Hoe noem je in het Nederlands een nieuw woord? Het antwoord dat iedere taalgebruiker kent, is natuurlijk ‘nieuw woord’. Dat is kort en kraakhelder. Waarom gebruiken veel mensen dan toch ‘neologisme’? We blijken het te hebben geleend uit het Frans, waar het van oorsprong bedoeld was om nieuwspraak (‘néologie’) tegen te gaan. Het ‘isme’ is het afkeurende achtervoegsel van ‘germanisme’. De Van Dale van 1898 geeft het volgende nog als hoofdbetekenis:
een kwalijk gevormd woord, eene onjuiste nieuwe zegswijze; zucht om nieuwe woorden te smeden en te gebruiken.
Het tij is gelukkig gekeerd. Ton den Boon, de huidige hoofdredacteur van het woordenboek, is een zeer actieve verzamelaar en onderzoeker van nieuwe woorden. Hij is wat zijn eigen vijftiende editie beschrijft onder het lemma ‘neologist’. Volg zijn weblog taalbank.nl.
Het laatste kootisme
Hier moest ik aan denken toen ik De tachtigjarige vrede opensloeg, het laatste boek van Kees van Kooten. Heel weinig mensen slagen erin om een nieuw woord te verzinnen dat in het woordenboek wordt opgenomen. Van Kooten lukte dat samen met Wim de Bie minstens vier keer. Hun muntsels regelneef en doemdenken zijn volkomen ingeburgerd en zullen zeker nog lang blijven bestaan. Het duo probeerde allerlei soorten taalontsporingen uit. ‘Zucht om nieuwe woorden te smeden’ is nog zacht uitgedrukt. Keek is hun nieuwe woord voor ‘terugblik’. Die niet bestaande verleden tijd van het zelfstandig naamwoord kijk is tegelijk een palindroom, waardoor de terugblik ook grafisch verbeeld wordt.
Het woordenportfolio van Van Kooten is uitgebreid. Andere bekende vondsten zijn natuurleuk, krommunicatie, bescheurkalender, euthanasie bedrijven en modermisme. Ze worden met een anglicisme wel kootismen genoemd (NRC Handelsblad). De nu inderdaad tachtigjarige schrijver heeft in een interview gezegd dat hij nu zijn laatste boek heeft uitgebracht. Als dat klopt, is ‘tachtigjarige vrede’ het laatste kootisme.
Het type ‘struikelhul’
Van Kootens meest typische woordcreaties zijn neven van doemdenken: tergkneuk, ziekzeik, droefdweep, saamsmeek, woordguls, teloorhuiver, sluwpret, schaamdemp. De beste uit dit genre is wat mij betreft struikelhul, de term voor het maskeren van een miskleun door te doen of het opzet was. Het is een sublieme vondst: de klankherhaling bij de laatste twee lettergrepen zorgt ervoor dat ook je tong struikelt. Zoals hij bij het uitspreken van pingpong als een balletje heen en weer schiet. Johan Hendrik van Dale zal dat denk ik eveneens zeer kwalijk hebben gevonden.
Onmiskenbaar hebben de kootismen van het type ‘struikelhul’ ook iets ouderwets. Het zijn zowel neologismen als archaïsmen! Dat komt deels door de woordkeuze: ‘tergen’, ‘droevig’ en ‘verkneukelen’ hoor je niet zo veel meer. De manier waarop de woorden gevormd zijn, speelt ook mee. Ik probeer te reconstrueren hoe Van Kooten ze kan hebben bedacht.
Zelf een kootisme bedenken
Alle woorden uit het rijtje tergkneuk-schaamdemp hebben te maken met psychologie. Ze passen binnen de grotere familie waarvan ook woorden als vliegangst, koudwatervrees, lentekriebels, klimaatdrammer, snuifschaamte en sjoemelsoftware leden zijn. Je kunt hier kennelijk goed mee scoren. Al in 1908 zette Sigmund Freud de psychoanalyse op de kaart met het zwarte schaap van deze familie: penisnijd. Van Kootens woorden wijken iets af. Ze hebben zowel een linker- als rechterdeel dat naar iets menselijks verwijst. Die rechterdelen zijn geen bestaande woorden, maar hier wel herkenbaar op gebaseerd: verkneukelen, dwepen, gulzig, verhullen. etc. En nu komt de stijltruc. Vaak kun je van een werkwoord of bijvoeglijk naamwoord het bijpassende zelfstandig naamwoord vinden, door voor- en achtervoegsels weg te knippen. Dat wordt meen ik ‘affixextractie’ genoemd. Bij lachen vind je lach’ en bij verzaken vind je zaak. Maar dit lukt niet altijd. Sommige woorden hebben geen bijpassend zelfstandig naamwoord of dit is in onbruik gebruikt. Juist met dat soort woorden heeft Van Kooten affixextractie bedreven. De resultaten lijken niet alleen op antieke woorden, ze zijn het vaak ook echt. Gulzig komt volgens de Etymologiebank waarschijnlijk van guls en hul is een klederdrachtmutsje.
