Op 19 april 2021 schreef ik voor Neerlandistiek een bijdrage onder de titel Nederlandsch hertaelt junior. Het was een vertaalwedstrijd – beter gezegd een hertaalwedstrijd – voor leerlingen uit het voortgezet onderwijs. Voor deze eerste editie moesten middelbare scholieren een 21e-eeuws gedicht van de huidige Dichter des Vaderlands – Lieke Marsman – herspellen en hertalen naar 17e-eeuws Nederlands. Voorwaar geen eenvoudige opgave en daarom bevatte het bovengenoemde stuk enkele aanwijzingen die van pas zouden kunnen komen bij het hertalen.
De inschrijftermijn sloot op 30 juni zodat ook examenkandidaten na de voorbereiding en het maken van hun centraal schriftelijk eindexamen nog alle tijd hadden om zich op deze hertaalopgave te storten. Desondanks was het aantal inzendingen letterlijk op de vingers van één hand te tellen. Overigens had ik niet verwacht dat deze wedstrijd mijn Postvak In tot de nok toe zou vullen. De beschikbare vrije tijd van middelbare scholieren is beperkt: je kunt er ook voor kiezen een goed boek te lezen, naar het Multatulimuseum te gaan of alle afleveringen van Vlogboek te bingewatchen. En omdat de wedstrijd alleen aangekondigd was op Neerlandistiek moet je ook nog eens een bevlogen docent Nederlands hebben die je op het bestaan van deze wedstrijd wijst. Dank daarvoor, docenten!
De winnaar
Mij rest slechts het bekendmaken van de winnaar en de winnende hertaling. Dat is geworden Fieke Douwes uit – althans het afgelopen schooljaar – klas UV4h van De Passie Utrecht. Van harte gefeliciteerd. Het pakket met taalboeken is inmiddels naar haar toegestuurd.
Wy zyn seer stil dewyl ick haest eerstmael een veers schryf,
niet beginnende met enckel ‘ick’ – in het veers is plaetse voor
yemant anders. Hy is stil. Dan segt hy dat onse lieve heer
vreemde costgangers heeft, ‘t welk ick maer al te wel begryp.
De stadt, by voorbeelt, als waere een kint aen huys,
staet yeder uchtent voor myn deur. De keucken des heeren
kryght het noch drock van daegh, geeft de bedienden mede schoone borden.
En oock de tale is vreemt wreet, segt dinghen als: wanneer ghy u
eensaem voelt, mooght ghy wachten tot Sint Jutmus.
Voetnoot [van de hertaler]: hoewel de spreekwoorden “onze lieve heer heeft rare kostgangers” en “als een kind aan huis” niet voor lijken te komen in de 17e eeuw, heb ik toch besloten om ze letterlijk te vertalen. Later in het gedicht wordt namelijk verwezen naar het eerste spreekwoord met woorden die onlogisch zouden klinken buiten die context. Ik heb geen spreekwoorden kunnen vinden die dezelfde lading dekken. Voor het tweede spreekwoord heb ik geen vervanging gevonden, en naar mijn mening haalt het te veel gevoelswaarde uit een gedicht, als een spreekwoord wordt vervangen door een letterlijke betekenis.
C.W. Schoneveld zegt
Rijmen niet alle 17e eeuwse gedichten?
Marc van Oostendorp zegt
Als een zeventiende-eeuws gedicht in het 21e-eeuws Nederlands wordt vertaald, moet het resultaat dan in vrije verzen zijn omdat dit in de 21e eeuw de gebruikelijkste vorm is?
C.W. Schoneveld zegt
Als ik een 18e-eeuws Nederlands sonnet in het Engels vertaal vind ik dat ik het rijmschema moet handhaven en daar niet mee moet gaan knoeien, zoals Petert Verstegen wel deed bij een sonnet van Baudelaire, onlangs op Neerlandistiek geplaatst.
C.W. Schoneveld zegt
Vervolg: Het is wel een paradoxale situatie, want het heden kent het verleden en kan zich daarbij aanpassen in taalgebruik of denkbeelden, maar het verleden kent het heden niet en het is nogal vreemd te vragen dat het verleden hedendaagse taal of begrippen in hun taal of denkwereld weergeeft. Vertaal maar eens een gedicht over de evolutieleer van Darwin in zeventiende-eeuwse taal, of iets over WhatsApp Ik vind dus de hele wedstrijd nogal bizar.
Marc van Oostendorp zegt
Het bizarre van de wedstrijd is de charme ervan. Maar mij lijkt in de imaginaire situatie dat je P.C. Hooft kennis zou willen laten maken met wat de poëzie aan het begin van de 21e eeuw is zonder hem te willen afleiden door de hem vreemde spelling, je er goed aan zou doen om geen sonnet van haar gedicht te maken,zoals je omgekeerd een sonnet van Hooft naar de 21e eeuw uiteraard nog steeds als sonnet zou hertalen.