• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

De roman van Walewein

7 januari 2022 door Marc van Oostendorp 2 Reacties

Geschiedenis van het Nederlands in 100 literaire werken (9)

Een van de Middelnederlandse verhalen over koning Arthur de Roman van Walewein, of  Walewein en het schaakbord (rond 1250), kun je lezen als een door en door ironisch boek, voor een publiek dat nu niet per se alles geloofde dat het voorgeschoteld kreeg. Allerlei volkomen ongeloofwaardige avonturen maakt ridder Walewein mee, maar ondertussen doet de schrijver – althans een van de twee – alsof hij het allemaal baseert op bronnenonderzoek. Dat is een techniek die tot op de dag van vandaag bleef bestaan: de evidente fictie die zich voordoet als non-fictie. In het onderstaande fragment blijkt dat ook uit het feit dat de dichter beweert bepaalde dingen niet zo zeker te weten over het verdere verloop van zijn verhaal.

Bij nauwkeurige lezing blijkt bovendien dat de roman – mogelijk met opzet – niet helemaal voldoet aan de traditionele eisen aan de Arthurroman, maar ook elementen bevat van een spannend avonturenverhaal. Door verschillende genres met elkaar te mengen, maakte de schrijver een wereld van taal waarin alles mogelijk is en alles ook gebeurt.

Helemaal aan het eind van zijn verhaal doet de dichter ook nog uit de doeken hoe het werk tot stand is gekomen: een zekere Penninc heeft het belangrijkste deel gemaakt, en later voegde Pieter Vostaert daar nog iets aan toe. Dat laat weer iets zien over hoe schrijvers met verhalen omgingen – een goed verhaal hoefde niet per se één auteur te hebben. Tegelijkertijd was auteurschap in dit geval kennelijk belangrijk genoeg om de namen van beide dichters expliciet te noemen.

Tekstvoorbeeld

Men vint oec ghescreven in brieve
Dat Walewein voer met sinen lieve
Te lande wart daer men hem dede
Ere ende grote werdichede.
Niet wel en wetic die waerhede hier
Oft hise trouwede die ridder fier;
Maer ic wille laten dese saken
Liden ende een ende maken.
Penninc, die dichte desen bouc
– So wiet hort, mine rouc-
Hine was niet wel bedocht
Hine hadde [die] jeeste ten ende brocht.
Pieter Vostaert maketse vort
So hi best mochte na die wort
Die hi van Penninge vant bescreven:
Het dochtem scade, waert achter bleven
Die jeeste (…)

(vs. 11165-11181)

Hertaling

Men vindt geschreven in documenten
dat Walewein met zijn geliefde
naar haar land voer waar men hem
grote eer beweest en waardig behandelde. 
Ik weet niet zeker
of die dappere ridder nu met haar trouwde
maar ik wil deze zaken
laten lopen en tot een einde komen.
Penninc, die dit boek heeft gedicht
– het kan me niet schelen wie het hoort –
het was geen goed idee van hem om
het verhaal niet ten einde te brengen
Pieter Vostaert maakte het af
zo goed als hij kon achter de tekst
die hij door Penninc geschreven vond.
Het leek hem jammer als het verhaal
niet af was gemaakt.

Over de taal

De eerste regel van dit citaat herinnert ons aan de opmerkelijke wederwaardigheden van het woord brief. Het kan in deze tekst ook al de huidige betekenis hebben, maar dat is wel een heel eigenaardige bron voor de dichter. In plaats daarvan wordt hier waarschijnlijk verwezen naar documentatie – in letterlijk, korte (brief) documenten (Frank Willaert wijst me erop dat het woord zelfs ‘boek’ kon betekenen). De dichter doet zich hier dus voor als een historicus die niet precies weet wat hij met zijn bronnen aanmoet of die te maken heeft met onvolledige bronnen. Maar meteen daarna, in één adem door, biecht hij op dat hij het verhaal heeft afgemaakt na een door een zekere Penninc niet voltooid fragment.

Dus misschien zijn die documenten wel in diens nalatenschap aangetroffen. Het staat allemaal in functie van dat ingewikkelde ironische spel van vertelplezier, je kunt je bijna niet onttrekken aan de indruk dat Pieter in ieder geval het huwelijk expres in het midden heeft gelaten.

Een andere historische aardigheid vind ik het woord liden. Laten lijden betekent nog steeds ongeveer laten lopen, maar het zou nu misschien wat te informeel zijn voor een verhaal als de Walewein: een bewijs dat taal niet altijd alleen maar plechtstatiger wordt met het verstrijken van de tijd.

Het tussenzinnetje So wiet hort, mine is in het verleden wel gelezen als So wiet hort nime rouc en door het omdraaien van die m en n wordt de betekenis ineens heel anders, in letterlijke zin bijna het omgekeerd: Laat wie dit hoort hier goed acht op slaan. Dit is natuurlijk geen ironie, maar alleen een verschrijving. En tegelijkertijd denk ik dat Pieter Vostaert ermee in zijn sas zou zijn geweest.

Verder lezen

Literatuurgeschiedenis heeft een goed artikel over Walewein, met verwijzingen naar onder meer een video en een podcastaflevering. De DBNL heeft een editie uit 1957. Jan Uyttendaele maakte lesmateriaal voor leerlingen in het middelbaar onderwijs.

Met dank aan Willem Kuiper en Frank Willaert

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: Geschiedenis van het Nederlands in 100 literaire werken, Walewein

Lees Interacties

Reacties

  1. Jan Uyttendaele zegt

    8 januari 2022 om 13:53

    Heel interessant, Marc. Mag ik er de aandacht op vestigen dat ik geprobeerd heb om de verschillende soorten ironie die in dit werk aan bod komen duidelijk te maken aan leerlingen van het secundair/voortgezet onderwijs in de vragen en opdrachten van mijn leermiddel over de Walewein? Zie: https://www.klascement.net/downloadbaar-lesmateriaal/118063/walewein-en-het-zwevende-schaakbord-vragen-en-opdrachten/

    Beantwoorden
    • Marc van Oostendorp zegt

      8 januari 2022 om 18:09

      Wat mooi! Ik neem de link ook onder ‘Verder lezen’.

      Beantwoorden

Laat een reactie achter bij Jan UyttendaeleReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

2 januari 2026: Vlekflits

2 januari 2026: Vlekflits

5 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d