Walewein, Ferguut, Esmoreit. Drie namen die onlosmakelijk verbonden zijn met de Middelnederlandse letterkunde. Hoewel ik hen nog niet ben tegengekomen, lopen er in Nederland klaarblijkelijk mannen rond die bij hun geboorte een van deze voornamen als eerste naam hebben gekregen. Wel zijn ze letterlijk op de vingers van één hand te tellen, zoals de Nederlandse voornamenbank laat zien. Opvallend is wel dat Esmoreit, “sconincx sone van Sesiliën” uit het gelijknamige abel spel, ook aan maar liefst zeven vrouwen als eerste naam blijkt te zijn gegeven. Misschien dat ouders deze Middelnederlandse naam vanwege de overeenkomst met Esmée als een vrouwennaam opvatten?
Voor ons zijn Walewein, Ferguut en Esmoreit bijzondere namen, en dat zal voor de meeste middeleeuwers eveneens het geval zijn. Maar welke voornamen kregen niet-koninklijke pasgeboren middeleeuwse kinderen dan wel? Een tijdje terug heb ik op basis van de corpora Brieven als Buit en Brieven als Buit–2 nagegaan wat de populairste voornamen uit de 17e en de 18e eeuw waren. Ik schreef er voor Neerlandistiek deze bijdrage over. Zou het mogelijk zijn op vergelijkbare wijze de populariteit te onderzoeken van middeleeuwse voornamen, dus met gebruikmaking van tekstcorpora? Ik besloot een poging te wagen.
Corpus Middelnederlands
Het Instituut voor de Nederlandse Taal beheert twee corpora met Middelnederlandse teksten. Het eerste is het Corpus Middelnederlands, dat teksten bevat uit ruwweg de periode 1300-1600. Voor een systematisch onderzoek naar voornamen is het helaas niet geschikt: de woorden zijn niet gelemmatiseerd – je kunt in principe dus alleen zoeken op de vorm waarin een woord in een Middelnederlandse tekst voorkomt. Dat maakt het – zeker met de veelheid aan schrijfwijzen van zowel onverbogen als verbogen vormen – lastig om systematisch te zoeken naar voornamen. De woorden uit het Corpus Middelnederlands zijn evenmin voorzien van een Part of Speech-tag – het is dus niet mogelijk om te zoeken op eigennamen (Proper noun). Lastig is ook dat de aard van de teksten uit het Corpus Middelnederlands zich niet leent voor voornamenonderzoek. Het corpus bevat weliswaar teksten die als non-fictioneel zijn bestempeld maar meer dan de helft van die titels gaat over geneeskunde of zijn religieuze teksten. Ambtelijke en juridische stukken waarin je namen van ‘gewone’ middeleeuwers zou kunnen aantreffen, ontbreken hier.
Corpus Gysseling
Anders ligt dat bij het Corpus Gysseling, dat bestaat uit dertiende-eeuwse teksten. Omdat alle woordvormen daarin zijn voorzien van het bijbehorende moderne lemma én van de juiste woordsoort, biedt dit corpus wél mogelijkheden voor naamkundig onderzoek.
Het Corpus Gysseling bevat in totaal 1.547.893 woorden. Om hieruit alle voornamen te destilleren gaan we in Extended Search naar Part of Speech. Door te klikken op het pen-icoontje aan de rechterkant van de zoekbalk verschijnt een tabel met alle gebruikte woordsoorten. We kiezen voor Proper Noun. De zoekvelden Word en Lemma laat ik leeg. Om alleen namen uit juridische en ambtelijke stukken te vinden heb ik bij fictionaliteit gekozen voor non-fiction en bij subgenre voor legal/administrative document. Daarmee zoek ik naar eigennamen in 957.205 woorden (61,8%) uit 2.202 (98,7%) van de in totaal 2216 documenten die het Corpus Gysseling omvat.
De zoekopdracht gecombineerd met de twee gekozen filters levert maar liefst 89.176 treffers op. Overigens betreft het hier niet alleen zelfstandige naamwoorden die een persoon aanduiden, ook bijvoorbeeld plaatsnamen hebben de tag Proper Noun gekregen. Als we vervolgens deze treffers groeperen op lemma, dan kunnen we uit die lijst de volgende ranglijsten voor mannennamen en vrouwennamen opstellen.
