Als co-auteur van het rapport over de canon-enquête, waar nu zoveel om te doen is, en als onderzoeker die zich buigt over gender en literatuur, heb ik me verbaasd over de teneur in heel wat stukken van de enorme stortvloed van reacties op ons rapport met onder andere allerlei stukken op Neerlandistiek. Het valt me op dat nogal wat mensen verontwaardigd zijn over het geringe aantal vrouwen in de lijstjes die mensen geven als je ze vraagt naar wie nu eigenlijk de grote klassieke auteurs zijn die ons collectieve literaire geheugen belichamen. Je leest dan dingen als: “Dat betekent dat de waardering voor de romans van vrouwen nog steeds zeer laag is, ook van vrouwen, ook van leraren Nederlands.” De formulering “nog steeds” doet alsof het de bedoeling is dat dit op termijn hopelijk verandert. Of “het aantal schrijfsters is dan wel meer dan verdubbeld, maar met slechts achttien werken valt hun aandeel vreselijk tegen.” Let op de formulering: “vreselijk”. Wie mij niet gelooft, moet maar eens op Twitter kijken.
Die reactie van verontwaardiging begrijp ik niet goed.
Wat is daar zo fout aan, aan die lage proportie vrouwen? Dat is alleen erg als je ervan uitgaat dat er allerlei grote schrijfsters over het hoofd gezien worden, wat een beetje zonde zou zijn, want dan zijn mensen niet op de hoogte van al dat moois dat ze missen. Maar als ik de indignado/a’s (m/v/x) vraag wélke vrouwen dan onmisbaar zijn die lijstjes, krijg je namen van schrijfsters van nogal duffe, taaie, en niet echt leuke boeken, van Boudier-Bakker, Loveling, Wolff & Deken, Bijns, Hadewijch, Haasse, Blaman. Overigens staan al die vrouwen gewoon in die lijstjes. Welke vrouwen ontbreken helemaal in het rapport? Die er echt moeten instaan omdat ze zo goed schrijven dat je er niet omheen kunt.
Ik ken eigenlijk nauwelijks iemand die boeken van Boudier-Bakker écht weergaloos vindt. Er zullen wel een paar liefhebbers zijn, maar waarom is dat érg als mensen die niet noemen of niet vaak genoeg noemen? Waarom zou je verontwaardigd zijn als mensen je smaak niet delen? Waarom wil je dat het aandeel vrouwen hoger is? De klachten maken op mij de indruk van een Metallica-fan die nogal drammerig wil dat Nothing else matters hoger eindigt in de hitlijstjes op het einde van het jaar.
Ook valt me op dat nogal wat van die mensen die het lage aantal vrouwelijke auteurs betreuren, zelf niet veel gelezen hebben van de schrijfsters die ze nu zo jammerlijk vergeten vinden. Als ik vraag welke passages, hoofdstukken, gedichten, toneelteksten ze me zouden aanraden, dan zijn de suggesties beperkt. Ik word niet heel warm van die passages. Ik zeg helemaal niet dat mijn smaak de norm is, maar ik moet me daar toch niet schuldig over voelen? Ik vind Annie M.G. Schmidt heel goed, maar dat is eigenlijk de enige schrijfster die ik echt graag gelezen heb. Als vrouwen ondervertegenwoordigd zijn op de leeslijsten, welk groot onrecht is daar dan geschied? Waarom is dat erger dan als er verhoudingsgewijs weinig laagopgeleiden, atleten, hobbykoks, of exacte-wetenschappers onder de literaire auteurs vertegenwoordigd zijn?
Het veelgebruikte argument dat iedereen zich in de canon moet herkennen, vind ik niet zo sterk. Ten eerste wordt literatuur veel meer geconsumeerd door vrouwen dan door mannen. Het is dus niet zo dat vrouwen literatuur de rug toekeren. Ten tweede: je kunt ook naar snooker of natuurdocumentaires kijken zonder dat je zelf iets voorstelt met een keu in de hand of zonder dat je graag in het bos vertoeft. Ik ben zelf van beide een voorbeeld.
Literatuurwetenschappers zijn sterk geboeid door gender, en ze zijn experten in het blootleggen van verborgen mysogynie of scheve machtsverhoudingen in teksten. Maar waar ze soms niet zo goed in zijn, is het motiveren van hun verontwaardiging. Het is alsof een taalkundige met heel veel kennis van zaken aantoont dat het Engels in de loop van de geschiedenis zijn V2-syntaxis stapje voor stapje is kwijt geraakt, en daar verontwaardigd over is. Het is niet omdat je met kennis van zaken spreekt over een fenomeen, dat je verontwaardiging erover verder niet gemotiveerd moet worden.
