De komende maanden zit ik heel vaak in de trein van Utrecht naar Nijmegen, en hopelijk even vaak in de trein terug. Ik heb besloten dat ik die tijd deels gebruik voor een experimentele aanpak van een belangrijke vraag: waarom leest een volwassen mens eigenlijk gedichten? Het valt me op dat die vraag eigenlijk zelden beantwoord wordt, zeker niet in besprekingen van dichtbundels. Er wordt eigenlijk altijd vanuit gegaan dat het volkomen normaal is om gedichten te lezen, hooguit moet nog worden bepaald waarom je deze gedichten zou moeten lezen.
Toch is het een intrigerende vraag, vind ik. Ik lees al veertig jaar gedichten, maar ik kan geloof ik helemaal niet goed uitleggen waarom ik dat doe. En ik heb ook zelden een antwoord van anderen gelezen dat me bevredigt.
Monterder
Nu neem ik iedere week een dichtbundel mee in de trein – de lijn Utrecht-Nijmegen is een goede plek voor zo’n experiment, het is er betrekkelijk rustig, je hebt er weinig afleiding (Wifi in de trein werkt meestal niet). Natuurlijk beperkt mijn onderzoek zich tot een steekproef van N=1, maar je moet ergens beginnen. Een exploratief onderzoek noemen we dat.
Om te beginnen heb ik de bundel alleen de warme dagen waren echt genomen, het vorige week verschenen poëziedebuut van de schrijver Rob van Essen. Het is een goed object voor een experiment, want de gedichten zijn nogal uiteenlopend. Wat ze met elkaar gemeen hebben is iets heel algemeens: er gebeurt in vrijwel ieder gedicht wel iets verrassends – met de taal, met de beelden en het vaakst met de gedachten.
Van Essen lezen is daardoor verfrissend. Je stapt in Nijmegen monterder uit dan je in Utrecht instapte.
Flyer
Van Essen laat duidelijk blijken dat hij zelf óók aan het experimenteren is: sommige gedichten zijn betrekkelijk lang, andere heel kort. Sommige gebruiken het soort interpunctie dat je ook in proza vindt (en hoofdletters aan het begin van de zin), andere zijn interpunctieloos en zonder hoofdletters, zonder dat ergens duidelijk wordt gemaakt waarom soms de ene keuze wordt gemaakt en dan de andere. Het is alsof het dichterschap Van Essen is overkomen, en hij nog niet al zijn keuzes heeft gemaakt.
Een verrssing in een gedicht in alleen de warme dagen waren echt kan van alles zijn. Soms is het vooral een grap:
‘iemand’
ooit zag ik een oude vrouw
in een natte winkelstraat
uitglijen over een flyer
ze moest naar het ziekenhuis(…)
op de flyer stond
KORTING KORTING KORTING
en een percentagelater heb ik nog gekeken
of het in de krant stond
en inderdaad
KORTING KORTING KORTING
Koeien
In andere gevallen levert de verrassing surrealisme op:
Afb. 7b
Deze ongeïdentificeerde zelfgemutileerde
in verregaande staat van ontbinding aangetroffen anonymus
was ooit een veelbelovend vegetariër
die uitgedost als Japanner geknield in het midden van een
door zachtgevoerde muren omsloten ruimte met zijn vingers
zijn darmen door zijn navel heen naar buiten trok.
Ook zo’n beeld werkt op mij vooral ontspannend. Het is prettig om te lezen omdat het met eenvoudige woorden (zij het wel in een lange zin) iets voortovert wat je nog nooit hebt gezien. Het beeld is natuurlijk ten diepste onsmakelijk, maar ook hier een beetje grappig (hoe concludeert men van een in verregaande staat van ontbinding aangetroffen anonymus dat die ooit een ‘veelbelovend vegetariër’ moet zijn geweest? Hoe dost zo iemand zich uit als Japanner? Het werkwoord uitdossen is op zichzelf natuurlijk al wat komiek.) Maar vooral trekt het je een wereld in waarin een en ander te zien is op ‘afb. 7b’ en dat is weer eens wat anders dan het uitzicht op spoor 2 van station Ede-Wageningen als de trein daar stopt.
Gedichten zijn vooral teksten die niets van je hoeven. Althans, er zijn natuurlijk ook gedichten die oproepen tot actie of die je willen bekeren tot het ware geloof, maar veel gedichten staan gewoon op de pagina. Je kunt ze lezen, je wordt daar niet per se een wijzer mens door, maar ze verrijken je met beelden en dingen waarvan je niet wist dat je ze miste.
Het gedicht uit deze bundel dat al op weg is een klassieker te worden, rijp voor de bloemlezingen, ‘Wat leuk dat jullie even komen kijken’. Het is een beetje te lang om hier te citeren, maar NRC publiceerde het in maart (een paar weken na de Russische invasie van Oekraïne), en hier is het begin:
hier komt de zithoek en langs die muur
hadden we de boekenkast gedacht want ja
wij hebben nog boeken haha hier de eethoek
en daar komt oorlog en die hele achterwand
wordt een schuifpui dan kunnen we bij mooi weer
zo het terras op
Wat is het effect van de verrassing hier? Het gedicht is niet grappig of ontspannend. Je kunt het misschien als satirisch lezen, of als een waarschuwing of een uitdrukking van een levensgevoel: mensen blijven zich druk maken over materiële zaken en over de toekomst (hier worden verbouwplannen ontvouwd) maar ondertussen. Het gedicht werd in maart in ieder geval in mijn kringen regelmatig gedeeld op sociale media en het is, vind ik, ook een goed gedicht, een waardig klassieker. Vooral ook omdat de boekenkast en de trots op het feit dat je ‘nog boeken’ hebt – ongetwijfeld de trots van de meeste lezers van deze bundel – aan het begin wordt genoemd.
Vergeten
Ik zit een gedicht in de trein te lezen en de oorlog is helemaal niet ver weg. Ik beleef er genoegen aan dat dit wordt genoemd, omdat het allemaal zo goed past. Terwijl precies dat ‘goede passen’ van de oorlog in mijn plannen het onderwerp is van het gedicht.
Dus hoe zit dat? Waarom is het aantrekkelijk om zoiets te lezen dat zo dichtbij komt en zo griezelig is? Ik vind de oorlog in Oekraïne bijvoorbeeld echt verontrustend. Er gaat geen dag voorbij dat ik er niet aan denk, terwijl er tegelijkertijd óók geen dag voorbij gaat dat ik niet aan Neerlandistiek denk.
Je zou kunnen zeggen dat ik me dus herken in het gedicht, maar ik geloof ook niet dat dit de aantrekkingskracht is, want dat je verschillende dingen tegelijkertijd kunt leven, dat is bekend. Het is geloof ik toch meer het feit dat zo’n gedicht zelf uiteindelijk toch ook weer buiten de alledaagse werkelijkheid hangt die het aantrekkelijk maken.
Er is een ding van gemaakt dat anders is dan andere dingen, dat je kunt bekijken en bewonderen en zo de oorlog een beetje vergeten.
Rob van Essen. Alleen de warme dagen waren echt. Atlas Contact, 2022. Bestelinformatie bij de uitgever.
Laat een reactie achter