“Vind jij het belangrijk dat je kleren er leuk uitzien of lekker zitten?” Ja, ik weet wel hoe ik jullie op het puntje van je stoel kan krijgen: door uit een geschiedenisboek voor de basisschool te citeren: Wijzer! Geschiedenis voor groep 7. Deze passage gaat zo verder:
Vroeger vonden mensen kleren vooral belangrijk om hun lichaam te beschermen tegen het weer of tegen schrammen van takken. De kleding moest dus stevig en lekker warm zijn.
Die twee zinnen bevatten min of meer zakelijke informatie, maar de eerste zin doet iets anders: die probeert de scholier er zelf bij te betrekken door hem of haar een vraag te stellen. Het is een techniek die op scholen vaak gebruikt wordt, zeker als het over ‘zaakvakken’ zoals geschiedenis of aardrijkskunde gaat. Gisteren promoveerde Nina Sangers in Utrecht op een proefschrift over de inzet van deze technieken in schoolboeken.
Sangers maakt onderscheid tussen twee belangrijke vormen. Het stellen van een vraag of het geven van een opdracht, of ook als schrijver zelf naar voren komen, noemt ze ‘stemtechnieken’: in plaats van dat er zakelijke informatie wordt opgelepeld, klinkt er ineens een stem. De andere belangrijke techniek is de verhalende, waarin iets verteld wordt over al dan niet verzonnen personen. Uit het biologieboek Binnenstebuiten, ook voor groep 7:
De Indiase Rajo Devi Lohan is bevallen van een gezonde dochter. Rajo en haar man hebben jarenlang gehoopt op een kind, maar dat kwam er niet. Daarom besloten ze een ivf-behandeling te doen. Hierbij worden een eicel en een zaadcel in een reageerbuisje bij elkaar gebracht. Als ze samensmelten wordt het bevruchte eitje in de baarmoeder van de vrouw geplaatst.
Ook hier geldt: wat het kind moet leren zit in de derde, vierde en vijfde zin. De eerste twee zinnen zijn de snoepjes waar de vitaminen voor de kinderen in verstopt worden. Een van de vragen die Sangers zich stelt: heeft zo’n snoepomhulsel wel zin? Die kwestie is al vaak onderzocht, maar Sangers zette al dat onderzoek op een rij in een zogeheten metastudie. De conclusie is vooral dat het heel lastig te onderzoeken blijft. Onderzoeken geven heel verschillende bevindingen: sommige vonden dat een stemtechniek of een verhaal de stof eenvoudiger maakte, maar andere vonden geen effect of zelfs een negatief resultaat. Het is dan ook een lastig te onderzoeken onderwerp; Sangers ontdekte bijvoorbeeld dat als twee teksten met elkaar vergeleken werden in een experiment, bleek de ‘neutrale’ tekst bij nadere analyse nog steeds wel wat stem- of verhalende elementen te bevatten.
Alleen op het punt van de aantrekkelijkheid zijn de resultaten in de verschillende onderzoeken vergelijkbaar: scholieren vinden de teksten helemaal niet per se aantrekkelijk. Ook Sangers zelf vond maar een klein effect – vooral als twee verschillende versies van een tekst expliciet met elkaar vergeleken werden.
Educatieve uitgevers blijven desondanks vasthouden aan dit soort technieken. Er is ook wetenschappelijk niets wat dat weerspreekt. Er is natuurlijk ook niet meteen iets beters en de precieze analyse die Sangers geeft van de manieren waarop deze technieken worden ingezet, kan het onderzoek alleen maar verbeteren – en daarmee uiteindelijk hopelijk ook de schoolboeken.
Nina Sangers. Vivid educational texts: Engaging students via narrative and voice elements. Proefschrift, Universiteit Utrecht, 2022. Hier te raadplegen.
Wouter van der Land zegt
Heel interessant!
Nog niet gelezen en dus een pavlovreactie: de voorbeelden die hier gegeven worden zijn imho helemaal niet zo aantrekkelijk. Bij een verhaal over ivf zou je de kinderen beter kunnen aanspreken op hun mogelijke toekomstige kinderwens. En deze zin is veel te lang en te abstract: ‘Vroeger vonden mensen kleren vooral belangrijk om hun lichaam te beschermen tegen het weer of tegen schrammen van takken.’
Marc van Oostendorp zegt
Ik heb de voorbeelden gehaald uit de Nederlandstalige samenvatting. De voorbeelden in de Engelstalige hoofdtekst zijn allemaal naar het Engels vertaald en helaas worden de originelen niet gegeven. Ik vond het een beetje suf om Engelstalige vertalingen van Nederlandstalige teksten te bespreken.