Achter het achtervoegsel 13
Kleed ik mezelf modieus? Niet echt. Als mijn kleding schoon is, geen ongewenste scheuren vertoont en comfortabel zit, ben ik meer dan tevreden. Voor mode heb ik niet zoveel belangstelling, maar voor damesondermode des te meer. Begrijp me niet verkeerd. Mijn belangstelling hiervoor is louter taalkundig van aard. Nergens vind je zoveel ette-woorden als bij de bustehouder. Deze aflevering van Achter het achtervoegsel staat daarom geheel in het teken van wat vroeger ook wel borstdrager werd genoemd.
Geschiedenis van de bh
In 1979 vierden onze oosterburen dat de Duitse corsetmaker Wilhelm Meyer-Ilscher in 1904 een “borststeun zonder onderstuk” construeerde. Maar was dit kledingstuk wel de eerste beha? In het artikel ‘Beha viert tachtigjarig jubileum’ plaatst De Telegraaf van 3 januari 1980 daar vraagtekens bij. Omstreeks de eeuwwisseling waren er in verschillende landen gezondheidsbewegingen actief om kleding te ontwikkelen die het lichaam meer vrijheid moest geven. Zo staat in het decembernummer van de eerste jaargang van het Maandblad der Vereeniging voor Verbetering van Vrouwenkleeding uit 1899 al een “borstdrager” afgebeeld. Enkele jaren voor de uitvinding van Meyer-Ilscher dus! Het zou dus kunnen zijn dat de bustehouder een Nederlandse uitvinding is!
BH-namen
Veruit de belangrijkste bron voor lingerie-liefhebbende linguïsten zijn de advertenties uit het krantenarchief van Delpher. Ik startte mijn speurtocht met de zoekopdracht “bustehouder PROX *ette”. Hiermee zoek je gelijktijdig naar het woord bustehouder én naar een ander woord dat eindigt op ette. Bovendien mogen deze woorden – hiervoor zorgt het woord PROX – maximaal 10 woorden van elkaar verwijderd zijn. Daarna heb ik in deze zoekopdracht het woord bustehouder vervangen door respectievelijk de woorden beha, bh en bra. Het stelde mij in staat aan de hand van het suffix -ette een korte geschiedenis van dit kledingstuk te geven.
Ondermode blijkt net zo gevoelig te zijn voor veranderingen als gewone mode. Beha’s zijn beslist niet alleen puur functionele kledingstukken. Eind jaren dertig schijnen vrouwen er niet op uit te zijn om de rondingen van hun borsten te accentueren, maar is de trend om de buste juist puntig uit te laten komen. Daarvoor introduceert de Amerikaanse firma Maiden Form Brassiers Co. in 1938 de Chansonette, speciaal “voor de nieuwe puntige ronding”. In De Locomotief van 13 september 1939 probeert het bedrijf deze beha met de volgende tekst aan de vrouw te brengen:
“De mode verlangt een puntige ronding der buste en met de bekende genialiteit van Maiden Form werd de “Chansonette” ontworpen, een bustehouder die een prachtige, uitgesproken scheidings- en opwaartsche lijn aan Uw figuur geeft.”
Ook in de Amigoe di Curacao van 4 augustus 1952 wordt het vormende karakter van deze “stevige bustehouder” benadrukt:
“Uw lijnen worden op schone wijze geaccentueerd en gratie wordt toegevoegd aan Uw figuur. Chansonette geeft U stevigheid en elegantie.”
Hoe de Chansonette dat weet te bewerkstelligen lezen we in de Java-bode van 9 april 1954: het zijn de cirkelvormige bestiksels en de spaakvormige middenstukjes die de fraaie lijnen benadrukken.
De Chansonette was een groot succes, als we de reclamemakers mogen geloven. Miljoenen vrouwen schitteren al in deze bustehouder (Amigoe di Curacao, 22 maart 1954) en in de Amigoe di Curacao van 18 november 1957 wordt “de wereldberoemde chansonette” aangeprezen als een perfecte aanvulling op het Friskee corset. Een advertentie Tubantia van 14 april 1970 noemt de Chansonette zelfs het “onderwonder van Maidenform”!
Het bedrijf Maidenform bracht ook nog een andere ‘ette-bustehouder’ op de markt: de allo-ette. Met de aanschaf hiervan kan een vrouw het figuur krijgen waarvan ze droomt. Uit de Amigoe di Curacao van 20 augustus 1951:
“Werkelijk schone lijnen… prachtige opheffing…… accentueert Uw figuur excellent – deze fraaie Maidenform Allo-ette bustehouder!”
De opbouw van de advertenties voor deze beha vertoont grote overeenkomsten met die voor de Chansonette. Blikvanger is steeds een bevallig getekende, schaars geklede dame. Alle aandacht gaat uit naar haar geprononceerd in beeld gebrachte bustehouder. Boven de afbeelding staat in één zin vervat waar zij van droomt. Ik heb daarbij een paar varianten aangetroffen. Om eerlijk te zijn, ik vind het merkwaardige fantasieën:
- “Ik droomde, dat ik in een tram reed met mijn Maidenform, Allo-ette bustehouder” (Amigoe de Curaçao, 14 november 1953).
- “Ik droomde dat ik de speelbank te Monte Carlo liet springen in mijn maidenform Chansonette bustehouder” (Amigoe di Curacao, 8 februari 1954)
Naast de chansonette en de allo-ette heeft Maidenform ook de Maidenette ontwikkeld. De naam is zonder enige twijfel geïnspireerd op de naam van de fabrikant. Een advertentie in de Indische Courant van 9 juni 1938 omschrijft de Maidenette als een bustehouder “met lang maagstuk” is. Later verschijnt er van dit model ook een versie zonder schouderbandjes: de Maidenette Strapless (Het Nieuws, 11 mei 1950).