Sanneke van Hassel zegt
Mensje Keulen, Helga Ruebsamen, Lin Scholte, Mary Dorna, Monika van Paemel, Joke van Leeuwen, Nelleke Noordervliet, Patricia de Martelaere, Hermine de Graaf.
Freek Van de Velde zegt
Joke van Leeuwen. Ja dat is waar. Weergaloos. Maar ook die staat gewoon in de lijstjes. Die is niet ‘over het hoofd’ gezien.
maanantai zegt
Geachte Heer van de Velde,
Wat leuk dat iemand die betrokken is bij dit spannende project ons even de les komt lezen over de volslagen overbodigheid van de reuring. Uw boodschap lijkt daarbij te zijn ‘maar al die vrouwen konden toch gewoon helemaal niet schrijven’ zoals we de boodschap in het verleden ook al verkocht kregen door het patriarchaat dat u heel zorgvuldig van een vinkje heeft voorzien. Iemand voert een lijstje met negen namen op, en uw (typische) reactie is als een echte keurmeester slechts op één van deze namen te reageren met uw welbevinden, de rest kan de prullenbak in. Goed, laten we dan ter wille van het experiment de rollen eens omdraaien: ik verwacht van u hieronder een motivatie waarom een vrouw die wel in de canon der grote klassiekers staat, Lale Gül, waarom Gul die plaats wél verdient en bovenstaande negen vrouwen niet. Ik ben werkelijk heel erg benieuwd naar het antwoord. Andere lezers kunnen ondertussen mijn brief aan Ingmar Heytze lezen, die tot mijn grote schrik ook al niet tot de Canon der Nederlandse Letteren (aangekondigd door KANTL zelf als ‘de nieuwe klassiekers) behoort, net als ‘Bildungsmeester’ Piet Gerbrandy. Lees even mee!
https://www.martijnbenders.nl/entries-from-benders-psychosupersum/ingmar-heytze-niet-in-de-canon/
frankwillaert zegt
Waar heeft de KANTL het over ‘de nieuwe klassiekers’?
Martijn Benders zegt
In hun eigen tijdschrift.
frankwillaert zegt
En welk tijdschrift mag dat dan wel zijn?
Freek Van de Velde zegt
Ik denk dat je mijn stuk een beetje verkeerd begrepen hebt. Misschien heb ik het niet goed geformuleerd, dat kan. Gül “verdient” helemaal geen plaats. Die is gewoon vaker genoemd dat Herzberg. Mijn punt is: elke lezer is vrij om die enquête in te vullen naar eigen smaak. Ik snap niet goed waarom je verontwaardigd zou zijn. Ja, natuurlijk, als je fan bent van een schrijfster, dan kun je willen dat die vaker genoemd is, maar het is toch geen competitie, en je wil toch niet dat iedereen dezelfde smaak heeft. Wat geeft het dat ik Ina Boudier-Bakker of Charlotte Mutsaers niet goed vind? Waarom zou je daar verontwaardigd over zijn? Ik zeg het nog eens: mijn smaak is niet de norm.
Martijn Benders zegt
Ik heb jouw stuk helemaal niet verkeerd begrepen. Je kent canonieke waarde toe aan deze lijst en beweert tegelijkertijd dat je niks hoeft verantwoorden omdat het allemaal maar smaakjes zouden zijn. Zo lust ik er nog wel een paar.
Freek Van de Velde zegt
Ik heb die lijst niet samengesteld, Mr. Benders. Dat hebben de invullers gedaan. Ik kan die niet overrulen. Ik neem de antwoorden van de invullers serieus. Als die geen pap lusten van schrijfster X of Y, tja. Dan kun je dat betreuren, maar in die verontwaardiging schuilt m.i. ook een elitaire vorm van je eigen smaak verheffen boven die van de zogezegd onwetende invullers.
Joost Vrieler zegt
Eva Gerlach, Ida Gerhardt, Sanneke van Hassel, Frida Vogels, Hanna Bervoets, Judith Herzberg…
Freek Van de Velde zegt
Maar beste mensen, ik betwijfel niet dat jullie die schrijfsters zelf heel goed vinden, maar wat hindert het nu dat andere mensen die niet noemen? Van Judith Herzberg heb ik hier thuis een prachtige (gesigneerde!) poëziebundel, maar ik lig daar niet zo van wakker dat die een of ander lijstje niet gehaald heeft. Als mensen haar niet noemen, waarom word je daar kwaad van? J.M.H. Berckmans, een man, staat ook niet in het lijstje. En die vind ik heel goed. So what?
