Vermoedelijk is iedere poëzielezer op zoek naar de magie van het eerste moment – dat de vlam insloeg, dat hij ontdekte dat poëzie bestond, dat woorden na elkaar meer konden doen dan je mededelen dat er morgen een proefwerk was of dat er voorlopig geen einde kwam aan de ijzige kou. Zulke momenten spelen zich vaak af in de pubertijd, en zo was het in ieder geval voor mij. Mijn ouders hadden een bloemlezing Dichters van deze tijd, ik vermoed de editie uit 1960. Dat was weliswaar niet helemaal mijn tijd, maar geen boek heb ik verder ooit zo gekoesterd: al die schatten van Vijftigers en epigonen van Vijftigers en niet-Vijftigers, ik vond het geloof ik allemaal even mooi.
Het tijdschrift Het Liegend Konijn kan dat effect nog steeds een beetje bij me terugroepen. Om te beginnen is het iedere keer weer lekker dik en bevat het altijd gedichten van deze tijd: van gevestigde namen tot en met piepjonkies die in dit nummer debuteren. Het nieuwste nummer bevat bijvoorbeeld gedichten waarin je in de eerste regel Dephine Lecompte herkent (‘Er was eens een turnleraar die een haring inhaleerde’), bewerkingen van Bert Van Raemdonck van artikelen uit Wikipedia over verschillende soorten vlees (https://nl.wikipedia.org/wiki/Varkensvlees: ‘Spek, ham en karbonades zijn heel erg bekend / maar met vlees van varkens valt er nog wel meer te doen’) en een actueel gedicht van Hagar Peeters (‘Waarheen te vluchten in coronatijd en nu de huizenprijzen stijgen en je / aan haard en huis gebonden bent na een scheiding en je zoon hier, de vader daar’).
Maar heel fijn is dat er daarnaast ook stemmen klinken, die ik in ieder geval nog nooit eerder gehoord heb. Het intrigerendst is de stem van de Brusselaar Vincent van Meenen, die laat zien dat je kunt beginnen als Gorter of Van Ostaijen en daarna volkomen ontsporen:
Ik ken de wereld niet. Ik ken de dertig
straten rond ons huis, en ik ken jou
een beetje, koffie-theetje, doof het licht.Droom lief, droom lelie-lief, leg af de last,
het dagelijks verdriet. Slaap, slaap een brief.
Doorkruis de tropen, tijd, een eik. Verstuur
een rooksignaal, bericht uit een ommuurd
gebied met reuzenrad, klinkt daar muziek?In schemertinten luister ik verliefd,
verzamel inktvis, echo’s, smeed een lied,
zet lijnen uit, vulkanen, kimono’s.
Het naast elkaar zetten van allerlei zaken die zelden met elkaar in verband worden gebracht, zoals inktvissen, vulkanen en kimono’s, is misschien een handigheidje, maar Van Meenen beheerst dat handigheidje uitstekend, en ik vind dit een tegelijkertijd grappig en ontroerend liefdeslied.
Ook dit nummer van Het liegend konijn is er weer één om een paar wekenlang te koesteren op je nachtkastje, als een geheime schat. En om het daarna ergens neer te leggen waar een zeventienjarige het kan vinden, zodat de vlam weer kan inslaan.
Jozef Deleu (redactie) Het liegend konijn 2021/1. Bestelinformatie bij de uitgever.
Laat een reactie achter