Aan het eind van zijn boek Erosie (1960) liet Willem Frederik Hermans zich kennen als iemand die zich zorgen maakte over het antropoceen:
De plaats die het fysiek niet zo sterke mensdier in de wereld heeft weten te veroveren is indrukwekkend, maar de menselijke individuen moeten er met verlies van alerlei vrijheden voor betalen als zij er prijs op blijven stellen in zo grote [sic] getale aanwezig te zijn. En ook dan zal de aarde onherroepelijk eenmaal uitgeput raken, al is dat ogenblik nog lang niet in zicht. Maar er is nu eenmaal geen enkele reden om te veronderstellen dat het geologische tijdperk, dat door het gidsfossiel ‘mens’ gekarakteriseerd wordt, eeuwig duren zal.
Waarom schreef Hermans Erosie? Salomon Kroonenberg haalt in zijn studie De aarde volgens W.F. Hermans een paar keer de suggestie aan dat Hermans om hoogleraar te worden misschien wel een boek moest schrijven. Het is niet gelukt: Hermans werd geen hoogleraar en volgens Kroonenberg, zelf emeritus hoogleraar in de geologie, is Erosie niet zo’n goed boek. Niet alleen omdat er spelfoutjes in (het ‘[sic]’ in het bovenstaande citaat is van Kroonenberg), maar ook omdat Hermans sommige technische termen verkeerd gebruikt en het boek eigenlijk alleen baseert op Amerikaanse bronnen.
Vulkanen
Uit Kroonenbergs studie naar Hermans als collega-geoloog is sowieso kritisch. Het is duidelijk dat Kroonenberg Hermans als schrijver bewondert – waarom zou hij anders een heel boek aan hem wijden –, maar heel briljant als wetenschapper vind hij de schrijver niet. Zijn proefschrift over het landschap in het noorden van Luxemburg is een goede uitwerking van ideeën van Hermans’ promotor Bakker en bevat bovendien een paar originele ideeën, maar verder heeft Hermans niet meer noemenswaardig als onderzoeker gepresteerd. Zelfs op een congres in Noorwegen – een van de bezoeken die Hermans aan het land bracht die mogelijk de aanleiding vormden voor Nooit meer slapen – deed Hermans zijn mond niet open, terwijl zijn proefschriftonderzoek daar best aanleiding toe had kunnen geven. Kroonenberg denkt dat Hermans er misschien te verlegen voor was.
Het aardige is dat De aarde volgens W.F. Hermans tegelijkertijd een heel enthousiasmerend boek is. In de eerste plaats voor de geologie en de fysische geografie, want daarover weet Kroonenberg smakelijk te vertellen aan de hand van Hermans’ eigen reizen en fascinaties – het landschap van Luxemburg dus, maar ook vulkanen zoals de Etna en natuurlijk Finnmarken in Noord-Noorwegen. Kroonenberg laat zien wat de stand van kennis op ieder van deze gebieden in Hermans’ tijd was, en wat we inmiddels zijn opgeschoten – hoe interessant ieder stuk steen is als je er door deskundige ogen naar kijkt.
Aanstelling
Maar het enthousiasme geldt ook zeker de schrijver Hermans. Over allerlei aspecten van Hermans’ wetenschappelijke werk en van de manier waarop hij de wetenschap in zijn literaire werk stopte, is wel her en der geschreven, maar nog nooit zo deskundig en zo alomvattend. Het idee dat Alfred Issendorf heeft voor zijn promotie-onderzoek – dat de kraters in het noord-Noorse landschap veroorzaakt zijn door meteorieten – wordt over het algemeen gezien als krankzinnig, maar Kroonenberg laat zien dat er in dat gebied wel degelijk mogelijke meteorieten zijn geweest, al zijn de ‘gaten’ in het landschap er waarschijnlijk anders ontstaan – door ijsbrokken aan het eind van de IJstijd.
Maar de wetenschap zit niet alleen in Erosie en Nooit meer slapen, maar ook bijvoorbeeld in De god denkbaar: Kroonenberg laat zien hoe sommige passages daarvan een interessante geologische interpretatie krijgen.
Wat voor wetenschapper was die Hermans nu? Een echte onderzoeker was hij niet, zijn colleges wekten doorgaans weinig enthousiasme op (en bestonden soms uit het voorlezen van een dictaat van Bakker), zijn stenencollectie deed Hermans op zeker moment van de hand, als wetenschapscommunciatie voldoet Erosie met zijn wat schoolse karakter en de vele fouten niet. Hij was, zegt Kroonenberg, uiteindelijk vooral een wetenschapsfilosoof. En daarvoor had hij vanaf een bepaald moment geen aanstelling aan de universiteit meer nodig.
Geschapen
Die wetenschapsfilosofie ging uiteindelijk vooral over de nietigheid van de mens. In een interview met zijn vriend Freddy de Vree zei Hermans bijvoorbeeld:
Een vulkaan beduidt op een of andere manier de menselijke nietigheid, dat de mens eigenlijk niet méér is dan een andere mier of een andere wurm. Dat kun je nergens zo ervaren als in een vulkanisch gebied. […] Het blijft natuurlijk wonderlijk dat, op een planeet die eigenlijk in zijn binnenste één grote gruwel van hitte en hoge druk is, dat zich daar op die bepaalde plaatsen, waar de aardkorst wat zwak is, dan een dergelijk subtiel denkend riet als de mens daar toch ook op geschapen is… dat blijft zeer vreemd. Ik bedoel: in een vulkanisch gebied besef je dat het overgrote deel van het heelal niet voor ons bestemd is.
Die afstand tot het menselijk bestaan die je als geoloog kunt ervaren, was de aantrekkingskracht ervan. De afstand kan natuurlijk nóg groter zijn – in de astronomie bijvoorbeeld – maar dan zie je de mens helemaal niet meer. Als je je net wat boven de mens wil verheffen, is de geologie uitermate geschikt. Jij bent degene die de mens pas écht ziet: als een mier of worm.
Want Hermans was tegelijk natuurlijk juist heel erg op de mens gericht – op prestige als schrijver en als wetenschapper, je kunt geen polemieken schrijven zonder de mens belangrijk te vinden. Zoals de geoloog Kroonenberg nu een studie schreef over Hermans, zo schreef Hermans zelf over de schrijver Multatuli. Uiteindelijk ging het hem wel degelijk op dat piepkleine deel van het heelal waarin we, tenauwernood [sic], kunnen overleven.
Zulke dingen gelden misschien ook wel voor Kroonenberg, die eerder bijvoorbeeld ook al een boek schreven over taal, en met De aarde volgens W.F. Hermans een waardevol boek heeft geschreven voor iedereen die geïnteresseerd is over de plek van de mens op aarde, en dan in het bijzonder van één mens: Willem Frederik Hermans.
Salomon Kroonenberg. De aarde volgens W.F. Hermans. De schrijver als geoloog. Atlas Contact, 2023. Bestelinformatie bij de uitgever.
Joke van Overbruggen zegt
Voor wie dan wel?