Berthold van Maris zegt
Hadewijch duf en taai?
Freek Van de Velde zegt
Ja, kwestie van smaak. Dat is mijn punt: waarom zou je verontwaardigd zijn over iemands smaak?
maanantai zegt
Nou Freek, van harte gefeliciteerd: met je geveinsde verbazing is het je gelukt mijn weblog te halen: Het echte probleem is vrij eenvoudig te definiëren: ik ken persoonlijk niemand die het oneens is met het idee dat het onderwijs afgelopen 50 jaar pijlsnel achteruit is gegaan qua niveau. Goed. Maar nu komt het: tegelijkertijd zien we dat het onderwijs juist ook veel meer de boel is gaan aansturen. En die twee zaken zijn nu net niet met elkaar te rijmen. Iets erodeert in sneltempo, en dat maak je dan steeds machtiger.
Dat is natuurlijk een verschrikkelijk slecht idee.
Gevolg is een clubje ambtenaren dat je RIVM kunt noemen of KANTL die zich oppermachtig wanen en menen dat het hun heilige taak is de maatschappij aan te sturen, in dit geval middels een lerarencanon die geen enkele normatieve waarde heeft als DE canon.
https://www.martijnbenders.nl/entries-from-benders-psychosupersum/hoe-ga-je-om-met-een-kantl-trol/
frankwillaert zegt
De KANTL een clubje ambtenaren? Meneer Benders, doe eerst uw huiswerk.
Marc van Oostendorp zegt
(Deze lijn in de discussie is hierbij gesloten.)
Els Stronks zegt
Ik vind de parallel met V2 syntaxis eigenaardig: is die tot stand gekomen omdat bepaalde (belangen)groeperingen hebben ingezet of hebben vastgehouden aan een bepaalde variant? Dat denk ik niet.
Bij onze kijk op literatuur, en wat van literaire waarde is, is er wel sprake van menselijke bemoeienis in de overlevingskans. Van mensen als de uitgevers, recensenten, de auteurs zelf, de lezers. En ook de makers van een canon. Ik neem aan dat je dat wist toen je aan deze onderneming begon.
En dan snap ik weer niet zo goed waarom je de verontwaardiging niet begrijpt. Dat de optelsom van de waardering van het publiek vragen oproept – van welke aard ook – is te verwachten gezien het feit een canon mensenwerk is. Dat die vragen dat mensenwerk blootleggen om de overlevingskansen van bepaalde auteurs te vergroten, is de reden waarom ze gesteld worden. Meer onderbouwing hebben de vraagstellers toch niet nodig, gezien hoe een canon werkt?
Freek Van de Velde zegt
Maar als ik Bijns of Mutsaers niet goed vind, waarom moet ik die dan noemen? Als dat niet mag, vraag het me dan ook niet, als geënquêteerde. Nee? Dat Bijns door mensen als ik lagere overlevingskansen heeft dan Hooft, dan kan dat toch ook liggen aan de lagere kwaliteit van Bijns, in mijn ogen.
Els Stronks zegt
Kwaliteit is bij het overleven nooit het enige criterium. Teksten worden overgeleverd door mensen. En alle lezers zijn beïnvloed door keuzes die die mensen gemaakt hebben. De vragenstellers zijn op zoek naar de effecten van zo’n keuze, om kwaliteit van teksten die door andere factoren in de vergetelheid zijn geraakt opnieuw te laten ontdekken.
Eva zegt
“Die reactie van verontwaardiging begrijp ik niet goed.”
Dat was de lezer toen ook al wel duidelijk, dat je begripsvermogen een zeer beperkte lengte & diepte heeft, maar toch complimenten voor de eerlijkheid.
Freek Van de Velde zegt
Hahaha. Verontwaardigd over mijn gebrek aan verontwaardiging. En dan zo’n flauwe uithaal, zonder inhoud.
Rolf den Otter zegt
Ik wil graag een pleidooi houden voor de gedichten van Katharyne Lescailje (1649-1711) En wel hierom:
https://youtu.be/1PoPU–BJvQ?t=125 Bovendien, ze heeft nog meer juweeltjes geschreven.
Heleen van der Ham zegt
Je hebt het steeds over smaak en dat is waar de schoen wringt. Dat er bij dit soort lijstjes weinig vrouwen worden genoemd, is nauwelijks te wijten aan smaak, maar is het resultaat van de jarenlange literaire ‘opvoeding’ van je respondenten. Jij bent van mijn generatie en hebt dus net als ik vrijwel uitsluitend mannelijke schrijvers voorgeschoteld gekregen in je vormende jaren.
