Op het eerste gezicht denk je: een bibliografie van A.F. Th. van der Heijden? Op papier? Een boek met een harde kaft en honderden pagina’s opsomming, niet alleen van alle boeken, maar ook van ieder fragment dat in een verzamelbundel of tijdschrift verschenen is, van ieder interview en zelfs van een groot deel van de besprekingen en literatuur óver Van der Heijden? Ik begrijp dat mensen het graag willen hebben, maar wie wil het in zijn boekenkast in plaats van op een beeldscherm?
Maar Mijlpalen en millimeterwerk van Jan Brands past bij nadere beschouwing heel goed bij het werk van A.F.Th. van der Heijden, die misschien wel de meest lichamelijke, de meest materiële auteur is in de Nederlandse letteren. Er zijn geen schrijvers waarin het lichamelijke en alle lichamelijke functies in zo veel detail worden onderzocht:, van het smerige tot het mooie, van de roes tot de versuffing, van de bloei tot het verval, van de walging tot de zucht om alles in te nemen. De personages van Van der Heijden denken altijd, maar nooit in het abstracte, altijd concreet, in een echte wereld.
Op papier
Het filosofische begrip ‘embodied cognition’ werd gemunt toen er al vele delen van De tandeloze tijd verschenen waren: het idee dat al ons denken uiteindelijk geworteld is in ons lichaam. Ik geloof niet dat iemand al op het idee is gekomen om Van der Heijdens werk in het licht van dat begrip te analyseren, het lijkt mij een vruchtbare invalshoek.
Het schrijven zelf heeft voor Van der Heijden ook een duidelijke materiële component. Er zijn geloof ik wel andere schrijvers die nog aantekeningen maken met de hand, maar ik weet niet zeker of er anderen zijn voor wie bij het héle schrijfproces er nooit een tekstverwerker in beeld komt. In Mijlpalen vertelt Van der Heijden aan Brands dat de digitalisering van het werk wordt gedaan door een tekstverwerkingsbedrijfje, dat hem vervolgens een uitdraai stuurt voor correctie. In dit opzicht leeft Van der Heijden echt in een andere taalwereld dan de meeste van zijn lezers– al lees je alleen maar af en toe je e-mail dan nog is het minder vanzelfsprekend voor je dat taal een materiële vorm krijgt op papier.
Onopgemaakt bed
Bekend zijn de vele verhalen over dat materiële schrijven: het ‘Eerste Boek’ op een grote rol papier, al het andere werken met veel letterlijk knippen en plakken. De grote schrijftafels, de ordners. In één hoofdstuk maakt Brands een tour met de schrijver door diens huis, in een tocht die een inkijkje moet geven in de romans die nog moeten komen, of waaraan A.F.Th. in ieder geval op dit moment werkt. Zelfs de slaapkamer wordt bekeken, met het onopgemaakte bed, waar aantekeningen zijn gemaakt voor nóg een nieuwe roman, ooit.
Deze week werd bekend dat het Van der Heijden Huis in EIndhoven er toch niet komt. Het is echter duidelijk dat geen levende schrijver zo zeer een museum verdient, nee behoeft, een materiële plek voor zijn materiële werk. In het ideale geval wordt dat ooit zijn woonhuis, met alle ordners, schrijftafels én het onopgemaakte bed. Misschien kun je het oeuvre pas echt goed begrijpen als je daar eindeloos mag grasduinen, met alle onafgewerkte aanzetten, de veel langere versies van romans die in gedrukte versie slechts 800 pagina’s besloegen en wat verder al niet.
Harde kaften
Doordat er ook stukjes uit brieven zijn afgedrukt in Mijlpalen – brieven die Van der Heijden de afgelopen decennia aan Jan Brands schreef – naast de stortvloed aan bibliografische informatie en het verslag van de tocht door het huis, kom je te weten dat de schrijver zich vaak misplaatst voelt in zijn tijd. In de vele jaren dat hij aan Movo werkte, bemoeide hij zich nauwelijks met de boekenmarkt, zegt hij, en toen zijn boek verscheen, merkte hij dat er nog maar weinig van lezers kon worden verwacht. Die waren zich inmiddels op de ‘literaire thriller’ gaan storten.
Maar zolang de schrijver nog in zijn eigen lichaam past, past hij natuurlijk ook in de tijd. En zolang hij in de tijd past, verdient hij tastbare monumentjes – zoals dikke boeken in harde kaften waarin de lijflijke aanwezigheid van al die boeken wordt gevierd.
Jan Brands. Mijlpalen en millimeterwerk. Biografie van een oeuvre. Amsterdam: Querido, 2021. Bestelinformatie.
Laat een reactie achter