• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Het lege nest van de historische letterkunde

14 oktober 2022 door Lieke van Deinsen 3 Reacties

De canon als collectief cultureel (kortetermijn)geheugen

Op vrijdag 7 oktober reflecteerden verschillende neerlandici in de Koninklijke Bibliotheek op de resultaten van de canonenquête. Op Neerlandistiek worden de bijdragen van de sprekers gebundeld – opdat de discussie breder kan worden voortgezet.

Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hic anda thu. De (ietwat geromantiseerde) geschiedenis van de Nederlandse literatuur begint met een zinnetje uit de elfde eeuw. Alle vogels zijn al aan het nestelen, behalve ik en jij. Een metaforisch hoogstandje met een tijdloze boodschap die zelfs voor een millennial – zeker met een schuine blik op de ontplofte huizenmarkt – nog altijd niets aan actualiteitswaarde heeft ingeboet. Ze staat aan de voet van een volkstalige literaire traditie die zich ontplooide in een grillig cultureel landschap, onder de continue dreiging van het Frans, het Duits en (later) het Engels. Maar verpulverd werd zij niet. Sterker nog: in de eeuwen die volgden groeide de Nederlandse literatuur uit tot grote hoogte, eerst in het Zuiden, daarna in het Noorden. Met hoogtepunten als Van den Vos Reynaerde en de Mariken van Nieumeghen, de taalvirtuoze acrobatiek van literaire reuzen als Vondel, Hooft en Bredero. Een talige traditie die het koesteren waard is. Althans dat zou je denken.

Duikvluchten

De uitkomsten van de recente canonenquête schetsen een ander beeld. Enkele observaties op basis van de lijstjes, voor wat ze waard zijn.

#2002#2022TitelAuteur
22Van den vos Reynaerde (13de eeuw)Willem die Madocke
436Gijsbreght van Aemstel (1637)Vondel
726Beatrijs (midden 13de eeuw)anoniem
818Karel ende Elegast (einde 12e eeuw)anoniem
1138Mariken van Nieumeghen (begin 16e eeuw)anoniem
1417De historie van mejuffrouw Sara Burgerhart (1782)Wolff & Deken
1636Lucifer (1654)Vondel
1766De spyeghel der saligheyt van Elckerlijc (15de eeuw)anoniem
18116Spaanschen Brabander (1617)Bredero
25260Nederlandsche historien (1642-1647)Hooft
32203Wilhelmus (ca. 1572)[tja]
37397Groot lied-boeck (1622)Bredero
42105Strofische gedichten (13de eeuw)Hadewijch
43294Abele spelen (ca. 1400)Anoniem
51101Roman van Walewein (begin 13de eeuw)Penninc & Vostaert
5299‘Egidius waer bestu bleven?’anoniem
53209Lof der Zotheid (1509)Erasmus
59–Hekeldichten (1646)Vondel
73303Ulenspieghel (ca. 1519)Anoniem
74491Granida (1603-1604)Hooft
75–Geeraerdt van Velsen (1613)Hooft
76205Warenar (1617)Hooft
77304Palamedes (1625)Vondel
78136Statenbijbel (1637)(diverse vertalers)
79277Kleine gedigten voor kinderen (1778-1782)Van Alphen
92–Trouringh (1637)Cats
93512Korenbloemen (1658, 1672)Huygens
94–Wiskunstenaars of ’t gevluchte juffertje (1715)Langendijk

Fig. 1. Vergelijking notering titels geschreven voor 1800 in de canonenquêtes 2002 en 2022.

Waar in 2002 op de vraag ‘Welke teksten behoren zéker tot de Nederlandstalige literaire klassieken?’ nog 28 werken geschreven voor 1800 tot de honderd meestgenoemde behoorden, is het merendeel van deze titels twintig jaar later in een vrije val beland (Fig.1). De rotsvaste Reynaerde uitgezonderd, zakken alle historische titels, soms zelfs tot onpeilbare diepte. Hierbij valt op dat vooral de literatuur uit de vroegmoderne tijd tanende is. Bredero’s Spaanschen Brabander van 18 naar 116. Hoofts Grandida van 74 naar 491. Huygens Korenbloemen van 93 naar 512. Cats’ Trouringh – een absolute bestseller tot ver in de negentiende eeuw – haalt zelfs de noodzakelijke ondergrens van drie stemmen niet. Is de ‘Gouden eeuw’ na de discussie over haar naam ook haar literaire glans verloren?

