2021 is een jaar van herwaardering voor Hendrik Conscience (1812-1883). Het begon met een indrukwekkende serie blogposts Platform Leest waarin Kevin Absillis het vermeende racisme van de grote negentiende-eeuwse schrijver besprak. Absillis liet zien hoe Conscience in Vlaamse intellectuele kring in de afgelopen decennia zo’n beetje het toonbeeld van bedenkelijk gedachtengoed geworden was, de man die zijn volk niet zozeer had leren lezen, alswel met zachte hand het bedenkelijke pad van het extreem-rechtse Vlaams Belang had opgeleid.
Schrijvers als Hugo Claus, Geert van Istendael en Tom Lanoye hadden de negentiende-eeuwer gecanceld voordat iemand nog van cancel culture sprak. Historici bestonden het om in interviews bijvoorbeeld te beweren dat Conscience geen oog had gehad voor het stadsleven in de middeleeuwen, met zijn eeuwige stroom migratie van vreemdelingen, en zich in plaats daarvan gericht had op het idyllische Vlaamse platteland, terwijl in feite zijn belangrijkste historische romans, waaronder De Leeuw van Vlaanderen, zich afspelen in middeleeuwse steden.
Intellectuele neusjes
En ja, laat Absillis zien in een heel zorgvuldige analyse, als de schrijver mensen met een andere huidskleur beschreef, deed hij aan othering, maar volgens meer gangbare definities van racisme kun je het werk echt niet racistisch noemen, en Conscience is zeker minder racistisch dan bijvoorbeeld een tijdgenoot als Charles Dickens. Enfin, lees die reeks, ook als u meent dat het onder letterkundigen tegenwoordig ongenuanceerde wokeness is wat de klok slaat: juist door die op niets gebaseerde aanvallen, laat Absillis zien, hebben progressieve intellectuelen de erfenis van Conscience overgedaan aan extreem-rechts, dat óók al nauwelijks iets van de man gelezen heeft.
En nu is er dan een biografie van de schrijver, de eerste volwaardige levensbeschrijving – wat op zich al een wonderlijk gegeven is voor een schrijver die tijdens zijn leven alom, en in binnen en buitenland, bejubeld en geëerd werd: Voor moedertaal en vaderland van Johan Vanhecke. Het is gebaseerd op dezelfde weldadige geesteshouding van laten we nu niet meteen met geel-zwarte vlaggen waaien, of onze intellectuele neusjes ophalen, maar lezen wat de man geschreven heeft en reconstrueren hoe hij zijn leven leidde.
Vurig pleidooi
Dat werk blijkt nu misschien niet meer aan de hoogste criteria van literatuur te voldoen – het is meer Alexandre Dumas dan Gustave Flaubert, de verhalen zijn soms wel erg eenvoudig, de strekking soms wat sentimenteel – maar als representant van het genre of de genres die Conscience representeerde wel zeker de moeite waard. Hij schreef wel degelijk om zijn volk te laten lezen, en voor een volk dat niet gewend was om te lezen (de helft van de Vlamingen was analfabeet) en al zeker niet in de moedertaal. 71 boeken schreef de man, en die zijn misschien niet allemaal de moeite waard, en De Leeuw van Vlaanderen is waarschijnlijk niet het hoogtepunt, maar wie hem volkomen afschrijft als auteur doet hem onrecht, laat Vanhecke overtuigend zien. Hij deed dit alles gedurende een bepaalde periode ook nog eens naast een drukke en onderbetaalde baan als ambtenaar in Kortrijk.
Interessant was zijn werk alleen al omdat hij vroege versies schreef van populaire genres als de detective en fantasy, naast onder meer een geschiedenis van België, autobiografisch werk, dikke romans en korte verhalen. In ieder boek probeerde hij iets nieuws, kennelijk om zichzelf niet te vervelen. Aan het einde van zijn boek houdt Vanhecke dan ook een vurig pleidooi om de hoogtepunten uit het oeuvre opnieuw uit te geven. Ik hoop dat een uitgever Vanhecke nu snel besluit op een mooie Conscience-Bibliotheek op te bouwen, in leesbare edities.
Uiteindelijke spelling
En dan de persoon Hendrik Conscience! Uit Voor moedertaal en vaderland blijkt dat hij al bij leven, en al zo’n beetje vanaf het begin, het slachtoffer werd van framing door politieke tegenstanders. Omdat hij weigerde te kiezen tussen de twee hoofdrichtingen in de Vlaamse Beweging – de katholieken en de liberalen – en zich zelfs als politicus verkiesbaar stelde voor een neutrale lijst die alleen pro-Vlaams wilde zijn, stortte men al snel vanaf beide kanten vitriool over hem uit waarvoor menig Twitteraar nog zou terugdeinzen. Een opportunist zou hij zijn, iemand die de katholieke kerk zou willen uithollen, iemand die zijn boeken herschreef zodat ze voor de clerus acceptabeler waren, iemand die vrouw en kinderen verwaarloosde en liever in de kroeg zat, iemand die vooral uit was op eigen gewin, en wat niet al. Voor geen van die verwijten was er veel bewijs. Hoogstens zou men kunnen zeggen dat de schrijver af en toe wat ijdel was en zich bijvoorbeeld graag met onderscheidingen liet fotograferen.
