Waarom ‘slaan’ soms ‘beginnen’ betekent
Hoe zeg je in het Nederlands dat je ergens aan gaat beginnen? Inderdaad, gewoon met het hulpwerkwoord beginnen. Of eventueel met starten of aanvangen. Maar wie wat afwisseling wil, kan in plaats van beginnen ook ergens aan slaan: aan het dansen slaan, aan het zingen slaan, enzovoorts. Waar slaat het eigenlijk op dat slaan hier beginnen betekent?
Slaan staat in z’n beginbetekenis niet helemaal alleen. Je hebt ook de uitdrukking ‘aan de slag’, waarin slag de naamwoordelijke versie van slaan lijkt te zijn, en die zowel los als met een werkwoord een begin aan kan duiden, met name van werkzaamheden:
‘Aan de slag’ is trouwens sowieso een enorm populaire uitdrukking voor de titels van allerlei programma’s, ondernemingen en andere initiatieven, en voor de slogans daarvan. Let erop en je ziet ze overal. (Sorry alvast.) Op NPO Radio 2 heb je bijvoorbeeld een muziekprogramma met die naam, de Universiteit Antwerpen heeft haar “online voorbereidingsprogramma” voor toekomstige studenten zo genoemd, en na de gemeenteraadsverkiezing van 2018 postte de lokale VVD in Zwolle de volgende poster:
Onmiddellijk
Wat hebben slaan en slag met beginnen te maken? Ik denk het volgende. De handeling ‘slaan’, oftewel het uitdelen van een ‘slag’, duurt maar heel kort. Het voltrekt zich eigenlijk onmiddellijk. Als je ‘slaan’ probeert uit te rekken in de tijd, bijvoorbeeld door ‘drie minuten lang’ toe te voegen, kan dat alleen met een herhalingslezing: wanneer je zegt ‘Elsje sloeg haar broertje drie minuten lang’, moeten er door Elsje wel meerdere slagen zijn uitgedeeld. (Hopelijk voor het broertje in kwestie niet al te veel.)
Dat korte, onmiddellijke van slaan en slag zien we op een bepaalde manier ook bij beginnen terug. Wat beginnen doet, is een grens trekken: eerst is er iets niet het geval, daarna wel. Neem ‘Tina begint met zingen’: eerst zingt ze niet, daarna zingt ze wel. Het moment daartussenin, de overgang van niet naar wel zingen, is de grens die beginnen trekt. En dat moment voltrekt zich eveneens onmiddellijk: je zingt niet of je zingt wel, je kunt moeilijk half of gedeeltelijk zingen of zoiets. Het lijkt erop dat dezelfde begingrens ook door slaan getrokken kan worden met zinnen als ‘Tina slaat aan het zingen’.
Meer voorbeelden?
De gemene deler tussen slaan, slag en beginnen is dus dat ze een tijdgrens kunnen trekken. Als de verklaring hiervoor inderdaad de onmiddellijkheid van slaan en slag is, dan zou je verwachten dat andere werkwoorden die naar heel korte, onmiddellijke gebeurtenissen verwijzen, ook beginpunten moeten kunnen markeren. Daar ben ik de laatste tijd eens op gaan letten, en inderdaad, dit kan in meer of minder specifieke gevallen ook met andere ‘onmiddellijke’ werkwoorden zoals barsten, breken, steken en vallen:
- BARSTEN: in huilen/lachen/woede/dans/enz. uitbarsten
- BREKEN: een fles/verpakking aanbreken, het aanbreken van een nieuw(e) dag/tijdperk
- STEKEN: een sigaret opsteken, in woede/razernij ontsteken
- VALLEN: in slaap vallen
Het zou goed kunnen dat er meer voorbeelden zijn van ‘onmiddellijke’ werkwoorden in het Nederlands die voor beginpunten kunnen worden gebruikt. Of zelfs van uitdrukkingen zoals ‘aan de slag’ waarin we dit terugzien. Daarom sluit ik af met een oproep aan de lezers: heeft u meer voorbeelden van werkwoorden of uitdrukkingen waarbij ‘onmiddellijkheid’ voor ‘beginpunt’ wordt ingezet? Ik hoor ze graag. Dan sla ik ermee aan de slag.
De observatie dat onmiddellijkheid en het trekken van een begingrens in het Nederlands samenhangen, is voortgekomen uit recent corpusonderzoek van mijn hand waarin ik manieren probeer te inventariseren om in het Nederlands ‘beginnen’ uit te drukken. Het artikel dat over deze studie rapporteert, is eind juni verschenen in een themanummer van het tijdschrift Languages. Het is open access beschikbaar via https://www.mdpi.com/2226-471X/7/3/158.
Walter Haeseryn zegt
Ook ‘gaan’ en ‘raken? ‘Ze gingen aan het bekvechten’, ‘Ze raakten aan het vechten’, ‘ga er maar mee aan te slag’. Zoe de ANS, 18.5.5.4.
Boudewijn Smits zegt
Wellicht ‘ophoesten’. ’t Is toch echt de bedoeling dat je je resultaten van dat onderzoek dan binnen heel korte tijd (misschien niet meteen, maar wel zodra je je laptop hebt opengeslagen!) dient te presenteren, al zijn ze nog niet compleet.
Ina+Schermer-Vermeer zegt
‘Ten prooi vallen aan’? Vgl. ‘Hij viel ten prooi aan opkomende paniek’, d. w.z. ‘Hij kreeg een paniekaanval’. ‘Vallen’ is door het plotselinge van het gebeuren een geschikt werkwoord om een beginstadium aan te geven. Vgl.ook: ‘Plotseling (!) viel er een stilte’.
Pas zegt
Het is op slag van twaalf. Het is klokslag elf uur.
Maarten Bogaards zegt
Dank allemaal voor de reacties, mooie voorbeelden! Ik zag nog voorbijkomen ‘het startschot wordt gelost’ en ‘aftrappen’ (van een evenement bv.). En mijn collega noemde nog ‘schieten’, bv. ‘in bloei schieten’, ‘in de stress schieten’, en ‘aanslaan’ (van een hond maar bv. ook de verwarming).
Tom Hamoen zegt
Interessant. Overigens geven jullie zelf een voorzet voor een vervolg door de term ‘waar slaat dat op’ te gebruiken zonder uit te leggen wat die betekend.
Peter Bark zegt
Kan ‘aan de slag’ niet komen uit de smederij? De smid slaat op een stuk ijzer. Na een koffiepauze
zegt de baas : Kom, aan de slag!”