Voornamendrift 92
Bewondering voor een persoon kan een reden zijn voor het kiezen van een voornaam voor je kind. En als die bewondering geassocieerd is met een bijzondere gebeurtenis en gedeeld wordt door velen, dan kan de voornaam een hype worden. Plotseling gaat de populariteit van die voornaam kortdurend door het dak. Tegenwoordig kan dat het doorbreken van een zanger of acteur zijn, of een bijzondere prestatie van een sportman of -vrouw, maar vroeger was het vooral het koningshuis dat voor een hype kon zorgen.
De grootste hype gebeurde in de Eerste Wereldoorlog toen koning Albert I van België en zijn vrouw Elisabeth door hun houding achter het front werden omarmd door de hele Belgische bevolking en een symbool werden van weerstand. Er werden in de oorlog aanzienlijk minder kinderen geboren, maar in 1915 werd maar liefst 19% van de Waalse en 16% van de Vlaamse jongens Albert genoemd en 5% respectievelijk 6,5% van de meisjes Elisabeth. Na 1915 nam de populariteit ook weer razendsnel af, dat krijg je als zoveel kinderen in je omgeving de naam al dragen. Waar in Frankrijk nog een klein effectje voor Albert en Elisabeth te noteren valt, liet het Belgische koningshuis de Nederlandse bevolking volkomen koud, de populariteit van hun namen bleef onveranderd.
De opvolger van Albert I, koning Leopold, bleef tijdens de Tweede Wereldoorlog in België en de populariteit van Leopold (toen nog 0,5%) daalde rap. Na de koningskwestie en zijn abdicatie in 1954 toonde de populariteit van zijn opvolgende zoon Boudewijn in dat jaar een piekje in Vlaanderen (0,17%) en als Baudouin in Wallonië (0,25%). Het huwelijk van Boudewijn met Fabiola in 1960 leidde tot een kleine respons met haar naam (0,14%). Het valt allemaal in het niet bij de populariteit van grootvader Albert I. Dat geldt ook voor Albert II en de huidige koning Filip die geen aanleiding gaven tot enthousiasme die in naamgeving werd uitgedrukt.
Ook het Nederlandse koningshuis kon op reacties uit de bevolking rekenen rekenen. Dat zien we in 1909 bij de geboorte van Juliana alhoewel het heel bescheiden was: maar 1 op de duizend meisjes kreeg de naam. Opvallend is dat Juliana in Vlaanderen al eerder veel populair was, zo origineel waren koningin Wilhelmina en prins Hendrik in hun naamkeuze (naar Juliana van Stolberg, de moeder van Willem de Zwijger) nu ook weer niet. Het huwelijk van prinses Juliana met prins Bernhard in 1937 kon op een oplevende belangstelling rekenen voor beider namen, maar interessanter zijn de kleine hypes in 1941 en 1945. In 1941 waren hun namen een oranjegezind protest tegen de Duitse overheersers. Ook meervoudige namen met combinaties van Emma, Wilhelmina, Juliana, Beatrix en Irene kwamen uit die motivatie voort. Dat zinde de Duitsers niet en in 1942 verboden ze het geven van politiek geladen voornamen, waaronder die van het koningshuis, en ook Franklin (Roosevelt) en Winston (Churchill) gingen in de ban. Maar helemaal onderdrukken lukte toch niet. Na de bevrijding was Bernhard in 1945 een korte uiting van vreugde, maar daarna ebde de naam weg.
Bij de voor en in de oorlog geboren kinderen van Juliana en Bernhard is er hetzelfde patroon: een hype bij de geboorte van Beatrix (1938), Irene (1939) en Margriet (1943), die goed te zien is omdat de namen voor Nederland in die tijd ongewoon waren en nauwelijks nog werden gegeven. Dat gold voor Irene niet voor de Verenigde Staten, Noorwegen en ook Vlaanderen, terwijl het typische Nederlandse Margriet in Vlaanderen al tientallen jaren enige aanwezigheid had. Voor Margriet kwam de echte top overigens pas bij de bevrijding in 1945. Een tweede hype kwam voor Beatrix en Irene net als voor de namen van hun ouders in 1941. Vooral Irene (Grieks voor vrede) scoorde hoog (0,75%). Maar het tij kan ook keren. Het geruchtmakende huwelijk tussen prinses Irene en Hugo de Bourbon Parma in 1964 leidde tot een dip in de populariteit van Irene. Maar ook die was tijdelijk. Het komen en gaan van modenamen is buiten hypes een autonoom proces. De vierde dochter, Marijke, werd in 1947 geboren en dat gaf slechts een extra zetje aan de opmars die Marijke al vanaf de jaren dertig maakte.
De rol van het koningshuis is met de generatie van Willem-Alexander bij de voornamen uitgespeeld. Dat is het duidelijkst te zien aan de populaire Máxima die maar 56 ouders heeft geïnspireerd (de meeste zonder accent). Laat er vooral geen oorlog komen om daar verandering in te brengen.
- Beschikbare gegevens staan alleen toe de populariteit van een naam in Nederland te vergelijken met die in Vlaanderen, Wallonië, Frankrijk, Noorwegen, Engeland en Wales, en de USA.
Wouter van der Land zegt
Eloïse is wel beetje in opkomst gekomen sinds de geboorte van de gelijknamige prinses, zie ik in de voornamenbank. Kan dat geen modenaam worden?
Gerrit Bloothooft zegt
Ze heet Eloise, en die naam was rond 1920 in Amerika al een paar decennia populair, sinds 1980 in Frankrijk, Wallonië en Engeland, en vanaf 2000 nieuw en stijgend in Nederland, Vlaanderen en weer Amerika. Prinses Eloise (2002) mag dan gravinfluencer worden genoemd, die kleine stijging op haar naam schrijven is te veel eer. De spelling Eloïse komt vooral in Wallonië voor, niet eens in Frankrijk.
Hennie Lasker zegt
In mijn familie van mijn vaders kant en ook van mijn moeders kant, werden de kinderen naar de grootouders vernoemd. In ben naar mijn grootmoeder van vaders kant, mijn broer naar mijn grootvader naar mijn moeders kant, enzovoort. Mijn kinderen hebben ook de namen op dezelfde wijze gekregen. Maar mijn kinderen hebben die traditie verbroken.