#2022TitelAuteur
2Van den vos Reynaerde (13de eeuw)Willem die Madocke
17De historie van mejuffrouw Sara Burgerhart (1782)Wolff & Deken
18Karel ende Elegast (einde 12e eeuw)anoniem
26Beatrijs (midden 13de eeuw)anoniem
33Gijsbreght van Aemstel (1637)Vondel
36Lucifer (1654)Vondel
38Mariken van Nieumeghen (begin 16e eeuw)anoniem
66De spyeghel der saligheyt van Elckerlijc (15de eeuw)anoniem
99‘Egidius waer bestu bleven?’anoniem

Fig. 2. Titels geschreven voor 1800 in de ‘top-100’ van de canonenquête 2022.

Uiteindelijk haalden slechts negen titels van de oorspronkelijke lijst opnieuw de ‘top 100’ (fig. 2). Er voegden zich bovendien geen nieuwe historischetitels in hun gelederen. De historische letterkunde lijkt zich – als we tenminste van deze nieuwe resultaten uitgaan – te bevinden in een duizelingwekkende duikvlucht waarbij de val van Lucifer schraal afsteekt.

De proef op de som: hoe vergaat het de schrijvers van deze werken?

Dat beeld is evenmin rooskleurig (fig. 3). Stuk voor stuk duikelen de historische auteurs naar beneden, niet zelden met een rotvaart. Ditmaal zonder geruststellende uitzondering op de regel. Van een top 100 met 29 historische auteurs in 2002, naar slechts twaalf in 2022 (fig. 4). En dan werden Wolff en Deken ditmaal afzonderlijk geteld. Het kan echter niet verbloemen dat hun achttiende-eeuwse tijdgenoten – eerder nog ruim vertegenwoordigd, zij het in de onderste regionen– het canonieke nest hebben moeten verlaten. Dag Justus, dag Jacob Campo, dag Pieter, dag Belle, dag Hieronymus, al vindt die laatste nog wel zijn weg naar de ‘tiplijst’ jeugdliteratuur.

#2002#2022Auteur
212Joost van den Vondel
49Willem die Madocke maecte
742P.C. Hooft
966G.A. Bredero
1648De auteur van Beatrijs
1927/29Betje Wolff en Aagje Deken
2032De auteur van Karel ende Elegast
21117Constantijn Huygens
2436Hadewijch
2858De auteur van Mariken van Nieumeghen
3395De auteur van De spyeghel der salicheyt van Elckerlijc
43222De auteur van Wilhelmus
48151Desiderius Erasmus
49276De auteur van Abele spelen
51240Jacob Cats
5699Jacob van Maerlant
61–Penninc & Pieter Vostaert
62115De auteur van Egidius waer bestu bleven?
65–Heinric van Veldeke
66–Pieter Langendijk
70–Justus van Effen
71–Hieronymus van Alphen
84346Jan van Ruusbroec
85302De auteur van Tijl Uilenspiegel
86110Anna Bijns
87–Adriaen Valerius
88155De auteur van Bijbel (Statenvertaling)
89–Jacob Campo Weyerman
90–Belle van Zuylen

Fig. 3. Vergelijking notering auteurs voor 1800 in de canonenquêtes 2002 en 2022.

#2022Auteur
2Willem die Madocke
12Joost van den Vondel
27Betje Wolff
29Aagje Deken
32De auteur van Karel ende Elegast
36Hadewijch
42P.C. Hooft
48De auteur van Beatrijs
58De auteur van Mariken van Nieumeghen
66G.A. Bredero
95De auteur van De spyeghel der salicheyt van Elckerlijc
99Jacob van Maerlant

Fig. 4. Auteurs voor 1800 in de ‘top-100’ van de canonenquête 2022.