Mannennamen | Aantal | Vrouwennamen | Aantal |
Johannes | 8980 | Maria | 831 |
Wilhelm | 3386 | Margareta | 805 |
Wouter | 2919 | Catharina | 532 |
Hendrik | 2545 | Elisabeth | 527 |
Boudewijn | 2070 | Adelheid | 426 |
Aegidius | 1465 | Magdalena | 193 |
Arnout | 1442 | Agete | 169 |
Nicolaas | 1339 | Clara | 169 |
Diederik | 1325 | Geertruida | 145 |
Petrus | 1178 | Clementia | 120 |
Het is belangrijk om je te realiseren dat het hier gelemmatiseerde vormen betreft. Dat zijn dus niet per se – sterker nog, meestal niet – de vormen die in de teksten zijn aangetroffen. Het is echt niet zo dat de naam Aegidius in díe spelling ruim 1400 keer voorkomt in middeleeuwse documenten. Onder dit lemma vallen ook de voornamen Gillis, Gilis, Gielis en Gillijs, net als eventuele verbogen vormen en verkleinvormen.
Lemma en woordvormen
Het is niet ingewikkeld om erachter te komen welke namen precies tot een bepaald lemma behoren. Ik zal dat toelichten aan de hand van het lemma Johannes. Zoek in Extended search naar Lemma Johannes en Part of Speech Proper Noun (en fictionality non-fiction en subgenre legal/administrative document). Druk daarna op Search en groepeer vervolgens de hits op Word (Group by Word). Dat levert het volgende overzicht op:
De oplettende lezer zal hebben opgemerkt dat het aantal treffers dat rechts bovenin wordt vermeld – 9012 – afwijkt van de eerder gevonden 8980 hits bij het lemma Johannes. Dat is geen fout: het verschil van 32 hits wordt veroorzaakt door woordvormen (beter gezegd tokens) die eigenlijk uit twee woorden bestaan. Deze zijn zichtbaar te maken door niet te groeperen op Word maar op Lemma, zoals te zien is in het onderstaande overzicht. Trek je er de hits van Johannes+mis (waaronder ihansmesse, iansmessce, jansmesse, janzmisse, iansmisse) en andere tekenreeksen af die bestaan uit twee woorden, dan kom je precies uit op 8980.
Bij het lemma Johannes komt de woordvorm Jan overduidelijk het vaakst voor: 3409 van de 8980 keer, wat overeenkomt met 38%. Maar welke vormen zijn dat bij de andere voornamen uit de eerste tabel? Het resultaat staat hieronder, uitgesplitst naar mannen- en vrouwennamen.
Mannennamen | Aantal | Positie | Aantal | Positie | |
Lemmavorm | Woordvorm | ||||
Johannes | 8980 | 1 | Jan | 3409 | 1 |
Wilhelm | 3386 | 2 | Willem | 2155 | 2 |
Wouter | 2919 | 3 | Wouter | 1038 | 4 |
Hendrik | 2545 | 4 | Heinric | 1152 | 3 |
Boudewijn | 2070 | 5 | Bouden | 650 | 6 |
Aegidius | 1465 | 6 | Gillis | 780 | 5 |
Arnout | 1442 | 7 | Arnoud | 532 | 9 |
Nicolaas | 1339 | 8 | Clais | 605 | 7 |
Diederik | 1325 | 9 | Diederic | 404 | 10 |
Petrus | 1178 | 10 | Pieter | 591 | 8 |
Vrouwennamen | Aantal | Positie | Aantal | Positie | |
Lemmavorm | Woordvorm | ||||
Maria | 831 | 1 | Marien | 475 | 1 |
Margareta | 805 | 2 | Margriete | 217 | 2 |
Catharina | 532 | 3 | Katelinen | 177 | 3 |
Elisabeth | 527 | 4 | Lisebette | 112 | 7 |
Adelheid | 426 | 5 | Adelise | 137 | 6 |
Magdalena | 193 | 6 | Magdalenen | 147 | 4 |
Agete | 169 | 7 | Agheten | 43 | 8 |
Clara | 169 | 8 | Claren | 143 | 5 |
Geertruida | 145 | 9 | Truden | 33 | 10 |
Clementia | 120 | 10 | Menten | 35 | 9 |
Er zijn kleine verschillen maar over het algemeen kunnen we stellen dat de ranglijst op basis van de lemmavorm en die van de meest voorkomende woordvorm elkaar niet heel erg ontlopen.
Representativiteit
Zoals gezegd schreef ik eerder op Neerlandistiek een stuk over de populairste voornamen uit de 17e en 18eeeuw. Daarbij baseerde ik me op gegevens van schrijvers en ontvangers van brieven uit de corpora Brieven als Buit en de aanvulling Brieven als Buit-2. Hoewel de uitkomsten van dat onderzoek niet per se representatief zijn voor de voornaamgeving van de gehele Nederlandse bevolking, geven ze toch een aardige indruk van de populariteit van bepaalde voornamen uit die periode.
