Waarom Antjie Krog lezen?
De laatste regels van Antjie Krogs nieuwe bundel Plundering luiden:
ek vysel soos ek wil
en fok julle
In de vertaling van Robert Dorsman en Jan van der Haar is dat:
ik vijzel taal zoals ik wil
dus fok julle
Helemaal aan het eind wordt er dus niet meer vertaald. Het laatste gedicht van de bundel is dan ook een verdediging van de poëzie, van de poëzie in het Afrikaans, van de poëzie van het Afrikaans zoals Antjie Krog die schrijft.
opaak wil ek wees
in ’n troebel, afgeslote, ongewilde
onvermaaklike, onsuksesvolle bestaan
afsydig in katakombes en vol versetopaak met ’n diep, donker, ongefilterde hartstog
na skoonheid van taal na die sublieme in taal
die raakste woorde in die raakste volgorde
maar jissis, dis so old school en so wit
Het is een politiek einde aan een bundel vol diepe, donkere, ongefilterde hartstocht, en heus niet alleen voor taal. Een bundel waarin de stem klinkt van een oudere dichteres die beseft dat ze heel veel aan het verliezen is – de mensen om haar heen, de jeugd van zichzelf en van haar geliefde, haar land, haar taal – en tegelijkertijd is het een bundel vol levensvreugde: seks, kleinkinderen, het genoegen van duidelijk zeggen waar het op staat.
Het fijne van het Nederlands vergeleken met pakweg het Deens of het Italiaans is dat je Afrikaans er gratis bij krijgt. Het is prettig dat er Nederlandse vertalingen van alle gedichten gegeven worden, maar het is ook duidelijk dat de bundel al in het Afrikaans geschreven is door iemand die in de rauwe, schitterende, verschrikkelijke realiteit van Zuid-Afrika door en door kent, maar ook weet heeft van de lezers in Europa. In het gedicht ’treinrit van Groningen na Amsterdam’ beschrijft de dichteres het geordende winterse landschap dat ze uit de trein ziet, en vraagt zich af ‘wat sou ek gewees het as ek hier grootgeword het’?
die verhaal van my land versomber met ’n dodelyke skittering
by die geluid van mense wat roep uit ’n oond, dáár hoort ek
in hierdie grys stilte sou ek die meedoënloos ironiesebitch gewees het wat ek (eintlik) is
het verhaal van mijn land versombert met een fatale schittering
bij het geluid van mensen roepend uit een oven, dáár hoor ik
in deze grijze stilte zou ik het meedogenloos ironischekutwijf zijn geweest dat ik (eigenlijk) ben
De lezer (nou ja, ik) vraagt zich het omgekeerde af: wat voor iemand zou ik zijn geweest als ik niet in de grijze stilte was opgevoed maar in de oven? Niet veel soeps, dat is zeker. Maar als je Plundering leest, als Nederlander, krijg je het gevoel dat je die persoon heel even kunt aanraken.
Antjie Krog. Plundering. Vertaald door Robert Dorsman en Jan van der Haar. Amsterdam: Podium, 2023. Bestelinformatie bij de uitgever.
Laat een reactie achter