Corina Koolen van de UvA heeft in 2018 onderzoek gedaan naar de waardering van vrouwelijke en mannelijke schrijvers. De harde conclusie is dat er geen aantoonbaar verschil is in literaire kwaliteit, maar dat een boek toch lager wordt beoordeeld als het geschreven is door een vrouw. Ook door vrouwen en ook door veelgelezen mensen.
Dat je de verontwaardiging niet begrijpt, vind ik dus enigzins naïef.
Overigens blijkt blijkt keer op keer uit onderzoek dat mannen nauwelijks boeken van vrouwelijke schrijvers lezen (zie bijvoorbeeld het samenvattende artikel in The Guardian van 31 mei 2022) – hoe kunnen zij weten dat dit niet hun smaak is, als ze het nooit lezen?
Freek Van de Velde zegt
Ik heb zelf ook statistisch geïnformeerd onderzoek uitgevoerd naar hoe er over vrouwen geschreven wordt. Ik heb dat artikel ook doorgelinkt in bovenstaand stuk. Daaruit blijkt dat woorden in de buurt van vrouwelijke auteurs in literatuurgeschiedenissen *positiever* zijn dan woorden in de buurt van mannelijke auteurs.
Heleen van der Ham zegt
Uiteraard, je moest/moet als vrouw ook wel heel erg goed zijn om überhaupt genoemd te worden.
Freek Van de Velde zegt
In dat artikel laten we zien dat er redenen zijn om te twijfelen aan die verklaring.
prometheusd zegt
Als ik het goed heb, werkt het dus zo… het volk vult een enquete in. De enquete is verwerkt, de uitslag is bekend. Het volk kankert vervolgens op de brenger van het nieuws maar is niet (zelden / nooit) in staat tot enige zelfreflectie. Nee, liever cynische antwoorden geven en zichzelf op de borst roffelen en de eigen pleidooien promoten. Had die enquete dan volgestopt met vrouwen! Ik vind die hele genderdiscussie overigens kant noch wal raken. Of je vrouw, man, homofiel of dood bent… je kan schrijven of niet. En ik maak zelf wel uit of je boek er toe doet. Stelletje zeurpieten. Kijk eerst naar jezelf en stop met vertellen wat de ander verkeerd doet. Graag meer boodschappers als Freek van de Velde (en in godsnaam Metallica uit de top 2000)
Aukje van Hout zegt
Een schrijfster als Ina Boudier-Bakker was razend populair in haar tijd. Zij schreef veel bestsellers en veel van haar boeken beleefden vele herdrukken. Dat zij nu niet meer gelezen wordt, is onder andere het gevolg van (bewuste en onbewuste) canoniseringsprocessen in het verleden en zegt weinig over de literaire kwaliteit ervan. Het is dus niet gek dat zij nu niet is genoemd, maar daarover kun je wel degelijk verontwaardigd of verbaasd zijn.
Als ik u goed begrijp moeten we deze canon meer zien als een inventarisatie van boeken die populair zijn bij (een bepaalde groep) lezers anno 2022. Een afspiegeling in plaats van een normerend instrument. Maar daarmee doet u weinig recht aan de werkelijkheid.
Canoniseringsprocessen zijn grillig, maar bepalen wel degelijk de normen. En die normen hebben jarenlang vrouwen en andere minderheden uitgesloten. Als je pretendeert een canon te maken – een verzameling van literatuur die je hoe dan ook een bepaalde waarde geeft (al dan niet bewust) – dan draag je mijns inziens een verantwoordelijkheid. Dat die niet genomen wordt, roep inderdaad verontwaardiging op.
Freek Van de Velde zegt
Maar we hebben in dat rapport helemaal niet de ambitie noch de pretentie een canon op te stellen! Het is een enquête over de canon. Die is niet voorschrijvend. We laten zien wat mensen denken. Niet wat ze moeten denken.
Marijke Meijer Drees zegt
Een showballonnetje, dit stuk. Badinerende titel, dan wat zelfpromotie (‘co-auteur’ van etc., ‘onderzoeker’ van ‘gender en literatuur’) en vervolgens louter gespeelde verbazing: over smaak valt toch niet te twisten? Best leuk gedaan hoor. En succes gewenst met dat onderzoek.