Kanttekeningen

Er zijn vanzelfsprekend (en gelukkig) relativeringen bij deze lijstjes te plaatsen. Is het wegvallen van historische titels en auteurs niet het directe gevolg, zoals Marc van Oostendorp opmerkte, van de keuze de lijsten samen te stellen op basis van de ‘individuele top-tienen’ van de respondenten? ‘Het zijn dus’ aldus Van Oostendorp, ‘alleen de schrijvers en werken die genoemd zijn als de absolute toppers, terwijl er misschien ook wel mensen in de canon thuishoren die een heleboel mensen pas op de twintigste plaats zouden zetten. Je kunt je bijvoorbeeld voorstellen dat dit geldt voor veel van de historische schrijvers die nu afgevallen zijn.’ Niet ondenkbaar, maar het feit dat nu eenzelfde vraagstelling en werkwijze als in 2002 werd toegepast, lijkt dit toch tegen te spreken.

Waarschijnlijker lijkt me dat we hier – naast de invloed van de factor tijd en (veranderend) tijdsgewricht – vooral het effect van de veranderde doelgroep van de bevraging zien. Waar in 2002 naar de mening van de leden van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde werd gevraagd, richtte de enquête zich nu tot een brede groep van ‘professionele lezers en liefhebbers’. Het lijkt niet verwonderlijk dat de oudere letterkunde juist binnen de (oudere en meer academische) gelederen van de Maatschappij meer weerklank vond (en vindt).

Misschien moet het zojuist door mij geschetste apocalyptisch beeld van de veranderende appreciate van de historische letterkunde überhaupt de prullenbak in, omdat ze stoelt op een vergelijking van twee (wat betreft de doelgroep) ongelijkvormige enquêtes.

De canon als collectief cultureel (kortetermijn) geheugen

Toch stelt me dit als historisch letterkundige ook niet helemaalgerust. Niet op de laatste plaats omdat respondenten op de, mijns inziens veel fundamentelere, vraag naar de functie van een literaire canon wel en masse als antwoord ‘een fundament van een collectief cultureel geheugen’ gaven (zie vraag 3.1. p.9). Over de plaats van de oudere literatuur in dit ‘collectief cultureel geheugen’ lijken de de resulaten boekdelen te spreken. En, het moge duidelijk zijn, dan heb ik het niet over de zevenentwintig boekdelen van Hoofts Nederlandsche Historien (1642-1647), anno 2002 nog aanvoerder van de lijst ‘ten onrechte vergeten klassiekers’, nu niet meer ‘ten onrechte’ maar volstrekt over het hoofd gezien, net als nagenoeg alle andere historische titels op datzelfde ‘vergeten klassiekers’ lijstje.

Lijden we aan collectief literair geheugenverlies? Het lijkt er alvast wel op dat we ‘collectief cultureel geheugen’ vooral moeten opvatten als een ‘collectief korte termijn geheugen’. Over de doden niets dan goeds, maar dan liefst toch de meer recente. Jeroen Brouwers van plaats 106 naar 10. Ook in meer algemene zin valt de opmars van recente auteurs op. Waren in 2002 slechts drie van de in de top-honderd genoemde werken nog geen twee decennia oud; in 2022 zijn dat er niet minder dan 18. Historische auteurs lijken vooral plaats te maken voor eigentijdse (vrouwelijke!) collega’s.

Deze verschuivingen roepen enkele fundamentele vragen op: wanneer kunnen we eigenlijk spreken van een literaire klassieker? Hoe zorgen we ervoor dat die – als we dat überhaupt al willen – gelezen worden? En welke rol kan een eventuele canon hierin spelen? Het zijn kwesties die in de stroom reacties die de bekendmaking van de resultaten afgelopen week op gang bracht amper aan de orde kwamen. Toch lijken me dit de grote vraagstukken die we vandaag, en de komende tijd, met elkaar moeten bediscusseren.

Ze leiden bij mij alvast tot professioneel gewetensonderzoek. Ben ik wel met de juiste dingen bezig? De afgelopen jaren heb ik me vooral ingespannen om vergeten vroegmoderne schrijvende vrouwen (letterlijk) van een gezicht te voorzien. De canonieke kopstukken liet ik voor wat ze waren, een tendens die bij veel van mijn generatiegenoten valt te ontwaren. Maar Vondel, de dichter voor wie ik ooit de vroegmoderne tijd indook, wie stut en stijft nog zijn gedichten? Ook een dode, oude, witte man blijkt het niet meer op eigen kracht te redden. Zelfs niet als het ‘de prins’ der Nederlandse dichters betreft.