De doemdenkmethode
Het is op zich niet heel moeilijk om dit soort woorden te bedenken. Maar echt goede zijn zeldzaam en het woordenboek ermee halen lijkt onmogelijk. Probeer het, ze moeten ook gemakkelijk met de computer te genereren zijn. Je kunt kootismen overigens ook met een botte bijl vormen. Je neemt een zinnetje dat verwoordt wat je wilt zeggen. Bijvoorbeeld: ‘denken allemaal naar de verdoemenis te gaan’. Hiervan hak je al je al het overbodige weg en eventueel verwissel je nog elementen. Dan hou je in dit geval doemdenken over. Of denkdoem.
Nieuwe editie Van Dale
Van Kooten rondt zijn creatieve loopbaan af in een tijd dat heel de wereld nieuwe woorden bedenkt. Bestuurders lanceren maatregelen ermee, activisten demonstreren ermee en twitteraars posten drie onbestaande woorden voor het ontbijt. Van Dale stimuleert het nu zelfs actief, met de jaarlijkse verkiezing van het woord van het jaar. In maart verschijnt er weer een editie van het woordenboek. Zal er een bijlage met neologismen in zijn opgenomen?
Kees van Kooten, De tachtigjarige vrede, De Bezige Bij 2021. Verkoopinformatie bij uitgever.
DirkJan Vos zegt
Leuk stuk Wouter en Kees van Kooten is een geweldige taalgoochelaar en woordkunstenaar.
In de jaren zeventig sprak en schreef Kees als medewerker van Het Simplistisch Verbond (met alpinopet en bril met zwaar, zwart montuur) een tijd zogenaamd ‘Kootiaans’ op tv en in columns in oa de Haagse Post en HUMO, dan sprak hij kijkers en lezers aan met ‘Dames en heren ook’, gebruikte die afwijkende zinsconstructies en verzon woorden als ‘schrijpend’ en ‘fijns’. De laatste staat ook in Van Dale met als bron Van Kooten en De Bie.
Een Koot(-en-Bie?)-neologisme dat ik altijd grappig vond en dat je niet noemt is ‘kneukfilm’, een film waarin geknokt en gen … uh … wordt.
In mn digitale Van Dale editie 14 vind ik met de zoekfunctie snel Akkermans, arro, bescheurkalender, Clavan, damenswensen. doemdenken, fijns. Jacobse en van Es, kwijf, regelneef en Wippenstein (dat K&B verbreid zouden hebben), maar niet duidelijk is of t ene woord nu door Van Kooten of door De Bie is bedacht, zo dacht ik dat doemdenken door Wim was verzonnen. En ik zou in Van Dale dan zeker ook nog ´Cor van der Laak´ en ´geilneef´ opnemen …
Een veel gangbaarder woord dat volgens Kees van Kooten door hem in de jaren zestig is bedacht toen ie nog voor een reclamebureau werkte en hij een wervende tekst moest schrijven voor verf en dat nog steeds in de Van Dale staat, is een woord voor een vrij matte glans: eiglans.
Van die dingen.
DirkJan Vos zegt
Ter verduidelijking, in mn Van Dale van 2005 staat bij eiglans niet meer dan ´vrij matte glans´. Het gaat dat om de specifieke glans van een gebakken ei.
Wouter van der Land zegt
@DirkJan,
Ik wist niet dat Van Dale er zoveel heeft opgenomen!
De woorden die je noemt wijzen erop dat Van Dale aan K&B een voorkeursbehandeling heeft gegeven.
‘Bescheurkalender’ is niet eens een woord dat je kunt gebruiken, behalve als aanduiding van de kalender van Van Kooten & De Bie.
Het is een boektitel.