Freek Van de Velde zegt
Die zelfpromotie is omdat ik merk dat ik anders niet au sérieux genomen wordt. “Ja maar jij bent geen expert en wij wel” is een reactie die ik al vaak gekregen heb. En ja, ik ben ook wel trots dat ik als witte cisman met kennis van zaken meespreek. Heerlijk
Jan Uyttendaele zegt
Het grootste probleem is dat deze enquête ten onrechte een ‘canonenquëte’ wordt genoemd. Eigenlijk gaat het om een soort literaire ‘populariteitspoll’ bij een heel beperkt aantal lezers. De resultaten van deze enquête geven een beeld van de literaire voorkeuren van tweeduizend mensen (hoeveel procent van de literatuur lezende bevolking is dat?) van Vlaanderen en Nederland. Een literaire canon, d.w.z. een lijst van de belangrijkste (meest essentiële, klassieke, invloedrijke, gewaardeerde enz.) werken uit de Nederlandstalige literatuur van heden en verleden, kan alleen door specialisten worden samengesteld. Deze enquête, gemodereerd door wetenschappers, is gewoon verloren tijd en geld. Die (literatuur)wetenschappers hadden hun tijd en hun expertise beter besteed aan het opstellen van een échte literaire canon. De ‘literaire canon vanuit Vlaams perspectief’ van de KANTL kan daarbij als voorbeeld dienen. De zgn. ‘Canon van Nederland’ is toch ook niet gemaakt op grond van een enquête? Stel je voor dat die op die manier tot stand zou zijn gekomen!
Freek Van de Velde zegt
We hebben op vraag van de Taalunie een opvolgstudie gedaan van een initiatief uit 2002. Schiet niet op de pianist.
Jan Uyttendaele zegt
Maar de pianist is wel bereid geweest om deze volstrekt zinloze, polariserende en tijd- en geldverslindende opdracht van de Taalunie uit te voeren. De Taalunie zou het samenstellen van top 100 hitlijsten beter aan de media overlaten. Door de academische begeleiding en rapportering krijgt deze enquête bovendien een wetenschappelijk draagwijdte die ze helemaal niet verdient.
Freek Van de Velde zegt
Je moet dat rapport eens lezen. Dat is heel gedetailleerd ej genuanceerd en laat ook zien waarom het een zinvolle of zinloze onderneming is om canons op te stellen of wat daaronder verstaan wordt.
Robert Kruzdlo zegt
Niemand, een groep kan, met alle goede wil kan een canon samenstellen. Dat is bewezen. (Zie boven.) Wel kun je een discussie voeren over waarom dit niet lukt. Er is geen enkel intellect en inteligentie die ontsnapt aan broddelwerk. Het lorrenwerk is van groot belang immers men kan altijd beter. De uitkomst waarom het NIET lukt is altijd beter dan het resultaat…, dat het weer niet gelukt is.
Berthold van Maris zegt
Waarom houdt een taalkundige zich bezig met de literaire canon?
Freek Van de Velde zegt
1° Ik ben hiervoor gevraagd. 2° Ik heb een brede interesse in taal- en letterkunde. 3° Ik heb wel e.e.a. gelezen én gepubliceerd over taal & gender.
frankwillaert zegt
Het gaat hier niet om een canon, maar om een enquête óver de canon. Die nuance is zowel in de berichtgeving als in de soms wat oververhitte discussies helemaal afwezig, en dat is jammer. Bij het analyseren van een enquête is iemand met statistische vaardigheden zeker meer dan welkom. Het valt me op dat in de discussies weinig aandacht geschonken wordt aan de vaststellingen en nuanceringen die door de statistische berekeningen mogelijk gemaakt worden en die nochtans makkelijk te vinden zijn (https://kantl.be/assets/files/pages/files/De_Nederlandstalige_literaire_canon(s)_anno_2022_-_Een_enquête_naar_de_literaire_klassieken_Rapport_(voorpublicatie).pdf). Die zijn nochtans minstens even interessant als de lijst waarover nu zo gebakkeleid wordt. Ook het feit dat veel geënquêteerden de moeite genomen hebben om in een vrij veld hun keuzes toe te lichten of te nuanceren, krijgt maar weinig aandacht. Dat is eveneens jammer. En verder mag natuurlijk iedereen zich met literaire canon(s) inlaten. Zelfs taalkundigen.
Berthold van Maris zegt
Voor die literatuur geschreven door vrouwen is er een eenvoudige oplossing: stel een lijst van 50 goede boeken geschreven door vrouwen op.
Freek Van de Velde zegt
Maar wie moet die lijst dan opstellen? Opnieuw een enquête? Of een panel van selecte experten? Mij niet gelaten. Ik denk dat zulke lijsten ook al bestaan.
Berthold van Maris zegt
Een heleboel verschillende lijsten,,dat lijkt mij het beste. Sommige democratisch samengesteld, andere strikt persoonlijk en individueel. Een netwerk van boeken, een netwerk van lijsten.
Berthold van Maris zegt
Okee, ik begrijp het.