Schoenriemen. We gebruiken dat woord niet meer. Vroeger werd het woord gebruikt voor wat we nu veters noemen. En vooral voor het vastmaken van sandalen met een lang reepje leer gebruikten we het woord schoenriem. Al rond 1175 komt het woord voor, als samenstelling vanskuo ‘schoen’ en riemo ‘riem, band’, aldus het Oudnederlands Woordenboek.
En toch kwamen we het woord recentelijk tegen. Als naam voor een boerderij en van een brug. Boerderij de Schoenriem bij de Schoenriembrug. Je komt er door vanuit het vestingstadje Woudrichem, aan de zuidzijde van de Merwede bij Gorinchem, zuidwaarts de wijde polder in te gaan.
De Schoenriemsebrug en boerderij de Schoenriem aan de weg die naar Woudrichem loopt
De boerderij blijkt een moderne ruilverkavelingsboerderij met kippenschuren. De brug ligt over wat lijkt een ruilverkavelingsafwateringskanaal.
Hoe komen we hier aan de naam Schoenriem?
Voor de geschiedenis van oude objecten kunnen wij uit het gebied tussen Gorinchem en Waalwijk heel vaak terecht in het monnikenwerk van Wim Braams: Oude Topografische elementen in het Land van Heusden en Altena (Heusden 2000). We lezen daar dat de Schoenriem een oude halve hofstede met huizing betrof, in 1466 voor het eerst genoemd. En dat deze locatie zich tegenover de huidige boerderij bevond. Braams vermeldt zelfs de coördinaten.
Als we dat coördinaat opzoeken, vinden we inderdaad een plek tegenover de boerderij. Aangezien de ruilverkaveling hier grote percelen gemaakt heeft, zijn we nog niet bij een verklaring voor de naam. We pakken er de kaart uit 1902 bij.
Het Schoenriemperceel op de kaart uit 1902 liep langs een toen al bestaand afwateringskanaal (topotijdreis). Het perceel is heel lang en weinig breed. Net een platte schoenveter. De verklaring van de naam is hiermee duidelijk: de boerderij en de brug zijn – zoals we al vermoedden- vernoemd naar een langwerpig smal perceel. De boer heeft zijn boerderij genoemd naar een perceel tegenover de weg. Boerencreativiteit, zullen we maar zeggen.
Nog een Schoenriem
Als we in de regionale historische kranten naar meer informatie over de Schoenriem zoeken, vinden we informatie over griendhoutverkoop nabij ons perceel. Maar tot onze verrassing vinden we nog een perceel met de naam ‘Schoenriem’. Het ligt een paar dorpen verderop, bij het dorp Veen, aan de Afgedamde Maas, landelijk bekend van de oudejaarsfeesten met brandende oude auto’s.
Deel van een advertentie in regionale krant uit 1897
Aan de hoeveelheid aren en centiaren te zien moet het een klein perceel zijn. We zoeken het op op de oude kadastrale kaarten.
Kadastrale kaart gemeente Veen 1832
De perceelsnaam ‘Schoenriem’ laat aan verklaringsgrond niets te raden over!
Nog meer boerencreativiteit met een schoenriem
Bij het zoeken naar de achtergrond van de naam ‘schoenriem’ kwamen we nog meer boerencreativiteit tegen. En wel in Limburg.
Bron: ‘Land en vee; weekblad van den Limburgsen Landbouwbond’ 13-05-1910
Kweek is een voor boeren verschrikkelijke plaagplant. De hierboven beschreven variëteit maakt lange witte horizontale wortels (uitlopers, ‘pemen’) in de grond, waaruit decimeters van de oorspronkelijke plant vandaan nieuwe halmen de kop boven de grond uitsteken. Met recht kunnen we die horizontale uitlopers schoenriemen noemen. Ze zijn heel sterk. Toch breken ze bij het wieden vaak af. Uit het restant van de witte wortel komt dan toch een nieuwe halm naar boven. De schoenriem is dus een toepasselijke, creatieve boerennaam voor een onuitroeibaar onkruid.
Uit eigen tuin: kweekgras met nu (in voorjaar al) lange witte zijwortel: ‘de schoenriem’ volgens Limburgse boeren
Berthold van Maris zegt
Mooi verhaal!