Een weinig bekend verschil tussen het Nederlands van Nederland en dat in Vlaanderen is dat van de uitspraak van de medeklinkers aan het einde van woorden. Ik heb de indruk dat het verschil groeit, al heb ik dat nergens gedocumenteerd gezien en zelf ook nog niet voldoende onderzocht: ik heb de indruk dat die medeklinkers in het Vlaams de neiging hebben om langer te worden. Dit geldt in ieder geval voor medeklinkers als t, p, s, ch, en misschien de r, maar het is het best te horen aan de k.
Een Vlaamse spreker die voor mij een goed voorbeeld is geworden, eenvoudigweg omdat ik vaak naar zijn podcast Drie boeken luister en je met die oortjes alles heel goed hoort, is Wim Oosterlinck. Hij bespreekt daarin steeds drie boeken waarvan zijn gast vindt dat ‘iedereen die gelezen moet hebben’. De structuur is daarbij steeds ‘wat is je eerste boek’, ‘wat is je tweede boek’ en ‘wat is je derde boek’, en dat geeft dus genoeg voorbeelden van een lange k.
Het volgende voorbeeld komt, vrij willekeurig, uit een aflevering met Jaouad Alloul:
De k duurt hier meer dan een halve seconde, wat vooral komt doordat het plofje aan het eind over gaat in geruis, je zou boek bijna uitschrijven als [boekh] of [boekch] (mits je de ch dan uitspreekt als een zachte ch).
Oosterlincks gasten doen het ook vaak, zij het niet allemaal even uitgesproken als de gastheer zelf. Hier is hoe Alloul in dezelfde aflevering ook uitspreekt:
Zoals gezegd hoor ik het ook bij t (ongeveer [ts]) en p (ph of pf). De zogeheten wrijfklanken zoals s en f worden ook langer.
Bij Nederlandse sprekers valt het me niet zo op – die zouden de klinker in boek en ook juist relatief wat langer uitspreken –, maar ik hoor ook andere sprekers van het Standaardnederlands van Vlaanderen het wel doen. Als dat klopt, is het een autonome uitspraakverandering in het Belgisch Nederlands en daar zijn niet zo heel veel andere voorbeelden van. Ik weet niet of je het aan een specifiek dialect kunt toeschrijven, want Oosterlinck komt uit Gent en Aouad uit Antwerpen.
Het is een opmerkelijke ontwikkeling omdat het Nederlands een taal waarin de slotmedeklinkers ‘geneutraliseerd’ worden, zodat het verschil tussen d en t er bijvoorbeeld in de uitspraak verdwijnt: rad en rat klinken hetzelfde. Hiermee wordt die slotmedeklinker juist weer wat prominenter. Benieuwd waar het heen gaat!
WebredMiet zegt
Ik wil hier graag een opmerking bij geven: zowel de interviewer als de meeste geïnterviewden zijn mediamensen. Dat betekent dat ze het gewoon zijn om voor een microfoon te staan en dat ze waarschijnlijk daarin zijn geïnstrueerd of opgeleid. Een aspect waarop tijdens zo’n opleiding gehamerd wordt, is net de uitspraak van die plofklanken. Je leert die bewust te laten ‘ploffen’, zodat je je woorden zeker tot het einde verstaanbaar uitspreekt en je microfoon die (stemloze) plofklanken ook opvangt. Iedereen die voor een publiek spreekt (of zingt) en die zich ooit door een stemcoach of logopedist heeft laten begeleiden, leert dit vroeg of laat. Het is ook een gewoonte die zich makkelijk nestelt, heb ik al gemerkt. Ik heb het zelf geleerd tijdens één sessie van een stemcoach toen ik nog les gaf in het secundair onderwijs, ik heb er daarna een tijdje bewust op gelet tijdens het lesgeven en wanneer ik voor een microfoon beland en ik merk nu dat het een automatisme is geworden.
De vraag is nu of Vlamingen die dit niet geleerd hebben hun stemloze medeklinkers ook rekken én of Nederlandse sprekers echt nooit dit advies hebben gekregen (en waarom dan niet).
jburger1 zegt
Wat mij altijd opvalt bij Vlaamstaligen: de uitspraak van de r aan het woordeinde. Heel anders dan bij Nederlanders.
Roger Van Bever zegt
Kunt u ook preciseren waarin dat verschil bestaat?
Agnes Engbersen zegt
De geaspireerde uitspraak van de k, p en t is in het Gronings heel gebruikelijk.
Marc van Oostendorp zegt
Zeker, maar bij mijn weten niet aan het einde van een woord.
Agnes Engbersen zegt
Klopt, die finale positie is intrigerend.