Ik weet niet meer wanneer ik hem voor het eerst hoorde, maar ik weet wel dat hij me vanaf het begin in zijn taalkundige greep hield: de ‘verkleinwoordje + hoor’ constructie. In het begin waren het youtubers die aan het strand lagen en uitriepen ‘weertje hoor!’ of ‘leventje hoor!’. Toen werden het sarcastische mensen op twitter en studenten. In de afgelopen maanden heb ik hem meermaals voorbij zien komen bij politici. Esther Ouwehand twitterde bijvoorbeeld op 21 april:
Goed werk van @RTLnieuws. Wat blijkt? Alle ministers hielpen Rutte informatie over het toeslagenschandaal weg te moffelen. VVD, CDA, D66 en CU. De ministerraad besloot doelbewust informatie achter te houden voor de Kamer
Bestuurscultuurtje hoor
Ook onze dichter des Vaderlands, Lieke Marsman, bezigt deze constructie graag, zoals op 27 maart toen ze reageerde op een tweet over de steeds verschoven datum waarop iedereen in Nederland volgens Hugo de Jonge gevaccineerd zou zijn. Eerst was het begin oktober, toen begin juli. Waarop Lieke Marsman twitterde:
Bewaartweetje voor half juni hoor
Gevoelsmatig willen we met deze constructie een op een licht ironische manier een uitroep uitdrukken, zoals ‘wat een bestuurscultuur!’ of ‘een tweet om te bewaren tot half juni!’. Hoe kunnen we deze betekenis herleiden van het verkleinwoordje en het partikel ‘hoor’ en waarom vinden we deze specifieke constructie zo fijn om te gebruiken? Om die vragen te beantwoorden, moeten we eerst begrijpen wat het verkleinwoordje en ‘hoor’ eigenlijk betekenen.
Laten we beginnen met hoor. Voor een partikel dat zoveel en graag gebruikt wordt, is er opvallend weinig bekend in de vakliteratuur over de precieze betekenis. Er is voorgesteld dat hoor wordt gebruikt om nadruk te leggen op hetgene waar het aan vastkleeft en een bevestigend effect heeft. Dit is het duidelijkst als je het vergelijkt met hè, dat juist om bevestiging vraagt.
- Jij komt morgen ook, hè?
- Jij komt morgen ook, hoor.
Met hè wil de spreker iets zeggen als ‘kan je dit even bevestigen?’, terwijl hij of zij met hoor wil uitdrukken ‘Ik bevestig dit nog maar even en waag het niet om niet op te komen dagen’. Omdat ‘hoor’ dit effect heeft, kan het alleen gebruikt worden in contexten waarin er discussies of verwachtingen zijn overhet waar of niet waar zijn van hetgene waar het aan vast zit. Het is gek om `Jij komt morgen ook, hoor’ te zeggen tegen een onschuldige gesprekspartner die altijd braaf komt. Maar als je gesprekspartner al heeft aangegeven te twijfelen of altijd op het laatste moment afhaakt, dan is het opeens een prima zin. In andere woorden, het idee dat de gesprekspartner morgen niet komt moet op één of andere manier in de lucht hangen om het partikel ‘hoor’ te gebruiken.
Als we deze theorie aanhouden is het niet verrassend dat we normaliter ‘hoor’ niet zomaar aan zelfstandige naamwoorden kunnen plakken. Iets zeggen als ‘weer hoor!’ of ‘bestuurscultuur hoor!´ is een beetje gek. We benadrukken dan onze bevestiging van de waarheid van het weer of de bestuurscultuur. Dat is in de meeste situaties natuurlijk iets raars om te doen. Wat we wel kunnen doen is ‘hoor’ toevoegen aan een zelfstandig naamwoord dat gemodificeerd wordt door een bijvoegelijk naamwoord. Zo kunnen we zeggen ‘lekker weer hoor!’ of ‘gestoorde bestuurscultuur hoor!’. In die zinnen, slaat hoor terug op ‘lekker weer’ en ´gestoorde bestuurscultuur’ en daarvan kunnen we de waarheid wel bevestigen.
De grote vraag is nu wat is er zo bijzonder aan die verkleinvorm? Wat doet de verkleinvorm waardoor we opeens hoor achter een zelfstandig naamwoord kunnen plakken? Wat is het verschil tussen weer en weertje?
De grondbetekenis van de verkleinvorm is natuurlijk iets verkleinen. Door poppetje te zeggen in plaats van pop signaleren we dat het gaat om een kleine pop. Maar voor de analyse van onze constructie hebben we hier niet zoveel aan. We willen niet zeggen dat het weer of de bestuurscultuur klein zijn.
Het is bekend dat de verkleinvorm veel extra betekeniseffecten heeft, die hetzelfde zijn in verschillende talen. Zo zijn er veel talen die verkleinwoordjes gebruiken om de betekenis intenser te maken . In het Mexicaans Spaans zegt men ‘ahor-ita’ (‘nu-tje’) om te communiceren ‘nu direct’. Het verkleinwoord ‘ita’ intensificeert daar ahor. Er zijn ook veel talen waarin verkleinwoordjes worden gebruikt om verschillende emoties uit te drukken. Zo kan affectie uitgedrukt worden door het gebruik van het verkleinwoord. Het woord schatje duidt niet op een combinatie van het woord schat en een klein formaat, maar op de combinatie van het woord schat en gevoelens van affectie. Ook negatieve en neerbuigende gevoelens kunnen doormiddel van verkleinwoorden uitgedrukt worden. In het Swahili wordt het verkleinwoord ki veel op deze manier gebruikt. Maar ook in het Nederlands kunnen we dit doen. Denk aan kneusje of sletje. Beide vormen zijn denigrerender dan hun niet verkleinde variant.
We hebben met het verkleinwoordje dus een instrument waarmee we emotie aan een zelfstandig naamwoord kunnen toevoegen, zonder deze precies te hoeven definiëren. Deze emotionele vorm kan dan opeens weer gecombineerd worden met hoor. Hoewel het gek was om de waarheid van het weer te willen bevestigen, is het niet zo gek uit te drukken dat ik emoties heb over het weer of de bestuurscultuur en de waarheid van deze emoties te willen bevestigen. De uitspraak ‘weertje hoor!’ kan dus op de volgende manier geanalyseerd worden:
Weer – tje – hoor =
weer – bepaalde emoties – ik wil nog maar even bevestigen dat dit mijn emoties zijn
Met de ‘verkleinwoordje+hoor’ constructie signaleren we dus bepaalde emoties (denigrerend, affectief), maar laten we in het middel welke het precies zijn en dat vinden we leuk. Wat het verder zo fijn maakt is de bevestigende functie van ‘hoor’. Waar we met ‘Wat een weer!’ alleen maar aandacht richten op het weer, zijn we met verkleinwoordje+hoor heel stellig en bevestigend over onze ambigue emoties. De enige vraag die ons nu nog rest is welke precieze emoties Esther Ouwehand heeft ten opzichte van de huidige bestuurscultuur.
Lia van de Pas zegt
Leuk en interessant artikel. Kunt u uw ook laten schijnen over de op Twitter zo vaak gebezigde woordgroep: “Met je ….!” Bv Hugo de Jonge maakt beleid. Het werkt niet. Met je mondkapjes!
Met vriendelijke groet, Lia van de Pas