Onbegrip begrepen
40 taalfilosofische gesprekken over communicatie (deel 38)
– Ik heb zo’n prachtig citaat over poëzie, en het geeft zo mooi het verschil tussen begrijpen en communiceren weer, dat ik graag hiermee wil beginnen. En ik kan het niet helpen dat ook deze uitspraak afkomstig is van een dichter die al twee keer eerder in onze gesprekken heeft gesproken, T.S. Eliot. Dichters voelen taal nu eenmaal het best aan.
Genuine poetry can communicate before it is understood.
T.S. Eliot
– Het gaat dus om de ervaring dat een echt of authentiek gedicht iets communiceert voordat je het begrijpt? Laten we dan maar aannemen dat zoiets ook in gewone taal geldt. Maar wat is dat dan precies wat voorafgaat aan begrijpen?
– Laten we dat eens proberen te verhelderen. Ken je ook andere woorden waarin je iets herkent uit het woord communiceren?
– Ja, commune bijvoorbeeld, een woonvorm waarin mensen met elkaar gemeenschappelijk bezit delen.
– Inderdaad, in een commune of communiteit hebben de deelnemers iets gemeenschappelijks.
– Dan gaat het om bezit of idealen. Maar waar moet ik dan bij communicatie aan denken, dat wij de taal als gemeenschappelijk bezit hebben? Maar ook als mensen dezelfde taal spreken kan er miscommunicatie ontstaan. Dus er moet meer zijn.
– Misschien kunnen we eens kijken naar andere woorden die op een of andere manier verwant zijn. De stam van communicatie vind je ook terug in het Engelse woord mutual voor ‘wederkerig’, en in het Franse woord municipal dat ‘gemeentelijk’ betekent.
– Dus communicatie is iets gemeenschappelijk over en weer.
– Ja, en de stam zit ook in immuun: niet meer vatbaar zijn voor een virus dat ons allen, ‘gemeenschappelijk’, ziek kan maken.
– Mooie associaties. Maar ik weet nog steeds niet wat er dan gemeenschappelijk is.
– Misschien helpt dit dan. In woordstudies van Latijnse etymologie staat een mooie beschrijving van wat municipium betekent. Dit woord werd in de Oudheid gebruikt voor het gebied rond Rome, waar steden zich verbonden aan de grote stad Rome, en in ruil voor het recht van bescherming ook bepaalde verplichtingen hadden.
– Dus dit zou betekenen dat je bij communicatie kunt denken aan wederzijdse rechten en plichten. En dit zeg je op grond van woordstudies en etymologie? Terwijl je zelf al eerder hebt aangegeven dat je daar toch niet ver mee komt als je de huidige betekenis van een woord wilt beschrijven?
– Hoe zie jij het dan? Heb jij nog andere associaties?
– Ja. Ik denk bijvoorbeeld aan communicerende vaten. Dus dat in buisjes met water die met elkaar verbonden zijn, het water op hetzelfde peil staat, dat een oorspronkelijk hoogteverschil in vloeistofpeil geëgaliseerd wordt. Maar als dat waterpeil gelijk staat, wat valt er dan nog te communiceren?
– Nou, misschien is er dan al gecommuniceerd. Misschien betekent communiceren wel: ‘verschillen opheffen’, zoals in gemeenschappelijk bezit in een commune.
– Het wordt steeds raadselachtiger.
– En dan te bedenken dat we in een eerder gesprek al hebben gezien dat het onmogelijk is om in het bijzijn van een ander niet te communiceren, net als die communicerende buisjes die het water niet op verschillende hoogte kunnen vasthouden. Vandaar die vaststelling: je kunt niet niet communiceren.
– Moeten we dan maar leren leven met de ongrijpbaarheid van communicatie?
– Toch kunnen we erover spreken, zij het alleen in beelden. Bijvoorbeeld communicatie als een ondergronds netwerk van voedzame schimmeldraden voor paddenstoelen, of het beeld van een ‘wood wide web’ waarmee bomen schijnen te communiceren of …
– Nee, geen nieuwe beelden meer. Als je nog een uitspraak hebt uit een roman, en dan echt over taal, dan moeten we daarmee maar onze onwetendheid bevestigen.
– Dan kies ik een citaat waarin de beperktheid van taal wordt benadrukt, maar wel ook het vermoeden van een dieper begrip wordt verwoord – communicatie? Het is afkomstig uit de roman School aan de grens van de Hongaarse auteur Géza Ottlik:
Zonder er veel over nagedacht te hebben had hij er altijd op vertrouwd dat de mensen door een veel dieper en geheimzinniger begrip werden verbonden dan wat woorden en daden konden bewerkstelligen. Hoe weinig die kunnen overbrengen.
Géza Ottlik, School aan de grens, 2003:266
– Zullen we dan in onze laatste twee gesprekken eens kijken hoe die communicatie vorm krijgt in taal? Dat moet toch zijn in gesprekken als deze. En hoe zit het dan met een debat, een discussie of een dialoog? Verder had je me beloofd om nog een laatste keer terug te komen op de Toren van Babel en de taalverwarring.
Deze serie verschijnt op maandag, donderdag en zaterdag in de zomermaanden. Commentaar is uiteraard bijzonder welkom. Reacties worden verwerkt in een mogelijk vervolg op deze serie.
R. Kruzdlo zegt
Hoe leer je begrijpen¿
19 november 1957
Beste meneer Germain,
Ik heb het lawaai om me heen van al deze dagen wat laten verstommen alvorens vanuit de grond van mijn hart het woord tot u te richten. De veel te grote eer die mij is bewezen, heb ik niet gezocht en niet gevraagd. Maar toen ik het nieuws vernam was u, na mijn moeder, de eerste aan wie ik dacht. Zonder u, zonder de liefdevolle hand die u heeft uitgestoken naar het arme jongetje dat ik was, zonder uw lessen en uw voorbeeld zou niets van dat alles zijn gebeurd. Ik overschat dit soort eerbetoon niet. Maar het is op zijn minst een gelegenheid om u te vertellen wat u voor mij heeft betekend en nog altijd voor mij betekent, en om u te verzekeren dat uw inspanningen, uw werk en het grootmoedige hart dat u erin legde, blijven voortleven in een van uw scholiertjes die, ondanks zijn leeftijd, voortdurend nog uw dankbare leerling is. Mijn allerdierbaarste groeten.
Albert Camus