Een paar weken geleden hadden we op Neerlandistiek een interessanter stuk kunnen plaatsen over een gebeurtenis in het vak als mijn belangen niet zo verstrengeld waren geweest.
Het ging over het onderzoek van Mike Kestemont en anderen in Science, naar de vraag hoeveel middeleeuwse teksten er eigenlijk verloren zijn gegaan. Ik heb er uiteindelijk dit over geschreven, maar dat was gebaseerd op openbare bronnen. Terwijl ik tevoren inzage had kunnen krijgen in materiaal dat onder embargo was, en aan een elektronische persconferentie had kunnen deelnemen.
Een van de auteurs (niet iemand aan boven aan de lijst) had me een week tevoren gevraagd of ik op de lijst van journalisten wilde die dat materiaal kreeg en aan die persconferentie deelnam. Dat wilde ik wel. Ik moest me ervoor inschrijven in een Amerikaans register van wetenschapsjournalisten. Een paar eenvoudige gegevens (naam, voor welke publicatie ik werkte, mijn website) waren genoeg.
Maar ik werd geweigerd.
De reden? Op mijn website hadden ze gezien dat ik verbonden ben aan het Meertens Instituut, en dat gold ook voor de tweede auteur van het stuk, Folgert Karsdorp. Belangenverstrengeling!
Op een bepaalde manier hebben ze natuurlijk gelijk. Ze nemen hun werk serieus en hebben dus zelf gezocht of er banden zijn tussen mij en de auteurs. Als iemand je directe collega is, kun je diens werk dan nog kritisch benaderen? Het is bovendien kritiek die een gerespecteerde Nederlandse wetenschapsjournalist ook soms op mijn werk heeft: ik schrijf over mensen die ik ken, bespreek hun werk. Heb ik wel genoeg afstand?
Ik heb er de afgelopen week weer eens goed over nagedacht. Het is kritiek om serieus te nemen. Tegelijkertijd maakt natuurlijk het feit dat ik collega ben dat ik makkelijker en beter en sneller inzicht heb in veel van dit onderzoek. Ik ben natuurlijk geen echte journalist, maar een soort burger-journalistiek. Dat is in zekere zin de aard van dit werk. Dat gold ook in dit geval: in december 2020 heb ik een sessie voorgezeten waarin Kestemont de eerste resultaten van zijn onderzoek vertelde. Geen echt professionele journalist kan het zich permitteren een vak zo precies te volgen.
Maar er zit een andere kant aan: ik kan me misschien niet altijd kritiek permitteren op onderzoek van collega’s. Het enige dat ik daaraan kan doen, is mijn geweten volgen en er open over zijn.
Laat een reactie achter