Er kwam nog bij dat de Vlaamse Beweging vooral aan het begin van Consciences carrière ook nog eens geplaagd werd door allerlei gekissebis tussen Gent, Antwerpen en Brussel. De Beweging maakt in dit boek dan ook af en toe een hartstochtelijk provinciale indruk – ook de schrijver zelf kon zich overigens niet echt onttrekken aan dat provincialisme, zoals hij zich ook hartstochtelijk stortte in achteraf toch wat futiel gehakketak over spellingkwesties (tegelijkertijd was hij verlicht genoeg om uiteindelijk zijn werk in de uiteindelijke spelling om te willen zetten).
Grootsheid
Zijn ideaal wordt daarbij door Vanhecke goed samengevat in de titel: Voor moedertaal en vaderland. Al vanaf het begin koos Conscience ervoor te strijden voor de gelijkberechtiging van zijn moedertaal, die de taal van de meerderheid was en die volgens de Grondwet van de jonge staat ook gelijkberechtigd zou moeten zijn. En het vaderland was zonder enige twijfel niet Vlaanderen, of een Groot Nederland, of een pan-Germaans rijk, maar België. Waar Absillis in zijn blogs nog wel bereid lijkt om toe te geven dat Conscience wel wat kras anti-Frans was, kun je dat na lezing van de biografie niet meer volhouden, al is het maar omdat lange passages uit brieven en andere stukken worden geciteerd in het Frans en de schrijver ook voor een overwegend Franstalig gehoor net zo makkelijk een toespraak gaf in die andere taal. Conscience was een Belg die Vlaams of Nederlands (Vanhecke gebruikt de termen min of meer door elkaar) wilde kunnen spreken in België. Ook hier kiezen Vlaams Belang en NV-A in Conscience dus een volkomen verkeerde medestander.
Uit Voor moedertaal en vaderland komt Conscience vooral ook, ondanks vlekjes als die ijdelheid, naar voren als een sympathieke man, iemand die begaan was met het lot van andere mensen. Niet alleen, zoals veel vurige idealisten, met mensen in een verre toekomst of een ver land, maar vooral ook met de mensen om hem heen. Hoewel Vanhecke zich verre houdt van psychologische kwalificaties, maakt Conscience in de biografie een licht manisch-depressieve indruk, waarbij de depressieve perioden zich vaak leken aan te dienen als het slecht ging met Consciences naasten. Nadat zijn zoon overleed aan een van de pandemieën die Europa teisterden, verbrandde de schrijver in zo’n depressieve periode waarschijnlijk grote stapels correspondentie en andere aantekeningen, alsof hij ineens al dat literaire werk, al die politieke strijd, al die contacten als zinloos ervaarde.
Hij was een man voor wie je ook eigenlijk alleen sympathie kunt opbrengen, precies vanwege het feit dat hij zo vermalen raakte. Zijn drijfveer moet uiteindelijk toch vooral een creatieve zijn geweest: hij wilde schrijven, maar raakte verstrikt in een provinciaal dispuut dat van hem eiste dat hij partij koos. Mooi dat er nu eindelijk mensen de grootsheid krijgen om hem op waarde te schatten.
Jona Lendering zegt
Wat een fijn, enthousiasmerend stuk over een auteur die een fijn enthousiasmerend stuk verdient.
Overigens kwam de vraag op wanneer Claus, die meewerkte aan de verfilming van “De leeuw van Vlaanderen”, Conscience heeft gecanceld. Uiteraard mag Claus van mening veranderen maar het verbaasde me.
Marc van Oostendorp zegt
In zijn zeer levenswaardige reeks blogposts op Platform Leest schrijft Kevin Absillis onder andere: “Nauwelijks te overschatten was hierbij de impact van Hugo Claus. Vanaf de jaren 1960 heeft hij uitgeschreeuwd wat voor een ‘afgrijselijke schrijver’ Conscience wel niet was. Achteraf valt op hoe de associatie met racisme in dit proces van debunking een sleutelrol vervulde.” En hij geeft heel veel voorbeelden. De reeks van Absillis is sowieso is een hoogtepunt van de geesteswetenschappen op internet van dit jaar. Hier is nogmaals de link naar aflevering 1: https://www.platformleest.org/artikel/conscience-afl1-2/.
TOM LANOYE zegt
Geachte heer Van Oostendorp, zou u de botte eerlijkheid kunnen opbrengen om mijn quote te citeren, op het achterplat van deze biografie? En voor de rest dan maar uw mond houden over ‘cancelling’? Dat is precies wat u doet. Het lijkt wel framing! Groet, Tom Lanoye
Marc van Oostendorp zegt
Ik heb het e-boek gelezen en daardoor uw quote gemist. Ik heb u dit overigens ook al gemeld op Twitter, waar u met dezelfde klacht kwam. Uw reactie daarop was om mij te ‘blocken’, dus nu ben ik een beetje in verwarring over dat ‘cancellen’.
Gust Peeters zegt
Het lijkt mij wat abject om Conscience af te zetten tegenover N-VA en Vlaams Belang. In het algemeen blijft de Vlaamse Beweging opkijken naar Conscience als, inderdaad, de man die zijn volk leerde lezen, in de betekenis van de man die boeken schreef in de volkstaal, die gelezen en begrepen konden worden door de gewone man/vrouw. Emancipatorisch was dat voor de Nederlandstaligen in België een enorme stap vooruit. Voor het tijdsgewricht van Conscience vind ook vandaag niemand het abnormaal dat de man, met trouwens een Franse vader, ook het Frans gebruikte. Om maar een ander voorbeeld te noemen: interventies ten voordele van het Nederlands gebeurden in het Belgisch Parlement destijds veelal in het Frans. Het zou nogal gek zijn om al die mensen uit te schrijven uit het verhaal van de emancipatie van de Nederlandstaligen in België, de Vlamingen dus, waar beide partijen zich op beroepen.