Kort geleden (2022, Assen) verscheen van Henk Bloemhoff een vertaling van de oudsaksische Heliand in het Stellingwerfs (in samenwerking met Jan Nijen Twilhaar die een vertaling voor het Sallands heeft gemaakt). In zijn inleiding gaat Bloemhoff vrij uitvoerig in op de kerstening en de kerkgeschiedenis van de Stellingwerven: kan de Heliand daarin een rol gespeeld hebben? In verband daarmee komt hij ook over de oude romaanse kerk van Oldebercoop te spreken. Deze wordt in een tekst uit 1622 “de oudste dom van geheel Stellinghwerf” genoemd. Wat betekent dom hier?
De etymologie is natuurlijk het latijnse domus ‘huis’, hier ‘huis van God’ of ‘heiligdom’. Specifiek gaat het om een bisschopskerk waarvoor ook de benaming kathedraal gebruikt wordt. Beide namen wisselen af: we spreken wel van de dom en niet van de kathedraal van Keulen, wél van de kathedraal maar niet van de dom van Antwerpen (dom lijkt vooral Duits te zijn). In Utrecht bevindt zich de oude katholieke, nu protestantse dom naast een katholieke kathedraal (Sint Catherina).
De betekenis ‘domkerk’ is voor de kerk van Oldebercoop niet van toepassing: de bisschop waaronder Oldebercoop viel, zetelde in Utrecht (tegenwoordig in Groningen). Het moet zoiets als ‘belangrijke kerk’ betekend hebben. Deze betekenis wordt in de grote woordenboeken voor het Nederlands niet genoemd, wél in het Nederduitse Woordenboek en in de duitse wikipedia. Ik ken zelf uit eigen ervaring de benaming Friesendom voor de kerk van het duitse Waddeneiland Föhr. Maar de betekenis ‘belangrijke kerk’ ken ik vanuit mijn geboortestad Vlaardingen ook voor twee kerken in het gebied van de Zuidhollandse Eilanden: de Brielse Dom en de Dordtse Dom, die nooit bisschopskerken zijn geweest. Het gaat in beide gevallen om belangrijke stadskerken: de kerk van het dorp Zwijndrecht bijvoorbeeld wordt of werd geen dom genoemd. Een Rotterdamse Dom is mij van huis uit niet bekend; toch vond ik bij een vluchtige blik op het internet de Sint Laurens tweemaal zo genoemd. Zelfs vond ik een keer Goudse “Dom” maar wél met aanhalingstekens rond dom. Maar het gebruik lijkt toch regionaal beperkt; een Haarlemse Dom ben ik nog niet tegengekomen.
Overigens kan het gebruik ook in die zin beperkt zijn dat het vooral om de markante (afgeknotte) toren gaat die zich al in de verte tegen de horizon aftekent. Dat klopt met wat ik op internet aantrof, namelijk een uitnodiging aan toeristen om de Brielse Dom te beklimmen. Voor meer dommen houd ik me graag aanbevolen.
Ton van der Wouden zegt
Ik heb in de aanbieding de Lierse Dom in de Lier https://nl.wikipedia.org/wiki/Lierse_Dom en de Woudse Dom in Rijnsaterwoude https://nl.wikipedia.org/wiki/Woudse_Dom
Roger Van Bever zegt
Een interessant en intrigerend vraagstuk!
De naamgeving lijkt historisch toch enigszins willekeurig, waarbij de benaming van ‘kathedraal’ voor de kerk van de bisschop het meest waarschijnlijk is, hoewel de benaming van de Kölner Dom en de Utrechter Dom dit weer logenstraft.
”Overigens kan het gebruik ook in die zin beperkt zijn dat het vooral om de markante (afgeknotte) toren gaat die zich al in de verte tegen de horizon aftekent.’
Dit is in tegenstrijd met de Sint-Romboutskathedraal in Mechelen met zijn stompe toren, die ook van ver te zien is,
Om het nog wat ingewikkelder te maken: het begrip ‘Münster’ (Engels: Minster):
Münster ist ein frühes deutsches Lehnwort aus altgriechisch μοναστήριον monastērion/lateinisch monasterium ‚Kloster‘. Damit wurde ursprünglich eine Kirche bezeichnet, die nicht Pfarrkirche, sondern Teil eines Klosters oder Stifts war. Auch Kathedralen wurden so genannt, weil auch die Domkapitel ursprünglich in klosterähnlicher Gemeinschaft lebten.
Arno. zegt
In een vluchtige, dus lang niet uitputtende internet-zoektocht kwam ik tot nog wat wetenswaardigheden:
*Inderdaad, of je nu Aken, Trier, Berlijn, Limburg a/d Lahn bekijkt, enzovoort, Duitse bisschopssteden hebben een dom. Waar het Duitse taalgebied de grens van Duitsland overschrijdt blijft dom de toegepaste term (Wenen met de St. Stephansdom, Basel …). Over de grens van het Duits (Polen, Tsjechië) wordt het kennelijk weer kathedraal. Hoewel ik bij uitzondering een keer St. Paul Cathedral vond voor de Dom van Münster, maar dat was in een Engelse tekst.
*Het leek me wel interessant hoe het zit met (oorspronkelijk) Duitstalig gebied aan de westkant van Duitsland. Helaas, Eupen is geen bisdom meer; Straatsburg heeft in lijn met de ligging in Frankrijk een kathedraal.
*Ja, je hebt nog het begrip Münster, en ook basiliek. In eerste instantie is basiliek een bouwkundig begrip, een type kerkgebouw; maar het is ook een titel, die (alleen!) door de paus aan een kerk kan worden toegekend, maar dat hoeft niet een bisschoppelijke kerk te zijn (bijv. kerken in bedevaartsplaatsen en langs pelgrimsroutes kunnen de titel ook toegewezen krijgen).
*Uiteindelijk is het gebruik van het woord ‘dom’ voor een willekeurige kerk vanwege de omvang alleen, of de vorm van de toren, dus een ‘apocrief’ gebruik ervan, de Van Dale zou het misschien typeren als ‘oneigenlijk’ (of doet Van Dale daar inmiddels niet meer aan?). Dom in die volksmondige toepassing is misschien een beetje dom
Cor van Bree zegt
Dank voor alle aanvullingen. Ruimer europees gezien is het interessant dat we als ook in Italië vinden. Uit de tijd dat Italië en Duitsland het Roomse Rijk vormden?
Arno. zegt
De dom van Milaan, inderdaad. Ik stuitte erop dat de zetel van het bisdom van Parma de kerk is die zowel als Duomo di Parma, als met Cattedrale da Santa Maria Assunta wordt aangeduid. Een en dezelfde kerk, voor alle duidelijkheid.