Onbegrip begrepen
40 taalfilosofische gesprekken over communicatie (deel 4)
– Laten we dit vasthouden. Jij vraagt je af waarom mensen elkaar vaak niet begrijpen. En er is een mythe die dit probeert te verklaren.
– Ik begrijp van de vorige keer dat die taalverwarring eigenlijk geen straf is voor die toren maar, zoals jij zegt, voor de hoogmoed van het ‘tot in de hemel reiken’. Hoe kom je daarbij?
– Dat verzin ik niet, dat zegt een oude kerkvader, dat zegt Augustinus.
– Nu haal je er een oude kerkvader bij!
– Ja, maar die Augustinus was niet zomaar iemand. Zijn kennis lijkt nu niet modern, maar hij was een diep denker. Hij wordt nu nog steeds aangehaald, bijvoorbeeld met zijn gedachten over het ontstaan van de tijd. Over hem bestaat een hele bibliotheek!
– Goed, en hoe ziet Augustinus dat dan?
– Augustinus heeft een monumentaal werk geschreven van meer dan duizend pagina’s, met als titel De stad van God. Hij schreef het in het begin van de vijfde eeuw, toen de ‘eeuwige stad’ Rome bijna ten onder ging aan barbaarse plunderingen. Je kunt zijn werk lezen als een maatschappijkritiek. Augustinus houdt, in een tijd van opkomend christendom, een pleidooi voor een nieuwe maatschappelijke orde. Het gaat, zo benadrukt hij voortdurend, niet om een stad of toren van mensen om de hemel te bestormen, maar om het vestigen van de stad van God op aarde.
– Ja, en dan nu die taalverwarring?
– Jij vroeg waarom de godheid niet op een andere manier straft, bijvoorbeeld door de toren te vernietigen. En zoiets hebben mensen ook wel geroepen bij het drama van de Twin Towers, dat dat een straf van God was. Maar nee, zegt Augustinus. Het gaat niet om de toren, maar om de hoogmoed die eruit spreekt.
– Nu komen we dus toch eindelijk tot de kern?
– Ja, zegt Augustinus in een mooie verklaring, het gaat om hoogmoed. Want waarin komt hoogmoed tot uitdrukking? Die komt tot uitdrukking in de taal. Ik laat Augustinus graag zelf aan het woord: ‘Omdat de heerschappij van een regeerder haar zetel in zijn tong heeft, is de hoogmoed ook daarin gevonnist.’ Als de mens niet wil begrijpen dat hij van de aarde is, wordt hij ook niet meer begrepen door de mensen aan wie hij bevelen geeft. En Augustinus vervolgt dan: ‘Zo werd die samenzwering tenietgedaan: iedereen liep weg van degene die hij niet begreep en sloot zich alleen maar aan bij iemand met wie hij kon spreken.’
– Wacht even, begrijp ik nu goed dat Augustinus zegt dat door die hoogmoed iedereen alleen maar de mensen opzoekt door wie hij wel verstaan wordt? Dat is dus zoiets als: iedereen met soortgenoten in zijn eigen bubbel waar we het eerder over hadden.
– Ja, zie je wel dat Augustinus verrassend modern is!
– Dat moet ik eens goed tot me laten doordringen. Maar ik blijf nog wel met een vraag zitten. Ik begrijp nu iets van die taalverwarring als straf. Maar wát wordt er dan verward in taal? Wat is dan precies die miscommunicatie?
– Ook daarvoor kunnen we nog dieper kijken in het verhaal, de volgende keer. Maar dan wordt het nog ingewikkelder.
Deze serie verschijnt op maandag, donderdag en zaterdag in de zomermaanden. Commentaar is uiteraard bijzonder welkom. Reacties worden verwerkt in een mogelijk vervolg op deze serie
Laat een reactie achter