Woorden als pianokruk, brandweervrouw en toetsenbord zijn transparante samenstellingen. Pianokruk is bijvoorbeeld opgebouwd uit piano en kruk, woorden die allebei ook los gebruikt worden en die je dus goed in de samenstelling herkent. Daartegenover staan woorden die we niet meer herkennen als samenstelling doordat we de delen niet meer los gebruiken. Een voorbeeld is wereld. Dat is ontstaan als samenstelling met de betekenis ‘mensenleven’. In dit artikel kom je te weten hoe het woord is veranderd.
Proto-Germaans: *weraldiz
Wereld heeft dezelfde oorsprong als het Engelse world, het Duitse Welt, het Friese wrâld, het Nedersaksische wearld en het IJslandse veröld. De gereconstrueerde Proto-Germaanse voorganger van al die woorden is *weraldiz. Dat was een samenstelling van twee woorden: *weraz en *aldiz. *-Az en *-iz waren naamvalsuitgangen.
Gereconstrueerd Proto-Germaans Het Proto-Germaans is de voorouder van alle Germaanse talen. Er zijn geen teksten in het Proto-Germaans overgeleverd, maar de taal is wetenschappelijk gereconstrueerd door de dochtertalen te vergelijken en terug te rekenen.
*Weraz
Het Germaanse woord *weraz moet ‘man; held; krijger’ hebben betekend, laten de nazaten in de dochtertalen zien. ‘Man’ is de oorspronkelijke betekenis geweest. Verwante woorden in verwante talen hebben ook de primaire betekenis ‘man’; neem het Latijnse vir, het Ierse fear en het Litouwse výras.
De Germaanse nazaten – waaronder het Oudengelse, Oudfriese en Oudsaksische wer – zijn uiteindelijk uit alle talen verdwenen, behalve uit het IJslands. Die taal heeft nog ver, een literair woord voor ‘man’ en ‘echtgenoot’.
*Weraz is in de andere talen nog wel bewaard gebleven in een samenstelling met *wulfaz ‘wolf’: *werawulfaz ‘man-wolf’. Daaruit zijn onder andere weerwolf, En. werewolf, Du. Werwolf en Fr. wearwolf ontstaan. Het woord weerwolf heeft dus niets met het meteorologische weer te maken.
Viriel en virtuoos *Weraz (uitgesproken met een korte [e]) was in het vroege Proto-Germaans *wiraz en dat ging terug op het Proto-Indo-Europese *wi(H)ros. Daarvan stamt ook het Latijnse vir 'man' af. Vir herkennen we in de afleidingen virīlis 'mannelijk' (Ne. viriel), virtūs 'mannelijkheid; moed; waarde; deugdzaamheid' (En. virtue) en virtuōsus 'wonderen verrichtend' (Ne. virtuoos). In de Romaanse talen heeft vir geen levende nazaten. De afleidingen zijn door ontlening aan de Latijnse schrijftaal nog wel in gebruik; denk aan het Italiaanse virtuoso en het Franse viril.
*Aldiz
Het tweede deel van *weraldiz is *aldiz. Dat is een zelfstandig naamwoord dat afgeleid is van het bijvoeglijk naamwoord *aldaz ‘oud’. De Proto-Germaanse betekenis van *aldiz moet ‘leeftijd; ouderdom’ geweest zijn.
Het zelfstandig naamwoord *aldiz heeft weinig levende nazaten in de West-Germaanse talen: En. eld ‘ouderdom; vroegere tijden’, Du. Älte ‘ouderdom’ en Fr. jeld ‘leeftijd; ouderdom’. In het Nederlands zou *aldiz in *eld zijn veranderd als het was blijven bestaan.
Het bijvoeglijk naamwoord *aldaz heeft het goed volgehouden. Het is veranderd in oud, En. old, Du. alt, Ns. old en Fr. âld. In het Laatoudnederlands werd de l een [w]-klank, waardoor oud zijn tweeklank kreeg.
