Een schone ende miraculeuse historie vanden Ridder metter Swane
Kritische editie bezorgd door Willem Kuiper en Inge Van Outryve,
met hulp van Dirk Geirnaert bij de refreinen.
Bij wijze van inleiding
In 1499 voltooide Pierre Desrey een kloek boek dat hij als titel meegaf: La genealogie avecques les gestes et nobles faitz darmes du trespreux et renomme prince Godeffroy de Boulion et de ses chevalereux freres Baudouin et Eustace, yssus et descendus de la tresnoble et illustre lignee du vertueux Chevalier au Cyne. In de proloog draagt hij het op aan de Franse koning Loys (Louis) XII, naar ik vermoed om een militant voorbeeld aan deze iconische held te nemen. Het boek is niet in handschrift bewaard gebleven (wat erop zou kunnen wijzen dat het niet opgenomen werd in zijn Bibliothèque Royale), enkel in druk, de oudste die van Le petit Laurens, (ISTC) Parijs 1500 (ONB).
De Genealogie is een compilatie van meerdere teksten, literaire en historiografische, (Arlima) met als hoofdpersoon Godfried van Bouillon, de veroveraar en eerste koning van Jeruzalem tijdens de Eerste Kruistocht (1096-1099). Het boek begint met een proza-bewerking van chansons de geste, waarin een link gelegd werd tussen de legende van de Zwaanridder en Helias, de legendarische grootvader van Godfried van Bouillon.
De Genealogie had succes (USTC). Ook buiten Frankrijk was er belangstelling. De legendarische voorgeschiedenis werd in het Engels vertaald door Robert Copland en gedrukt door Wynkyn de Worde, Londen 1512. (Rosenwald Collection) Ook verscheen er een Nederlandse vertaling van hetzelfde begin (maar met een afwijkende indeling in hoofdstukken), gedrukt te Antwerpen door Jan van Doesborch, waarvan dit fragment, een gehavend quarto vel (UB Gent), alles is wat ervan overbleef.
Opvallend aan de Nederlandse bewerking is dat de onbekende vertaler het vage “L’isle fort” (het sterke eiland), het koninkrijk van de ouders van Helias, de held van het verhaal, identificeerde als Lille (Rijssel) in Frans Vlaanderen. Daarmee bracht hij met opzet het verhaal dichter bij zijn geïntendeerd publiek als ware het lokale geschiedenis. Bovendien werd de tekst rhetoricaal opgehoogd door elf monologen in de eerste 20 (van de in totaal 32) capittels te vertalen in de vorm van rederijkers refreinen. Heb op basis van het woordgebruik zo mijn twijfels of de dichter van de refreinen dezelfde was als de vertaler van het proza.
Omdat het fragment dat aan Jan van Doesborch toegeschreven wordt, moeilijk dateerbaar is, hebben onderzoekers zich verdiept in de driehoeksverhouding Frans-Engels-Nederlands. Hierover leze men: Elisabeth de Bruijn, Reculer pour mieux sauter: de bronnenproblematiek en de literaire eigenheid van de Middelnederlandse Helias, waarin de geschiedenis van het onderzoek en de argumenten van eerdere onderzoekers als Werner Floegel en Piet Franssen goed aan bod komen.
Zelf heb ik nog geen standpunt in deze kwestie ingenomen, maar wel wil ik hier alvast kwijt dat het mijns inziens twijfelachtig is dat dit fragment-Doesborch een vel uit de eerste druk was. Het fragment bevat een aantal curieuze fouten die ik niet verwacht in een eerste druk van Jan van Doesborch, die doorgaans veel aandacht en zorg aan zijn drukwerk besteedde. Ik houd het voor heel wel mogelijk dat dit quarto vel deel uitmaakte van een haastige herdruk. Als mijn vermoeden juist is dan staat de chronologie op losse schroeven. Dan zou het heel goed kunnen dat de eerste druk van Jan van Doesborch vooraf ging aan de vertaling / druk van Copland / Wynkyn de Worde. Misschien kan een woord-voor-woord vergelijking van Doesborch en Wynkyn de Worde met de Franse brontekst ons (iets) dichter bij de oplossing brengen. Daarover later meer.
Dat alle exemplaren van deze Doesborch-druk(ken) op één quarto vel na van de aardbodem verdwenen, kan het gevolg zijn van bewuste vernietiging. De druk van Doesborch was een boek voor ‘volwassenen’. Zijn vertaler doet niet moeilijk over de bestialiteit, waarvan koningin Beatris beschuldigd wordt en vertaalt zijn Franse bron woordelijk. Maar in de tweede helft van de 16e en in de vroege 17e eeuw veranderen de fatsoensnormen en waarden sterk en zien wij dat middeleeuwse teksten en afbeeldingen gekuist of erger nog verminkt en vernietigd worden door rechtgelovige censors en lezers. De Index librorum prohibitorum dateert van 1559 en beperkte zich niet tot theologische werken.
De approbatie van 1547 door meester Willem uit Brussel liet de tekst praktisch ongemoeid. Deze redactie vond vermoedelijk via Rotterdam, waarheen Antwerpse drukkers als Jan van Ghelen en Jan van Waesberge met hun bedrijf vluchtten, zijn weg naar de Noordelijke Nederlanden, waar zij enigszins bekort maar in beginsel ongewijzigd herdrukt werd tot in de vroege 19e eeuw. Welke drukker dat als eerste deed, is onbekend. Er is geen oudere druk bekend dan die uit 1631 voor Cornelis Dirckszoon Cool, boekhandelaar te Amsterdam.
In de Zuidelijke Nederlanden werd de tekst in 1610 opnieuw geapprobeerd, ditmaal door Maximiliaen van Eynatten, een bekende Antwerpse censor, die wij ook kennen als de castrator van Valentijn ende Oursson. Deze gemutileerde versie bleef bewaard als de Zuid-Nederlandse redactie. Maximiliaen verwijderde alles wat met seksualiteit en goddelijk ingrijpen te maken had, maar waar dat niet het geval was, greep hij niet in. Zodoende bevat de druk van Arnaut van Brakel, Antwerpen 1647, de oudste overgeleverde vertegenwoordiger van de gekuiste Zuid-Nederlandse redactie soms meer tekst dan de ongekuiste, maar hier en daar licht bekorte Noord-Nederlandse redactie.
Om een zo goed mogelijk beeld van de oorspronkelijke Nederlandse vertaling te krijgen moet men daarom alle redacties naast elkaar lezen in combinatie met de Franse brontekst.
Omdat zo’n synoptische editie bij veel lezers wat zwaar op de maag zou liggen is besloten om dit keer twee edities tegelijk te publiceren: 1) een synoptische studie-editie voor filologen (in de dop), en 2) een enkelvoudige lees-editie voor belangstellenden. In de studie-editie worden alle tekstkritische ingrepen in de tekst verantwoord. In de lees-editie vindt men woordverklaring en hier en daar wat commentaar om het verhaal begrijpelijk(er) te maken.
Wij wensen u veel leesplezier,
De editeurs
❦ ❦
❦
Arent de Haas zegt
Wanneer en waar wordt dit gepubliceerd?
Willem Kuiper zegt
In dit tijdschrift, om de dag om 13:00.