ‘tasje’ en in België een ‘zakje’ (eigenlijk een zakske’)
De tas die dames bij zich hebben, heet zowel in België als in Nederland een handtas. Of – in België dan – sjakosj.
Frans zegt
Een paar aanvullingen.
Niet alleen in Limburg, maar ook in Vlaams-Brabant, zeker in Leuven, begint ‘sok’ met stemhebbende /z/.
In een auto zitten Vlamingen ook op een zachte bank, en wel een achterbank.
En waar je je boeken in stopt heet in Vlaanderen toch ook een ‘boekentas’, zeker geen ‘boekenzak’.
Of het meestal een ‘sportzak’ is, betwijfel ik. Ik denk dat minstens zo vaak van een ‘sporttas’ sprake is.
WebredMiet zegt
Dank voor de aanvullingen. De uitspraak sok/zok moet ik inderdaad nog uitzoeken. Van Limburg was ik zeker, van het oosten van Vlaams-Brabant ook, maar ik wist niet hoe ver dat reikt.
Sporttas/sportzak: ook de moeite waard om nog uit te zoeken.
Wat de ‘boekenzak’ betreft: dat woord stond op de tassen/zakken die je kreeg als je tijdens de Antwerpse Boekenbeurs boeken kocht. Een paar voorbeelden:
https://external-content.duckduckgo.com/iu/?u=https%3A%2F%2Fre-bag.be%2Fbrandworks%2Fimg%2Fbags%2Fculture%2Fculture_photoshoot%2F15.jpg&f=1&nofb=1
https://external-content.duckduckgo.com/iu/?u=https%3A%2F%2Ftse2.mm.bing.net%2Fth%3Fid%3DOIP.pQno0nbfwVi3Gphgpbt3DwAAAA%26pid%3DApi&f=1
https://external-content.duckduckgo.com/iu/?u=https%3A%2F%2Ftse1.mm.bing.net%2Fth%3Fid%3DOIP.Egk6JW38A3nOTvjbinWdbAHaGk%26pid%3DApi&f=1
Clara Bossaer zegt
Een boekentas in Vlaanderen is wat men in Nederland een schooltas noemt. Op de Antwerpse boekenbeurs ging het wel degelijk over een zak (een tas in Nl.) om boeken in te steken, vandaar een boekenzak.
Hans Beukers zegt
Geen van beide kamers der Staten Generaal kent volgens de tv-beelden rood pluchen zitmeubilair.
In de Tweede Kamer zitten ze op blauwe stoelen, zo te zien bekleed met iets leerachtigs.
De leden van de Eerste Kamer zitten op groene bankjes, door corona schijnen er tijdelijk stoelen te zijn geplaatst.
Ik heb niet kunnen zien met welke kleur en materiaal deze stoelen zijn bekleed.
Hoewel taalkundig misschien niet relevant, wil ik toch de lezers,in kennis brengen van de werkelijke feiten.
WebredMiet zegt
Mogelijk heb ik me vergist in de kleur, maar ‘pluche’ wordt wel degelijk gebezigd om te verwijzen naar de zetels in de Kamer, los van het materiaal dat in de praktijk wordt gebruikt. Een voorbeeldje: ‘Het succes van deze partij en het mogelijke debuut op het Haagse pluche kan moeilijk los gezien worden van de Black Lives Matterdemonstraties’ https://www.parool.nl/nederland/versnippering-compleet-nog-meer-kleintjes-in-kamer~bd0a3db1/?referrer=https%3A%2F%2Fduckduckgo.com%2F
roeland cortois zegt
De zachte achterbank van een auto, inderdaad! Dank voor de toevoegingen.
Erik Bouwknegt zegt
In Noord-Nederland kan een zak (zowel in de kleding of als tasje) ook nog een puit zijn, wat in België dan weer kikker betekent.
Ilja van de Wateringen zegt
en wat te vertellen over “puitaal”? 🙂
wim van rooy zegt
Ik dit artikel wordt in de eerste zin ‘doorheen’ (doorheen het Nederlandse taalgebied) als voorzetsel gebruikt. Is het niet correcter: ‘door het Nederlandse taalgebied heen’?
roeland cortois zegt
Wim, die inleidende zin gebruik ik al vanaf het eerste artikel in deze reeks. Jouw vraag gaat boven mijn taalkundige pet, dus helaas kan ik daar niets over zeggen.
WebredMiet zegt
Volgens taaladvies.net is de status van dit gebruik van ‘doorheen’ onduidelijk in België. Dat betekent dat het best vaak gebruikt wordt, dat veel Belgen het ook gewoon goed vinden, maar dat er ook nog veel Belgen zijn die wel fout vinden. Dus ja, waarschijnlijk heb je gelijk. Maar ik heb niet de indruk dat veel mensen zich er zwaar aan storen.
Lambert zegt
Voor broekzak zegde mijn grootmoeder ‘buileke’ zoals in ‘ ik zal nog ne pik in uw buileke steken’ Een bol (of bolleke, snoepje in NL) in de broekzak steken.
Jan Willem van Dormolen zegt
In Nederland gebruiken we wel degelijk het woord kous. Meestal gaat het dan om wat langere exemplaren, die tot of tot over de knie komen. Maar soms ook wel voor gewone sokken. En de zeer kleine exemplaren, die bedoeld zijn om onzichtbaar in sportschoenen te dragen, heten ‘kousenvoetjes’.
Vera zegt
Ja inderdaad. Ik maak ook het verschil tussen sokken en kousen. Sokken is alles wat kort is en kousen zijn langer. Vandaar ook kniekousen – niet kniesokken.
Gie Luyts zegt
Sok : ook in het Turnhoutse trekt men zokken aan, of kawse, maar in buurgemeenten spreekt men dan weer van “kaasses”.
Tas / zak / kop :
– ik veronderstel dat men in Nederland ook over een broekzak en jaszak spreekt. Jastas zou nogal eigenaardig klinken. Niet ?
– broekzak : in Turnhout zegt men “zak”, in Ravels hoorde ik “tes”, in Retie en Schoonbroek hoorde ik dan weer “buil” (met sjwa-klank)
– handtas : wordt in het Turnhouts uitgesproken als zjekos/zjekooske
– tas/kop : in Turnhout spreekt men van een “kom koffie”. Hier vlakbij, in Tielen, kan men dan weer ontbijten in het “Tsjatteke kaffe”
WebredMiet zegt
Dank voor de aanvullingen! De kwestie sokken/zokken heb ik nu opgenomen in deze vragenlijst. Ga je gang! https://docs.google.com/forms/d/e/1FAIpQLSeGczxDDsSoV_Nm7-jJtGjQkIR495gGDhKmXzScuTPvXlgZCA/viewform
roeland cortois zegt
Als reactie op de Vlamingen die betwijfelen of Nederlanders broektas en jastas zeggen: u heeft gelijk, dat zeggen ze nooi!
J zegt
Ik vond dit alvast heel leuk om eens te lezen. Want je weet het wel, maar verder sta je er niet bij stil. Tof om hier even over na te denken!