Toevallig verzeilde ik vorige week weer eens in de Verzamelde gedichten van Pé Hawinkels (1942-1977). De geest van de (tamelijk) jong overleden dichter (die op zijn kamer hier vijf minuten vandaan dood werd aangetroffen) waart nog altijd zo’n beetje door literair Nijmegen. Hij vestigde zijn faam via een handvol anekdotes over een nogal actief seksleven en een voorkeur voor mooie auto’s, maar vooral door een breed spectrum aan genres die hij onder de knie had: columns, gedichten, vertalingen (Brecht, Mann, Shakespeare, maar ook het Bijbelboek Job) en daarnaast gebeden en meditaties (voor katholieke misboekjes) en songteksten (voor Herman Brood).
In het Nijmeegse studentenleven van de vroege jaren zestig ageerde Hawinkels tegen het conservatief-katholieke klimaat ter stede, maar zijn anarchistische dwarsheid ging later dat decennium evenzeer in tegen het marxistiese hoogtij. Met zijn activistische gedicht ‘hi-ro-shi-ma’ veroorzaakte hij ophef, maar het is niet representatief voor zijn poëzie.
In de Verzamelde gedichten heb ik steeds mondjesmaat gelezen: het zijn kamerbrede, barokke verzen, een waterval van eruditie en associatie. Een beetje de poëzie van Ilja Leonard Pfeijffer, maar dan niet op de confectiemaat van de NRC–lezer geschreven. Deze keer heeft Hawinkels me echter te pakken en lees ik al avondenlang dit overdonderend gedoe, met afentoe, haast terloops, ook minimale waarnemingen. Tot nu toe had ik bij voorbeeld steeds deze beschrijving van de Waalbrug gemist: ‘als een monsterlijke slak / nadert hij de stad’.
Dat een dichter 45 jaar na zijn dood, met gedichten die vaak al meer dan een halve eeuw oud zijn, ineens weer springlevend voor je staat is een curieus fenomeen – wat ietwat droef stemt is dat er zo dus duizenden en duizenden zijn met een oeuvre dat voorbij voorbij pé en voorgoed voorbij is.
Wel weer geestig is om ergens in de inleiding van de Verzamelde gedichten (die van mij een slagje minder ironisch had gemogen) dit nuffige meninkje over Hawinkels te lezen als ‘deze niet onverdienstelijke figuur van het tweede plan’, afkomstig van Aad Nuis.
En dat anno 2022 minstens 99% van de lezers zich zal afvragen: ‘Aad wíe…???’
Rolf den Otter zegt
Hier is een documentaire over de dichter op YouTube -> https://www.youtube.com/watch?v=yBzoCdl9Reo
Wouter van der Land zegt
Dat is een geniale documentaire.