Gelet op de grote hoeveelheid advertenties kranten zijn beha’s van Maidenform lange tijd toonaangevend in Nederland (en in de overzeese gebiedsdelen). Maar omdat de markt voor damesonderkleding groot genoeg was, bleef er voldoende ruimte over voor andere spelers, zoals Vassarette. Dit bedrijf vindt zijn oorsprong in de Vassar-Swiss Underwear Company of Chicago, dat aanvankelijk zowel herenkostuums als damesonderkleding produceerde.
In de Deli Courant van 16 september 1936 wordt Vassarette aangeprezen als “het nieuwe figuurvormend kleedingstuk” – het gaat hier dus nog niet over beha’s. Amerikaanse vrouwen zijn er opgetogen over en dat is niet zo vreemd: deze corsetten, corseletten en step-ins zijn niet alleen rekbaar, ze bieden ook steun en weerstand waardoor zij bij gebruik “een ONBERISPELIJKE LIJN” garanderen (Deli Courant, 12 december 1936). En als dat potentiële kopers nog niet overtuigd heeft, zal de prachtige chiastische reclamespreuk hen zeker over de streep trekken:
“U moet er echter aan denken, dat niet iedere Vassarette geschikt is voor ieder figuur, doch wel is er voor ieder figuur een Vassarette.”
Deze advertenties zijn alleen te vinden in kranten uit Nederlands-Indië. In Nederland zelf wordt er vóór de Tweede Wereldoorlog geen reclame gemaakt voor deze producten. Pas aan het eind van de jaren vijftig komen we die voor het eerst in een Nederlandse krant tegen. In het Parool van 13 maart 1958 prijst de Bijenkorf beha’s en step-ins aan van Hollywood Vassarette. En passant laat de adverteerder weten dat onder die naam de fabrikanten “Hollywood Maxwell” en “V-ette Vassarette” voortaan samenwerken.
In Nederland heeft V-ette niet echt voet aan de grond gekregen. Is het eigenlijk wel een zelfstandig merk? Of is het een verkorting van Vassarette? Het is lastig een antwoord daarop te krijgen. Behalve in de bovengenoemde advertentie ben ik de naam alleen tegen gekomen in een andere, twee jaar oudere advertentie van de Bijenkorf, die op 24 maart 1956 tegelijkertijd in het Parool, de Telegraaf en het Algemeen Handelsblad verscheen:
“V-Wire Bra V-ette Whirlpool in nylon marquisette – voor uw uitgaansjapon”
Stoffen
Beha’s werden (en worden) gemaakt van verschillende stoffen. Belangrijk daarbij is dat het materiaal de juiste ondersteuning biedt, soepel meebeweegt en prettig aanvoelt. Bij de niet louter functionele bh’s speelt zeker ook het esthetische aspect een rol bij de materiaalkeuze. Denk aan tule of kant.
Maar dit is niet de plaats om een lange verhandeling te houden over alle stoffen die door de jaren gebruikt zijn bij de fabricage van bustehouders. Voor één categorie maak ik uiteraard graag een uitzondering: de stofnamen die uitgaan op -ette. In een eerdere aflevering van Achter het Achtervoegsel heeft medeoprichter van het Genootschap ter bevordering van het gebruik van het suffix -ette – Cefas van Rossem – al uitgebreid stilgestaan bij (vooral) benamingen voor bontimitaties. Voor de vervaardiging van beha’s zijn die vanzelfsprekend niet zo in trek geweest.
Welke stofnamen op -ette komen we dan wel tegen bij damesonderkleding? In elk geval marquisette, dat we in de vorige paragraaf al zijn tegengekomen. Het is een lichtgewicht, transparant weefsel dat zowel met natuurlijke (katoen, zijde) als met synthetische (polyester, nylon) garens kan worden gemaakt. Dankzij deze eigenschappen was en is het materiaal in trek bij fabrikanten van zowel ondermode als bij vitragemakers.
Strikt genomen is porisette (zie foto) geen stofnaam maar een merk beha van het bedrijf Felina. Dat ik het woord op deze plaats toch noem, heeft te maken met de etymologie ervan. De porisette is namelijk een beha gemaakt van porilon, een stevig elastieken perlon vlechtwerk dat is ontwikkeld door het Duitse bedrijf Felina. Porilon heeft geweldige eigenschappen vergeleken met ander materiaal waarvan beha-cups worden gemaakt:
“Porilon geeft een fraaie vorm. Het is niet warm in het dragen, integendeel heerlijk luchtig. U voelt het nauwelijks! Het is direkt droog na het wassen.” (Het Vrije Volk, 22 september 1958)
Tot slot
Het is geen toeval dat juist bij benamingen voor bustehouders het achtervoegsel -ette zo populair is geweest. Geen enkel ander in het Nederlands gebruikt suffix drukt zo goed het verfijnde – misschien nog beter het geraffineerde – karakter van deze damesonderkleding uit. Het overvloedige materiaal deed mij ertoe besluiten nog een aflevering van Achter het achtervoegsel te wijden aan het suffix -ette en damesonderkleding. Daarin zullen Nederlandse fabrikanten van bustehouders, corsetten en andere types van ‘foundation’ centraal staan.
René Appel zegt
wat een leuk stuk!
Kathinka Stel zegt
Volgende keer ook de balconette!
Agnes Engbersen zegt
En de slippette!
Zie een bericht in de Collinwood Spotlight van 6 oktober 1939:
Besides saving money, the girls in Miss Agnes Macauley’s third and fourth period 8A class can be proud to say they have made their own Slips. Slippette, a fine, cotton material and broadcloth are used, and the garments cost only 30 cents to 40 cents.