Angela Stöger heeft een mooi beroep: bioakoesticus is ze, gespecialiseerd in de manieren waarop dieren geluiden maken om met elkaar te communiceren, en misschien ook wel met ons. Ze is een van de vooraanstaande jonge onderzoekers in haar vak en vertelt er smakelijk over in haar boek Over zingende muizen en piepende olifanten.
Het moet al een fascinerend vak zijn omdat er nog zoveel onbekend is. Dieren maken soms geluiden die boven of juist onder onze gehoorgrens liggen. Zo ontdekte Stögers team voor het eerst dat giraffen – dieren waarvan lang werd aangenomen dat ze eigenlijk geen geluiden maken – wel degelijk af en toe elkaar iets laten horen – liefst ’s nachts en dan in de vorm van lage trillingen, nog maar net waarneembaar voor het oor. Cheeta’s blijken daarentegen juist heel hoge tonen te maken, die zelfs door vogels niet te onderscheiden zijn van vogelzang – misschien doen ze dat om prooi te misleiden, of misschien om juist te voorkomen dat leeuwen – een natuurlijke vijand van de cheeta – ze weet te vinden. Of dat zelfs de functie van het gespin van katten eigenlijk nog onbekend is: “Er bestaan alleen maar theorieën.”
Spieren
Maar Stögers grote fascinatie ligt duidelijk bij de olifant. Ze beschrijft hoeveel verschillende geluiden die beesten, die ze in het wild en in de dierentuin heeft onderzocht. Sommige geluiden maken ze met hun stembanden: bij de meeste zoogdieren zijn die de bron van geluid, zoals ze dat ook bij de mens zijn. Maar bij de olifanten zijn de stembanden natuurlijk groot en het geluid daardoor heel laag: een rumble noemt Stöger ze, en ze beschrijft hoe je ze als mens eerder kunt voelen als een trilling dan horen, als je dicht bij de olifant in de buurt staat. Maar daarnaast kan de olifant natuurlijk ook trompetteren, en hoe hij dat precies doet met zijn slurf, ook dat weten we weer niet precies. Olifanten zijn de enige bekende soort die als ze zich een beetje vervelen wat gaan experimenteren met het maken van geluiden.
Over de slurf van de olifant is Stöger sowieso verrukt, en daar heeft ze natuurlijk volkomen gelijk in: wat een orgaan! Geen dier kan zo precies ruiken, maar bovendien kan de slurf zware boomstammen tillen én het olifantenjong strelen, heel nauwkeurig een ander bevoelen. Olifanten slaan de slurf om elkaar heen om genegenheid te uiten en ze maken er dus allerlei geluiden mee, waaronder ook soms heel hoge piepgeluidjes. Veertigduizend spieren heeft de slurf. Het menselijk lichaam heeft er ongeveer 650.
Aardig aan Over zingende muizen is dat Stöger niet alleen de dieren beschrijft, maar ook hoe een bioakoesticus te werk gaat: hoe meet je de geluiden van een dier? Ze beschrijft bijvoorbeeld dat het inzicht steeds meer begint door te breken dat je dieren liefst een apparaatje moet meegeven zodat je kunt meten wat voor geluiden ze in het wild maken. En wat voor problemen dat oplevert: je wilt natuurlijk zo lang mogelijk opnemen, maar daarvoor zijn batterijen nodig, en die zijn voor die dieren dan soms te zwaar.
Bundelen
Ook over het contact met de mens schrijft ze: zowel de negatieve kanten – het lawaai dat de mens overal ter wereld maakt en dat de dieren soms kan verstoren; denk aan de walvissen die verstoord raken door het rumoer van de scheepvaart – als de positieve – de manier waarop huisdieren als katten en honden hun eigenaar écht lijken te begrijpen en hun gedrag te kunnen voorspellen.
Over de vergelijking met menselijke taal schrijft ze niet veel, mogelijk uit respect voor die andere discipline, de taalwetenschap. Ze is verstandig genoeg om niet te suggereren dat al die prachtige en rijke communicatiesystemen van dieren op menselijke taal zouden lijken. Met de taal heeft de mens geheel eigen dimensies aangeboord: een systeem dat ons in staat stelt om met elkaars hoofd te denken. De ene mens bedenkt iets en deelt dat mee aan de ander, die de nieuwe gedachte in zijn hoofd combineert met nóg een nieuw element en dat weer teruggeeft. Dat lijkt niet voor te komen in het dierenrijk.
Er zijn mensen die beweren dat het een teken van menselijke hovaardigheid zou zijn om te zeggen dat de menselijke taal uniek is, dat die bewering dieren hun waardigheid ontzegt, dat ze maar een kleine stap is naar de bio-industrie, maar ook als je tegen de mens bent, moet je erkennen dat de mens een bio-industrie heeft ingericht en andere diersoorten niet. En dat die afschuwelijke neiging tot het industrialiseren van moord niet voortkomt uit onze vachtloze huid, maar onze mogelijkheid ons denken te bundelen – in de taal. Stöger zegt het zo: natuurlijk is de mens uniek, want iedere diersoort is uniek.
Respect
De menselijke taal is daarmee de slurf onder de communicatiesystemen: extreem wendbaar, bruikbaar voor een oneindig aantal functies, een wonder van de evolutie. Zeggen dat andere dieren is zoiets als zeggen dat wij ook een slurf hebben omdat we een neus hebben. De constatering dat we géén slurf hebben, doet bovendien niets af aan de menselijke waardigheid, zo min als het feit dat olifanten niet in staat zijn tot het schrijven van populair-wetenschappelijke boeken over ‘zingende mensen’ iets af doet aan het eindeloze respect dat we die dieren verschuldigd zijn. En het vele dat we nog van ze kunnen leren als we luisteren naar wat ze te zeggen hebben.
Als ik later groot word, word ik bioakoestikus.
Angela Stöger. Over zingende muizen en piepende olifanten. Hoe dieren communiceren en wat wij kunnen leren als we echt naar ze luisteren. Noordboek, 2022. Bestelinformatie bij de uitgever.
Kees van Hage zegt
Het trompetteren van olifanten wordt beknopt beschreven in
Murray Campbell, Joël Gilbert en Arnold Myers: “The Science of Brass Instruments”, Cham, Zwitserland, 2021, p. 286.
Robert Kruzdlo zegt
Kees,
Ook in het boek ‘Het uitdrukken van menselijke emoties’ Charles Darwin in de Nederlandse vertaling van Fieke Lakmaker. Dieren hebben ver voordat de mens aan muziek dacht zuivere octaven, muzikale klanken voortgebracht. Olifanten kunnen op verschillende toonhoogte trompetteren. Bioakoestiek was bij Darwin al bekend. Van giechelende apen tot hu-hut geluiden.
Hans Beelen zegt
Wie schön, dass ‘Von singenden Mäusen und quietschenden Elephanten, Wie Tiere kommunizieren und was wir lernen, wenn wir ihnen zuhören’ (2021) nun auch in niederländischer Übersetzung vorliegt.