Bij de Brievenalsbuitcorpora was er per brief één briefschrijver en één ontvanger. Dat leverde per document steeds twee unieke voornamen op. Bij de ranglijsten uit het Corpus Gysseling moeten we iets voorzichtiger zijn met het trekken van conclusies. In een ambtelijke of juridische tekst kan een bepaalde voornaam namelijk verschillende malen voorkomen. En dat zou een vertekend beeld kunnen geven van de populariteit van een bepaalde voornaam. Een ander probleem dat zich voordoet bij het Corpus Gysseling is dat sommige voornamen niet betrekking hebben op een persoon maar verwijzen naar (de naamdag van) een heilige, zoals Sint-Jansdag.
Heiligen
Kunnen we achterhalen hoe vaak er sprake is van een combinatie van een heilige en een voornaam? Ja, dat is – gelukkig – mogelijk. Vul in Extended search in de zoekbalk Lemma sint* in. Met deze zoekopdracht vind je zowel onverbogen als verbogen en clitische vormen van sint. Het blijkt – met dezelfde filters als die we bij eerdere opdrachten hebben gebruikt – te gaan om 5373 gevallen. Welke voornamen er precies volgen op deze vormen, is na te gaan met behulp van de groepeerfunctie Context (advanced). In het onderstaande screenshot heb ik aangegeven dat ik het eerste lemma ná de treffer (dus een vorm van het lemma sint) getoond wil hebben:
Nadat ik op Apply heb gedrukt verschijnt het gewenste resultaat, dat ik vervolgens met de knop rechts onderin sorteer op Group name. Persoonlijk vind ik het het handigst om bij veel resultaten deze lijst te exporteren naar Excel door op de daarvoor bedoelde knop te drukken. Je kunt er vanzelfsprekend voor kiezen alle treffers pagina voor pagina in de applicatie te bekijken, maar het is sneller en overzichtelijker om dat te doen in een tabel binnen Excel. Bijkomend voordeel is dat je de gevonden resultaten voor later gebruik kunt opslaan.
Toptien mannen
Als ik uit mijn ranglijsten het aantal treffers verwijder waarin een voornaam wordt voorafgegaan door een vorm van sint, dan levert dat de onderstaande tabel op. De laatste kolom bevat de positie die de lemmavorm van de voornaam na aftrek van de sint-gevallen heeft. Johannes , en dan met name in de vorm Jan, is dus op basis van mijn bevindingen de populairste voornaam voor mannen in de 13e eeuw.
Mannennamen | Aantal | Positie | Aantal | Aantal | Positie |
Lemmavorm | Na Sint | Netto | |||
Johannes | 8980 | 1 | 1023 | 7957 | 1 |
Wilhelm | 3386 | 2 | 2 | 3384 | 2 |
Wouter | 2919 | 3 | 0 | 2919 | 3 |
Hendrik | 2545 | 4 | 1 | 2544 | 4 |
Boudewijn | 2070 | 5 | 0 | 2070 | 5 |
Arnout | 1442 | 7 | 1 | 1441 | 6 |
Aegidius | 1465 | 6 | 31 | 1434 | 7 |
Diederik | 1325 | 9 | 0 | 1325 | 8 |
Nicolaas | 1339 | 8 | 96 | 1243 | 9 |
Petrus | 1178 | 10 | 191 | 987 | 10 |
Het is duidelijk dat met name de heiligen Johannes (1023), Nicolaas (96) en Petrus (191) het meest voorkomen in het Corpus Gysseling, vaak vanwege de aan hen gewijde naamdag (sente Jans daghe, sinte Pieters daghe, sinte Niclaus daghe). Tot opzienbarende veranderingen in de rangorde leidt het uitsluiten van sint-gevallen bij de mannennamen overigens niet. Johannes blijft trots bovenaan staan, ook al wordt er meer dan duizend keer verwezen naar Sint-Jan.
Toptien vrouwen
Vrouwennamen | Aantal | Positie | Aantal | Aantal | Positie |
Lemmavorm | Bruto | Na Sint | Netto | ||
Margareta | 805 | 2 | 7 | 798 | 1 |
Elisabeth | 527 | 4 | 23 | 504 | 2 |
Catharina | 532 | 3 | 93 | 439 | 3 |
Adelheid | 426 | 5 | 0 | 426 | 4 |
Maria | 831 | 1 | 411 | 420 | 5 |
Magdalena | 193 | 6 | 1 | 192 | 6 |
Agete | 169 | 7 | 19 | 150 | 7 |
Geertruida | 145 | 9 | 22 | 123 | 8 |
Clementia | 120 | 10 | 0 | 120 | 9 |
Clara | 169 | 8 | 131 | 38 | 10 |
Bij de vrouwennamen heeft het negeren van sint-gevallen evenmin grote veranderingen teweeggebracht, met één uitzondering: Maria. In meer dan de helft van de documenten waarin het lemma Maria voorkomt, wordt verwezen naar de heilige Maria. Verwonderlijk is dat uiteraard niet als je bedenkt dat Maria, de moeder van Jezus, door de middeleeuwers op grote schaal vereerd en aanbeden werd. Toch was dit niet de populairste voornaam voor vrouwen in de middeleeuwen (althans op basis van het Corpus Gysseling). Dat was de naam Margareta (in vormen als Margriete, Margrieten, Mergriete, Magriete, Grite, Mergrieten, Maergriete).