Tot besluit. Er zijn ook positievere geluiden. De relatief stabiele positie van werken als de Sara Burgerhart en – als we iets verder kijken – de opmars van Lovelings Het Revolverschot lijken te suggereren dat het heruitgeven en hertalen van teksten uit het verre verleden effect kan hebben op de literaire houdbaarheidsdatum. Misschien zelfs dat de opname in een canon – zoals dat de Sara Burgerhart recent overkwam met haar venster in de canon van Nederland – impact heeft. En dan is er de nog geruststellendere conslusie dat bijna tachtig procent van de respondenten van mening is literatuur én literatuurgeschiedenis een plaats verdient in alle richtingen van het middelbaar en secundair onderwijs. Wat de historische letterkunde betreft, lijkt me vooral daar de winst te behalen. Maar dat is een onderwerp voor het volgende panel. Misschien hoef ik de eerste week van mijn vaste aanstelling als docent en onderzoeker historische Nederlandse letterkunde toch niet in mineur af te sluiten. Wat wel duidelijk is: wil de historische letterkunde niet aan een leegnestsyndroom ten onder gaan, dan is er werk aan de winkel. Waar wachten we op. Wat unbidan wi nu!

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: canon, letterkunde

Lees Interacties

Reacties

  1. Rolf den Otter zegt

    14 oktober 2022 om 17:24

    Beste Lieke,

    Misschien is het een ontzettend stokpaartje van mij, maar waarom, waarom, waarom, zijn er de zoveelste heruitgaven van teksten die niemand meer leest (hoe mooi vormgegeven ook), terwijl de praktijk van die tijd vol-ko-men genegeerd wordt? Ik heb net Oscar Wester’s “welsprekende burgers” uitgelezen en ik zie daar hoe weinig boeken er zelfs in de 19e eeuw waren, maar dat die gedeeld en voorgelezen werden. In Marita Matthijsen’s “L, de dezer van de 19e eeuw” lees ik dat boeken collectief door mensen gekocht werden, aan elkaar doorgegeven en in het huisgezin (er was alleen maar olielamp s’avonds) door één persoon voorgelezen. Rick Honings schrijft in “de gefnuikte arend” dat Bilderdijk’s gedichten vooral voor voordracht geschreven zijn en van der Berg schrijft dat het not done was iets te publiceren vóór dat het voorgedragen was!

    En wat gebeurd er met de oude teksten die gewoon ook op DBNL zijn?
    Ze worden fijn heruitgegeven in een boekje.

    Waarom niet een stemacteur van formaat in een media productie? Waarom niet hetgeen doen waar die literatuur voor bedoeld was? Waarom niet originele media producties die werkelijk iets toevoegen, in plaats van het zoveelste tekstboekje?

    Misschien dat dát helpt die teksten weer onder de aandacht te brengen!

    Beantwoorden
  2. Jan Uyttendaele zegt

    15 oktober 2022 om 10:56

    Ik heb geprobeerd om oude teksten in het onderwijs nieuw leven in te blazen. Zie mijn leermiddelen op Klascement.

    Beantwoorden
  3. Theo Druijven zegt

    16 oktober 2022 om 08:56

    Dertig jaar geleden, bij de invoering der Onderwijsvernieuwing, werd Nederlandse literatuur kort & krachtig geformuleerd afgeschaft, in praktijk zo krachtig, dat de rector der rectoren in het MBO zich ervoor veront-schuldigde . Hij had zelf Nederlands gegeven vanaf 1968 en begreep mijn teleurstelling. Ik had nog college gelopen bij Wim Caron en Leen Strengholt.
    Tja, ‘wat umbidan we’ ? de leerlingen KUNNEN de werken niet meer lezen. Dan kiezen zij er niet meer voor,

    Lieke, je begint als docent…mijn betere wensen vergezellen jou….veel sterkte & geduld

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij Rolf den OtterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d