Afwijkende klinkers De nazaten van *aldaz hebben heel andere klinkers dan die van *aldiz: En. old vs. eld Du. alt vs. Älte Fr. âld vs. jeld Hoe komt dat? Het Duitse Älte verraadt het al een beetje: in de nazaten van *aldiz is umlaut opgetreden, in het bijzonder i-umlaut. Dat is een verandering van de klinker in lettergreep A door een [i] of [j] in lettergreep B. In dit woord heeft de [i] van de uitgang *-iz de beginklinker veranderd. Later is de [i] weggevallen of verdoft: *aldiz werd bijvoorbeeld elti in het Oudhoogduits en tot slot Älte in het moderne Duits. I-umlaut heeft ook voor het verschil tussen En. foot en feet en tussen Du. Fuß en Füße gezorgd: het enkelvoud komt van *fōtz maar het meervoud van *fōtiz. De Duitse puntjes op de ä en ü noemen we dus niet voor niets ook umlaut, al wordt i-umlaut lang niet altijd met een ä, ö of ü weergegeven. Bett komt bijvoorbeeld van *badjan en er spricht (vs. ich spreche) van *sprekidi.
*Weraldiz
Voegen we de betekenissen van *weraz en *aldiz samen, dan krijgen we ‘man-leeftijd’ oftewel ‘mensenleeftijd; mensenleven; levenstijd’. Dat moeten de oorspronkelijke Proto-Germaanse betekenissen zijn geweest. We vinden ze nog terug in de nazaten in de vroege Germaanse talen, zoals in het Oudengelse weorold en het Oudhoogduitse weralt.
Die woorden hadden ook een aantal andere betekenissen, zoals ‘werelds bestaan’ en ‘wereld (d.w.z. de aarde)’. Aangezien zo goed als alle vroege Germaanse talen die betekenissen deelden, moeten ze uit het Proto-Germaans stammen. In die taal moeten ze dus al uit ‘mensenleven’ zijn ontstaan, waarschijnlijk als volgt: ‘werelds bestaan’ > ‘wereld (i.t.t. het hiernamaals)’ > ‘wereld (d.w.z. de aarde)’. In de vroege Germaanse talen vinden we ook allerlei afgeleiden van die fases: ‘leven; tijd; levenstijd; mensheid; tijdperk; eeuwigheid’.
De dochtertalen: Welt, world, wearld, wrâld en wereld
In de West-Germaanse dochtertalen is de samenstelling obscuur geworden. Dat is enerzijds gekomen doordat de sterk veranderde betekenis niet meer werd geassocieerd met een samenstelling.
Anderzijds is *weraldiz in veel talen gereduceerd tot één lettergreep. Dat heeft kunnen gebeuren doordat er op *wer- een sterke klemtoon lag, waardoor het onbeklemtoonde *-ald- verdoft is geraakt: de [ɑ] werd een doffe [ə], die tot slot wegviel.
Neem het Duits: het Oudhoogduitse weralt werd in het Middelhoogduits eerst werlt. Uiteindelijk sneuvelde ook de [r]. Vergelijkbaar met werlt zijn het Engelse world en het Nedersaksische wearld.
In het Oudfries was *weraldiz in warld veranderd. Door verschuiving van de [r] ontstond ook wrald. In het moderne Fries werd dat wrâld, uitgesproken als vròòt [vrɔːt] met de open o-klank van roze [rɔːzə]. Het Fries kent ook weareld [vɪə̯rəlt].
Nog steeds tweelettergrepig
Het Nederlandse wereld ligt nog wat dichter bij de oorsprong. Het heeft na het Oudnederlands, waarin het werolt was, zijn twee lettergrepen behouden.
In het West-Brabants, Zeeuws en Zuid-Hollands hoor je de vorm wèèreld. Verkorte klinkers vinden we onder andere in het Oost-Brabantse wirreld en het Oost-Brabantse en Limburgse werreld (naast weareld en weareldj).
Opnieuw tweelettergrepig Waarschijnlijk zijn wirreld en werreld ontstaan uit de tussenvormen *wirld en *werld, waarin de klinkers waren verkort doordat ze gevolgd werden door het cluster [rlt]. *Weerld en *wèèrld leverden te lange lettergrepen op: lange klinkers plus drie medeklinkers. Vergelijk het Oost-Brabantse wátter, dat via *watr uit water is ontstaan, en lippel, dat via *lipl van lepel is gekomen. Pas later is de [ə] teruggekomen en zijn de woorden weer tweelettergrepig geworden.
We sluiten af met de overzichtsafbeelding. Daarop staan alle ontwikkelingen en vormen.
Dit artikel verscheen eerder op Taal aan de wandel
Laat een reactie achter