Niet zo hip als de meest gekozen jongensnaam uit 2020 – Noah – en de meest geliefde meisjesnaam uit 2020 – Emma (Nederland) of Olivia (Vlaanderen) – en niet zo tot de verbeelding sprekend als Walewein en Hadewych maar wel de populairste voornamen uit de dertiende eeuw: Jan en Margriet!
Audrey zegt
Hmm, ik vind Adelise wel veel mooier dan Adelheid! En Gillis bevalt me ook wel. Erg interessant om te lezen in elk geval 🙂
Eligeert zegt
Ben geboren in de jaren 1970 en heb drie doopnamen uit de toptien van de 13e eeuw. Opmerkelijk onveranderlijk.
Jona Lendering zegt
Mediëvist Kees Nieuwenhuijsen (http://www.keesn.nl/) heeft soortgelijk onderzoek gedaan voor het graafschap Holland. Ik herinner me dat romaanse namen verwaarloosbaar waren ten opzichte van germaanse en bijbelse namen, maar of ik dat goed herinner weet ik niet.
booxalivedotnl zegt
Wat leuk om te zien dat mijn naam (Johanna Maria Magdalena) uit deze tijden stamt! Toen ik klein was, vond ik Magda heel naar klinken, die g en d naast elkaar. Gelukkig heb ik me er in m’n volwassen leven mee verzoend!
Klaas zegt
Als ik die 13e-eeuwse namen zo bekijk, lijkt het me dat die ook 50 tot 100 jaar geleden nog veelvuldig werden gebruikt, maar tegenwoordig duidelijk minder. (Jan is wellicht een uitzondering, dat is een evergreen.) Voorzichtig concludeer ik dat er pas de laatste 50 jaar ofzo een grote verschuiving in voornaampopulariteit aan de gang is.
Judit van Tuijl zegt
Leuk om te lezen. Ik spaar geboortekaartjes en heb in Excel de lijst met namen en geboorte- of doopnamen van meer dan 10.000 kinderen vanaf 1938, uit Nederland. Tot 1950 heb ik in mijn verzameling o.a.
Aaltje
Aart
Adri
Anna Marie
Anneke
Ansje
Arie
Atze
Beppie
Cobie
Corrie
Dilly
Dirkje Jetske
Evert Jan
Foeke
Fokke
Frank
Frederik
Geertje
Gerrit
Grietje
Guda
Hans
Heleentje
Hendrik
Henriëtte
Hillegonda Maria
Hupie
Jackie Hans
Jan
Janke
Janny
Kees
Liesje
Maddie
Margriet
Marjanneke
Marjet
Mini
Nancy
Peter
Pietertje
Pietje
Ria
Rina
Sint Roelof
Sjaak
Sjoerd
Teunis
Tineke
Tjalling
Wijntje Maria
Wouterus
Iemand zegt
Cool
Tessa mar zegt
leip
Gilda Claes zegt
Soms vindt ge de namen terug in de afgeleide familienamen. De oude Keltische naam FASTRADA evolueerde tot de familienaam FESTRAETS in de regio van haspengouw. Fastrada was o.a. de naam van de 3de echtgenote van Karel de Grote
Lauran Toorians zegt
Waar komt het idee vandaan dat Fastrada een Keltische naam zou zijn? De naam is keurig Germaans.
Frits Krom zegt
Ik vond mijn 3e voornaam niet, maar om in 1944 Bernard te deponeren, was ook nogal een waagstuk. Gelukkig bleken alle destijds betrokkenen “goed”, dus ik ben er nog.
Frits Jan Bernard Krom.
gevangasteren zegt
Ik heb altijd gedacht dat “Maria” in de Middeleeuwen min of meer verboden was als voornaam voor meisjes, net zoals “Jezus” nu nog voor jongens.
Aan uw resultaten te zien was het verbod niet zo sterk als ik had begrepen, maar het zou wel de lage positie van “Maria” in de lijst kunnen verklaren.
Verder verbaast mij zeer de afwezigheid van “Anna” en “Johanna”. Of zijn die misschien goeddeels opgeslokt (via een lemmatiseringsalgoritme, bijvoorbeeld) door de jongensnaam “Jan” ?
Rian zegt
In Brabant komt in de 16e-17e eeuw de meisjesvoornaam VIJVERKE voor. Waar komt die naam vandaan? Van ‘Genoveva’ o.d.?