Je kunt iemand snappen. Je kunt iets snappen. Maar je kunt ook iemand iets snappen:
Over deze intrigerende constructie, die behalve in het Nederlands ook in het Engels en het Duits bestaat, al wordt hij in alle drie de talen als een beetje marginaal beschouwd, gaat een nieuw artikel van Friederike Moltmann. Je vindt de constructie, zegt zij, bij twee soorten werkwoorden: bij werkwoorden van begrip (‘snappen’, ‘begrijpen’) en bij werkwoorden van geloof en vertrouwen:
- Ik snap je dat je morgen niet komt.
- Ik begrijp je dat je morgen niet komt.
- Ik geloof je dat je morgen niet komt.
- Ik vertrouw (op) je dat je morgen niet komt.
De constructies zijn dus een beetje marginaal: ik vind dit soort zinnen bijvoorbeeld beter klinken met snappen dan met begrijpen (en iemand anders vindt dat misschien omgekeerd). Onder Moltmanns Engelse voorbeelden zit ook ‘I hear you that…’, en op Twitter kun je bijvoorbeeld ook ‘Ik hoor je dat…’, maar dat hoort (net zo min als ‘Ik hoor je’ in de betekenis ‘Ik snap je’) tot mijn Nederlands.
Met een andere dan een dat-zin vind ik het sowieso niet goed klinken. Moltmann besteedt aan zulke vormen in het geheel geen aandacht, maar ze zijn op Twitter wel degelijk te vinden, zij het slechts héél sporadisch. Dit is het enige echt overtuigende voorbeeld:
Dit zijn alles bij elkaar geen zinnen waaraan in welk onderwijs dan ook veel aandacht wordt besteed. Tegelijkertijd hebben sprekers van deze talen wel intuïties over wat deze zinnen precies betekenen. Moltmann laat duidelijk zien dat ‘Ik snap je dat je dit schrijft’ iets anders betekent dan alleen maar de combinatie van ‘Ik snap je en ik snap dat je dit schrijft’.
Je kunt dat zien door de volgende twee zinnen te vergelijken:
- Ik snap je dat je dit schrijft
- Ik snap dat je dit schrijft
De eerste zin drukt uit dat ik tot mijn begrip ben gekomen uit empathie met jou, terwijl ik in de tweede zin op allerlei rationele manieren tot stand kan zijn gekomen. Als ik een hersenwetenschapper ben kan ik bijvoorbeeld de tweede zin zeggen als ik tot de conclusie ben gekomen dat je deze zin schrijft vanwege die of die ontwikkeling in je hersenen. De eerste zin kan ik dan niet zeggen.
Dat komt trouwens ook door een ander verschil: de eerste zin kan ik alleen maar zeggen als jij me het een en ander hebt duidelijk gemaakt. Nog beter is dat misschien te zien met geloven:
- Ik geloof je dat je weg wilt gaan.
- Ik geloof dat je weg wilt gaan.
Tot de tweede conclusie kan ik komen door jouw onwillekeurige gedrag. Het eerste kan ik echt alleen zeggen als jij me op de een of andere manier expliciet te verstaan hebt gegeven dat je weg wilt gaan. Het duidelijkst is dat ik het idee heb dat jij liegt terwijl je zegt “Ik wil blijven”. Ik kan dan wel zeggen “Ik geloof dat je weg wilt gaan”, maar niet “Ik geloof je dat je weg wilt gaan”.
Het is zelfs helemaal niet nodig dat ik, het onderwerp van de zin, zelf geloof wat er wordt gezegd. Mijn vrouw had onlangs smaakverlies vanwege covid. Ik had toen best allebei de volgende dingen kunnen zeggen zonder mezelf tegen te spreken:
- Ik geloof je dat koffie nergens naar smaakt
- Ik geloof niet dat koffie nergens naar smaakt
Als ik iemand geloof dat iets waar is, geloof ik dat het waar is voor die iemand, en niet per se voor mezelf. Er is geen andere manier om dit zo elegant uit te drukken. Wat een nuttige constructie.
Drabkikker zegt
Hmm, en hoe zit het met (voor mij acceptabele) constructies als Ik haat je dat je dat zegt of Ik hou van je dat je zo stuntelig bent? Daar zou je kunnen opperen dat “dat” een verkorting is van “omdat”, maar dat lijkt me vooral in het tweede geval niet goed kloppen (het stuntelige is niet de hoofdreden dat ik van je hou, maar een bijkomstigheid die ik lief aan je vind). Kan het zijn dat bij zowel deze voorbeelden als de Ik snap je dat je dat zegt-constructie “je” geen meewerkend voorwerp is maar lijdend, en er met “dat” iets wordt uitgedrukt als “wat betreft het gegeven dat”?
Marc van Oostendorp zegt
Interessante voorbeelden. Ik weet overigens niet of Ik hou van je omdat je zo stuntelig bent per se betekent dat jouw stunteligheid de hoofdreden is voor mijn liefde.
