In zijn recente reisverslag God in Japan gebruikt Willem Melchior een paar keer het woord intussen zoals ik dat zelf niet snel zal doen. Op p.89 bijvoorbeeld:
De Kongobuji intussen was prachtig, ik kan niet anders zeggen.
Er zijn twee dingen opmerkelijk aan dit gebruik van intussen: de plaats ervan in de zin en de functie.
Laten we met het eerste beginnen. In Nederlandse hoofdzinnen staat het vervoegde werkwoord standaard op de tweede plek. Dat is hier niet zo. Tussen het onderwerp De Kongobuji (de naam van een tempel) en de persoonsvorm was staat dat gekke intussen. Ton van der Wouden heeft aan dit fenomeen de naam Barabbas-constructie gegeven, geïnspireerd door het Bijbelse:
Barabbas nu was een rover.
Niet alleen intussen komt dus in deze constructie voor, maar ook nu. De ANS noemt nog een paar andere woorden die op deze plek kunnen staan, zoals echter, immers en daarentegen, maar niet intussen. Dat is niet zo gek want het wordt weinig in deze positie gebruikt en als je er voorbeelden van vindt, zijn die meestal van lang geleden of heel formeel. Dat geldt al voor de Barabbas-constructie in het algemeen, maar zeker voor die met intussen.
Dan de betekenis. Intussen past goed in het rijtje temporele woorden die niet alleen worden gebruikt voor het uitdrukken van temporele relaties, maar ook voor tegenstellingen. Het bekendste voorbeeld is terwijl, waarmee je zelfs twee situaties kunt presenteren die helemaal niet tegelijkertijd het geval zijn. In deze zin bijvoorbeeld:
Terwijl vroeger slechts kleine religieuze groeperingen vaccinatie afwezen, gebeurt dit nu veel breder, op pseudo-medische gronden.
De terwijl-zin gaat over vroeger terwijl de hoofdzin over het heden gaat. Niks tegelijkertijd! Een paar columns geleden had ik het hier nog over alsnog, dat voor jongeren helemaal geen temporele betekenis meer heeft. En ook tegelijk, tegelijkertijd en vervolgens doen het goed bij tegenstellingen. Voor intussen is de tegenstellingsbetekenis zelfs zo gewoon dat die in de woordenboeken staat, met voorbeelden als Het is bloedheet en intussen heb jij de verwarming nog aan!
Maar geeft intussen in het voorbeeld van Willem Melchior dan een tegenstelling aan? Om te begrijpen wat intussen hier doet, moet je weten dat hij vier pagina’s daarvoor voor het eerst meldt dat hij de Kongobuji heeft bezocht.
Eind van de ochtend. Terug in de tempel, want nadat ik de Kongobuji had bezichtigd was de ene batterij al leeg, terwijl ik bovendien moest kakken.
Een blik in de spiegel is vervolgens aanleiding voor een bespiegeling over lichamelijke schoonheid, erotiek, sociale media en God en pas daarna komt Melchior te spreken over de Kongobuji; op dat moment gebruikt hij de zin waarmee ik deze column opende. Met intussen geeft hij dus aan dat de reflectie is afgelopen en dat we weer terugkomen bij het onderwerp dat hij eerder al introduceerde. (De andere gevallen van intussen in het boek werken op precies dezelfde manier.)
Als je in een tekst van onderwerp verandert, zit daar wel iets van een tegenstelling in. Niet voor niets kun je dat in het Nederlands ook goed doen met maar, dat van huis uit, zacht gezegd, ook nogal tegenstellend is: Maar de Kongobuji was prachtig. Er is dan geen duidelijke tegenstelling met de inhoud van de vorige zin, maar wel tussen het nieuwe gespreksonderwerp en het vorige. Niet alleen de tegenstellingsbetekenis van intussen maar ook de positie ervan draagt aan die interpretatie bij. Zoals je met Barabbas nu volgens Van der Wouden ook aangeeft dat de tekst vanaf nu even over Barabbas zal gaan. Bij intussen komt daar nog iets bij: je hebt het idee dat die Kongobuji, na in de eerste zin genoemd te zijn, wel al die tijd op de achtergrond aanwezig is geweest.
Dat je dit gebruik van intussen alleen tegenkomt in oude en nogal formele teksten, zal Willem Melchior geen probleem vinden. Je voelt als lezer van God in Japan, net als bij Gerard Reve, het plezier waarmee hij zo’n archaïsche constructie gebruikt.
Jane Leusink zegt
Probeer eens ‘ondertussen’.
Jos Houtsma zegt
Overigens, trouwens