Over Marc Kregtings Encyclopedieën van de val
De encyclopedieën van de val van Marc Kregting bevat onder veel meer een verborgen ode aan de postbode. Een paar keer komt die functionaris aan de orde, en vooral de manier waarop deze in het verleden de post op de mat liet vallen. De fysieke sensaties van het verzenden en het ontvangen van post, waar bevinden die zich nu in het universum, nu we veel minder papieren post krijgen en de meeste mensen dat kleine beetje ook nog ontvangen in een plastic kastje dat aan de buitenmuur bevestigd is? Slechts een paar maal komt de postbode langs in De encyclopedie, Iedere keer voel je de nostalgie.
Zoals in het lemma Neerdalen:
Neerdalen. Pleonasme voor de wijze waarop engelen vallen op het ondermaanse wanneer ze postbode moeten spelen.
Ja, dat is een lemma. Want De encyclopedieën heeft de vorm die de titel aankondigt: die van een encyclopedie, een alfabetische lijst met een paar duizend trefwoorden en hun beschrijvingen. De hele wereld van het vallen wordt erin gevat, van A (‘Heeft van de zijkant wat weg van een keukentrapje, dat men kan gebruiken om, zeg eens iets, beetrijpe appels te plukken die te lui zijn of principieel weigeren uit de boom te vallen’) tot en met zwijgen (‘➀ Irreguliere manier in Nederland om iemand bij te vallen. ➁ Reguliere manier in België om iemand af te vallen. ➂ Stilvallen.”)
Ik geloof dat Kregting, iemand die zijn hele loopbaan aan alle genres heeft willen ontsnappen. met de encyclopedie in zijn vorm gevallen is. De lezers van, bijvoorbeeld, Neerlandistiek, kennen zijn rijke bijdragen aan dit tijdschrift, zijn bijzondere vermogen om allerlei aspecten van een zaak tegelijkertijd te zien en daarvan verslag te doen in verrassend proza. Bij sommige lezers lijden die stijlkenmerken tot wanhoop, omdat de stukken zoveel verschillende kanten op lijken te gaan. Je krijgt niet in een paar duidelijke bulletpoints uitgelegd ‘wat nu eigenlijk het punt is’. Maar door het allemaal in lemma’s te zetten, kan Kregting zijn talent op alle manieren inzetten. Alles wat hem bezighoudt kan erin: de vorm van letters, het verschil tussen Nederland (waar hij vandaan komt) en België (waar hij al zolang woont), de associaties die ieder woord oproept aan een ander woord. Zoals vallen.
De encyclopedie is, net als de op de mat neerploffende brief, een ding uit het verleden. Over honderd jaar weet niemand meer dat je kennis ook kunt alfabetiseren in plaats dat je ernaar zoekt in een zoekvenstertje. In Kregtings jeugd was, net als in de mijne, de encyclopedie hét beeld dat je had van kennis: een serie boeken waar ales instond. ‘Boek waarvan ik in mijn oerjaren de auteur meende te weten maar nog niet te kennen: God. Alles zou worden verklaard’, luidt een van de definities die Kregting geeft aan het begrip encyclopedie. Een andere gaat over de dochter die hij ook in ander werk ’taalkundig genie’ noemt en daarmee over wat haar generatie met die ooit zo eerbiedwaardige bron van kennis doet: ‘Favoriet object van het taalkundig genie, omdat zulke objecten een harde kaft hebben en veel bladzijden, voorwaarden voor haar hobby ‘boekvouwen’: door een vernuftig meetsysteem per bladzijde ontstond er, dichtgeklapt bij zijaanzicht, een figuur (hartje) of een woord (friends).’
Ik kan me eigenlijk niet herinneren of er ooit iemand op het idee is gekomen een essay te schrijven in de vorm van een encyclopedie. (Battus schreef De encyclopedie, maar dat was eigenlijk een serie columns, geen encyclopedie over een individueel thema.) Behandeld worden de val in allerlei boeken, in het leven van Kregting, in de populaire cultuur, in de minder populaire cultuur, in de natuur. Vliegen, springen, omduwen, neerdalen worden ruimhartig allemaal ook in het domein van de val gesloten.
Kregtings gezin komt regelmatig aan bod, de boeken hij heeft gelezen, maar ook Wittgenstein en allerlei faits divers die hij in de loop van de tijd is tegengekomen. Het (natuurlijk centrale) lemma. (Alleen de religieuze val, daar heeft Kregting het niet zo mee op. Het lemma Zondeval wordt afgedaan met ‘Bedenksel van een cynismofiel.’) Val is illustratief voor die rijkdom:
Val. ➀ Woord waarvan niet elke betekenis een meervoud heeft. Dat dan voorstellen als ‘vals’? ➁ Apparaat dat bij succesvolle werking iemand bewegingloos maakt – 99,9% het tegenovergestelde van een verticale valactiviteit. ➂ (met uitroepteken) Bevel aan matrozen om in een boot of sloep te stappen en te gaan roeien. ➃ Roman van Roderik Six, die in een corona-interview zou zeggen: ‘De helft van mijn oeuvre doet Schopenhauer blozen.’ ➄ Vertrouwelijk klinkende afkorting van Valerie, die me geregeld ’s nachts mailt dat ze na het zien van mijn profiel nieuwe naaktfoto’s van zichzelf heeft gepost, waarop ik kan klikken. Benieuwd als ik ben doe ik dat niet. Ik heb geen profiel bij mijn weten.
Geen van deze beweringen zou Wikipedia halen, en dat is precies de charme ervan. Van de Nederlandse literatuur is de essayistiek mijn minst favoriete genre. Er zijn maar weinig schrijvers die iets anders proberen te schrijven dan soms misschien wat langere columns. Kregting staat alleen al daarom op eenzame hoogte. .
Het werkt aanstekelijk, zo’n encyclopedie, ik verbind in mijn hoofd nu al dagen van alles met het vallen. En zoek dan even op of er in De encyclopedieën ook wat over wordt gezegd, wat vaak zo is.
Marc Kregting. De encyclopedieën van de val. Het balanseer, 2022. Bestelinformatie bij de uitgever.
Robert Kruzdlo zegt
Neerdalen, geeft aan dat iets ergens terecht komt. Met dalen of neer, heb ik het gevoel dat het nog lang gaat duren voordat het zijn plek vindt. Engelen die neer en dalen zijn nog nooit op de aarde geweest. Daadwerkelijk gesproken.