Het groote lijden
Wetend dat liefde zich moet sterven laten,
Had zijn groot hart het hart der wereld lief.
Hij gaf zijn lijf, dat wij dronken en aten,
Toen zijn doods-angst de magere armen hief.
Ik zie, als achtergrond-decoratief,
Groepen landlieden, visschers en soldaten,
En tusschen hen, in ’t diepe perspectief,
Heuvels en stranden, boomgaarden en straten.
Hij leed meer dan waar men om schreit of gilt.
Daarom heb ik het vers kalm willen schrijven,
Maar met een hart dat van zijn wonden bloedt –
Want ik zie zijn gestalte en zijn verstild
Gelaat, als hij onder de donkre olijven
Den beker neemt, zweetend druppelen bloed —.
Martinus Nijhoff (1894-1953)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter