Er zijn, 100 jaar na de eerste uitgave, twee nieuwe Nederlandse vertalingen verschenen van Wittgensteins Tractatus. Ik besprak ze de afgelopen week hier (Gijsbers) en hier (Huijzer en Sietsma), steeds in vergelijking met de oude vertaling van W.F. Hermans. Maar waar er drie boeken zijn, zijn er ook drie paarsgewijze vergelijkingen. Dus vandaag de vraag: welk van de twee nieuwe vertalingen is de beste?
Het antwoord is lastig te geven. Ik heb de indruk dat Gijsbers wat preciezer is in zijn terminologie, maar het Nederlands van Huijzer en Sietsma is natuurlijker. Neem de vertaling van 6.54:
6.54 Meine Sätze erläutern dadurch, dass sie der, welcher mich versteht, am Ende als unsinnig erkennt, wenn er durch sie – auf ihnen – über sie hinausgestiegen ist. (Er muss sozusagen die Leiter wegwerfen, nachdem er auf ihr hinaufgestiegen ist.)
Er muss diese Sätze überwinden, dann sieht er die Welt richtig.
6.54 Mijn zinnen verhelderen daardoor, dat hij die mij begrijpt ze uiteindelijk als onzinnig herkent, wanneer hij door hen – op hen – boven hen uit geklommen is. (Hij moet zogezegd de ladder wegwerpen, nadat hij erop naar boven geklommen is.)
Gijsbers
Hij moet deze zinnen overstijgen, dan ziet hij de wereld juist.
6.54 Mijn stellingen zijn hierom verhelderend: wie mij begrijpt, ziet uiteindelijk in dat ze onzinnig zijn, wanneer hij via – en op – deze stellingen boven ze uitgestegen is. (Hij moet zogezegd de ladder weggooien, nadat hij erop omhooggeklommen is.)
Huijzer en Sietsma
Hij moet deze stellingen overstijgen, dan ziet hij de wereld juist.
Op bijna alle punten waar Huijzer en Sietsma een andere keuze maken dan Gijsbers, levert dat beter Nederlands op. Verhelderen betekent bijvoorbeeld als onovergankelijk werkwoord normaliter ‘helderder worden’, maar dat is niet wat hier is bedoeld. Het kán natuurlijk ook overgankelijk worden gebruikt en dan kan het lijdend voorwerp worden weggelaten, maar die onovergankelijke betekenis dringt zich dan toch op en ‘verhelderend zijn’ is daarom een betere keuze. Zoals “wie mij begrijpt” soepeler is dan “hij die mij begrijpt”, ‘als onzinnig herkennen’ vreemder is dan ‘inzien dat ze onzinnig zijn’, wegwerpen net wat bureaucratischer is dan weggooien. (Ik vind naar boven geklommen geloof ik wel weer wat fijner dan omhooggeklommen.)
Heel opvallend is natuurlijk het verschil tussen zinnen en stellingen. Ook hier kun je zeggen dat stellingen in allerlei opzichten beter is dan zinnen. Het is vreemd om zoiets als 6.54 een ‘zin’ te noemen, want in de omgangstaal zou je zeggen dat hij bestaat uit drie zinnen. Bovendien klinkt in stelling ook nog de betekenis van ‘staand rek’ mee, en dat is in dit geval poëtisch natuurlijk heel aardig.
Ik wees er eerder op dat Gijsbers soepelder en moderner is dan Hermans, maar Huijzer en Sietsma zijn in deze dimensie duidelijk nog veel sterker. Wie de Tractatus als een poëtisch werk wil lezen – en dat is het minstens voor een deel – kan daarom beter bij Huijzer en Sietsma terecht.
Tegelijkertijd valt er ook wat voor Gijsbers te zeggen. Omdat hij veel dichter bij het Duits zit, helpt hij dat Duits – dat in alle Nederlandse vertalingen op de linkerpagina staat – beter te begrijpen. De vertaling verheldert. Bovendien is er juist tegen stellingen als vertaling van Satz ook een bezwaar, en dat is dat een belangrijk deel van de Tractatus gewijd is aan een analyse van wat een Satz eigenlijk is. En op die plaatsen vertalen Huijzer en Sietsma dat woord ook als zin. Het is geloof ik een belangrijk aspect 6.54 dat de Tractatus zelf Sätze niet alleen analyseert, maar ook gebruikt, zodat de geconstateerde beperkingen van die Sätze – ze vormen een wereld waar je niet buiten kunt treden – ook voor de Tractatus zelf gelden.
Dat lijkt me ook terecht: je zou eventueel kunnen overwegen de hele Tractatus te laten gaan over stellingen, maar dat sluit dan niet goed aan bij de traditie. Overigens zeggen Huijzer en Sietsma in hun nawoord dat zij rekening hebben gehouden met de terminologie zoals die in de Nederlandse Wittgenstein-kunde is uitgekristalliseerd; maar op dat gebied ben ik net zo’n amateur als Hermans.
Wie de Tractatus dus wil lezen als een streng opgebouwd betoog waarin ieder woord telt, kan vaak beter bij Gijsbers terecht.
De ideale vertaling van de Tractatus is er daarmee nog niet. Je zou deze misschien kunnen samenstellen als je uit deze twee vertalingen steeds de beste oplossingen kon kiezen. Vertalingen zijn stellingen. Koop ze allebei, en haal Hermans ook nog eens uit de kast.
Ludwig Wittgenstein. Tractatus. Logisch-filosofische verhandeling. Vertaald door Victor Gijsbers. Boom, 2022. Bestelinformatie bij de uitgever
Ludwig Wittgenstein. Tractatus Logico-Philosophicus. Vertaling Peter Huijzer en Jan Sietsma. Octavo, 2022. Bestelinformatie bij de uitgever..
Laat een reactie achter