In het artikel van Moltmann gaat het ook over het Duits, waar je natuurlijk de naamvallen kunt zien, en dan geldt dat glauben en vertrauen een datief nemen, maar verstehen een accusatief. Dus in haar voorbeelden ook al het geval. Haar analyse is vooral semantisch en niet syntactisch, maar het verschil in naamval lijkt er voor haar niet zoveel toe te doen. In het Nederlands hebben we denk ik geen goede tests om vast te kunnen stellen wat voor naamval er in deze gevallen wordt gebruikt.
Marc Kregting zegt
De voorbeeldzin ‘Ik snap je dat je dit schrijft’ is misschien dubbelzinniger, omdat ‘snappen’ een extra betekenis heeft die minder courant is: op heterdaad betrappen? Dus zou de jij-figuur heimelijk aan het schrijven kunnen zijn (geweest), aan een opruiende tekst bijvoorbeeld, en zou de ik-figuur dat ontdekken. In tijden van Oekraïense toestanden geen sinecure!
Het zou me niet verbazen dat de dubbelconstructies met begrijpen/snappen/ geloven onwillekeurig zijn voortgebracht door het Verbindend Communiceren van Marshall Rosenberg. Daarin worden de gevoelens van de eerste spreker tegemoetgekomen door ze te ontzien en in hun waarde te laten, in plaats van ze direct te bekritiseren. Dan is het ‘je’ een hypercorrecte vorm, waarmee de ik-figuur diep in het hart toont enorme empathische inspanningen te doen.
DirkJan Vos zegt
Ik heb ook wel gedacht of ‘snappen’ in de betekenis van ‘betrappen’ van invloed zou kunnen zijn, maar denk t niet. Ik haal nog een keer aan:
– Ik snap je dat je dit schrijft
– Ik snap dat je dit schrijft
Ik voel ook een empathisch verschil en wil daar nog een variant met dezelfde twee verschillende connotaties aan toevoegen:
Snap je? – (empathisch bedoeld om te benadrukken wat je hebt gezegd of geschreven, ‘Je begrijpt me wel.’)
Snap je? – (belerend en afstandelijk bedoeld of iemand wat je zegt of schrijft t wel begrijpt, kwa mogelijk juist niet begrijpen, kwa domoor, dan kan t ook ironisch zijn.)
Als je zegt, ‘Je snapt t niet’, bijvoorbeeld worteltrekken bij rekenen, dan is snappen objectiever dan als je zegt, ‘Je begrijpt t niet.’ Begrijpen is dan vaak abstracter en wordt meer gebruikt bij niet begrepen worden, ‘Je begrijpt me niet.’ Je zegt niet snel, ‘Je snapt /me/ niet.’, maar wel, ‘Je snapt /het/ niet.’
NB.
De eerste empathische vorm van ‘Snap je?’ komt heel veel voor in de roman De geschiedenis van mijn seksualiteit van Tobi (Sofie) Lakmaker. Om diverse redenen ben ik dat een beetje gaan overnemen, snappen jullie? (vast niet! 😉
Gert de Jager zegt
Zijn het constructies die nieuw zijn, in het Nederlands althans? “Ik snap van je dat je dit schrijft” of “Ik kan van jou begrijpen dat je dit schrijft” komen mij als normale zinnen voor, niet marginaal dus. Met ‘van’ geldt dat ook voor ‘waarom’, ‘aan wie’ en vast nog meer. Ook Greets tweet lijkt me dan geen probleem. Hebben we hier niet te maken met efficiënt socialmediataalgebruik of de invloed daarvan?
Marc van Oostendorp zegt
Maar het verschijnsel doet zich dus ook voor in het Engels, en ik denk niet dat je in het Engels kunt zeggen “I understand of you that you write this”.
Gert de Jager zegt
Ja, maar het maakt de voorbeelden in het Nederlands misschien op een wat andere manier marginaal. Voor de semantische analyse zal het niets uitmaken, maar de Nederlandse taalgebruiker staat misschien net wat minder raar te kijken.
Robbert-Jan Henkes zegt
De constructie is denk ik met een impliciete elisie, namelijk “als je zegt”: ik snap je (als je zegt) dat je zoiets hebt van… Helpt dat?
Marc van Oostendorp zegt
Maar eigenlijk zit die constructie ook heel wonderlijk in elkaar. “Ik geloof je als je zegt dat je morgen komt” betekent niet “en in andere gevallen niet” (anders dan bijvoorbeeld “ik geloof je pas als je morgen komt”). Je zegt zo’n zin alleen als de ander al gezegd heeft “ik kom morgen”, dus de hele voorwaarde is strikt genomen een beetje raar. Toch is ook dit een prima constructie, die volgens mij inderdaad meer voorkomt dan “Ik geloof je dat je morgen komt”.
Robert Kruzdlo zegt
‘Ik geloof je als je zegt dat je van mij houdt. Ik geloof dat je van mij houdt. Er is alleen een nu. Zonder geloof is er niets.’
‘Ook geen waarde als geld…¡’
Las ik ergens.
lammereechris3368 zegt
Gesnapt. Op heterdaad betrapt!
Arno. zegt
Ik neem een analogie waar met een zin als ‘ik vergeef je dat het zo ziet’ en ‘ik neem het je kwalijk dat …’; in die zinnen is ‘je’ duidelijk meewerkend voorwerp, maar misschien heeft het invloed op het aanvaarden van de voorbeeldzinnen met snappen en begrijpen?