“Weet jij wat het K-woord is?” vraagt mijn vriend me. “Kanker”, zeg ik. Nee. Ik denk na. “Klote? Kut? Kolere?” Nee, nee, nee. Ik denk aan een Amerikaanse film die ik laatst op tv heb gezien, waarin een jongetje een volwassen man berispt omdat hij het S-woord zei. Dat bleek ‘shit’ te zijn. “Kak!” roep ik. Nee, weer niet. Ik geef het op. Mijn vriend is net terug van een bezoek aan de jaarlijkse internationale conferentie van het netwerk van universiteitsmusea. Een Brit gaf daar een lezing over hoe er met menselijke resten in academische onderzoekscollecties zou moeten worden omgegaan, in dit geval met schedels. Hij illustreerde zijn verhaal aan de hand van een Engelstalige catalogus uit het begin van de twintigste eeuw met daarin een antropologische collectie van schedels, geordend op herkomst. In de catalogus stonden tientallen schedels van wereldwijde herkomst, van Fransen, Duitsers, Schotten, Ieren, etc. Ook waren er enkele Afrikaanse schedels, die in de lezing centraal stonden. Een van die schedels had het K-woord als herkomst. De letter K was blijven staan, maar de rest van het woord was zwart gelakt door de spreker. Een taboewoord dus.
Mijn vriend kon me niet meer vertellen waar de lezing verder over ging, zo had hij zich laten afleiden door dit mysterieuze K-woord. Toen hij na afloop van de lezing vroeg wat het zwartgelakte woord was, simpelweg omdat hij wilde weten waar de schedel vandaan kwam, kreeg hij echter geen antwoord van de spreker. Maar als je niet weet wat het woord is, weet je ook niet waar het naar verwijst. Alleen uit de context van de lezing was duidelijk dat het wel om een racistische term zou gaan. Doch de spreker weigerde pertinent het taboewoord hardop uit te spreken, in elk geval ten overstaan van het internationale gezelschap van collega’s uit de universitaire museumwereld. Blijkbaar had hij last van plaatsvervangende schaamte omdat het woord in de honderd jaar oude catalogus was gebruikt. Hij kreeg voor zijn weigering bijval uit het publiek. Mijn vriend daarentegen kreeg woedende blikken toegeworpen vanwege zijn impertinente vraag. Na de vragensessie bedankte een online aanwezige bezoeker van de lezing de spreker zelfs expliciet, omdat hij het gewraakte woord niet hardop gezegd had. Uiteindelijk verklapte een collega-conservator uit Amsterdam in de pauze het woord aan mijn vriend, zodat hij eindelijk begreep waarover het ging. Het woord was ‘kaffer’.
Bij het horen van dit woord werd ik teruggeworpen in de tijd. In mijn jeugd was het een ingeburgerd scheldwoord. Ik gebruikte het zelf, tegen mijn buurjongen bijvoorbeeld. Ik mompelde vroeger “kaffer” tegen iemand die me afsneed op de fiets, zoals ik nu in zo’n geval “eikel” mompel. Ik weet echter honderd procent zeker dat ik toen de betekenis van dat woord niet kende of dat ik er in elk geval nooit bij stilstond. Tegenwoordig wordt het volgens mij niet meer gebruikt als scheldwoord in het Nederlands. Ik was het in elk geval compleet vergeten. Het bestaat natuurlijk nog wel in het werkwoord ‘uitkafferen’, wat Matthijs van Nieuwkerk veelvuldig blijkt te hebben gedaan met de technici en redacteuren van het programma De Wereld Draait Door. Maar dat dit woord in een honderd jaar oude Engelstalige catalogus zou worden herkend als taboewoord, dat had ik niet gedacht. Van kinds af aan heb ik grote moeite met taboewoorden, in de zin dat ik altijd heb gevonden dat een woord zelf niet lelijk of vies of onbeleefd kan zijn. Dat kan gewoon niet, een woord is alleen maar een woord, hield ik mijn moeder voor, die het daar overigens niet mee eens was.
Dit stuk verscheen eerder in VakTaal.
Frans zegt
Het woord kaffir schijnt volgens Random House wel een tikkeltje anders te zijn dan kaffer.
Desondank een vreemde reactie, maar goed. 🙂
Arno. zegt
Mijn algemene kennis was dat k. afgeleid moet zijn van het Arabische woord voor heiden, ongelovige. Dat klopt, vind ik via internetsites. Het roept bij mij de vraag op hoe dat woord terecht is gekomen bij Bantoes of in ruimere zin bij gekleurde (oorspronkelijke) bewoners van Afrika: via de omweg van Europese talen of rechtstreeks vanuit het Arabisch; dus Arabisch > Europa > Afrikanen, of Arabisch > Afrikanen > Europa? In Arabische culturen was de kijk op donkergekleurde mensen in Afrika ook niet heel verheffend, meen ik te weten. Maar als ik de betekenis van het Arabische ‘kafir’ goed interpreteer (en hoe kan het ánders) ben ik zelf ook een kaffer (als ik het op mezelf toepas durf ik het wel voluit te schrijven). Ik ben er trouwens, nu ik dit lees, inderdaad vroeger ook wel eens voor uitgemaakt – verlegen, niet onaardig, maar alleen maar een helemaal braaf jongetje was ik ook weer niet, blijkbaar. En het woord ‘uitkafferen’, kan dat eigenlijk nog?
Maar over taboewoorden gesproken: het viel me op dat mijnwoordenboek.nl doodgemoedereerd (?) bij het weergeven van de betekenissen van k. dat andere ’taboeë’ woord gebruikt, met een n.: “3) Bantoe-n…” en onder 18. en 19. “N… (in Afrika)”. Opmerkelijk dat dat niet wordt aangepast? Vind ik eigenlijk wel.
Kees van Reenen zegt
N.a.v. de laatste opmerking van Arno: “neger” is een neutrale aanduiding voor een bevolkingsgroep (Afrikaan met donkere huid), “kaffer” een scheldwoord (heiden; hetzelfde geldt voor “nikker”), dus daar is wel verschil tussen.
Ter zijde: achtergestelde mensen helpen we niet door bepaalde woorden taboe te verklaren maar door respect te hebben voor hen, hoe we hen ook noemen; als “indiaan”, “boer”, “neger”, “Eskimo” of “Amerikaan” (om maar wat te noemen) respectvol gebruikt wordt is er niets mis met zo’n woorden; het krijgt pas een negatieve connotatie als we te veel omgaan met mensen die het als scheldwoord gebruiken.
Kortom: politiek correct taalgebruik is kortzichtig, want symptoombestrijding.
Astrid Brongers zegt
Woorden als ‘zwart’ en ‘wit’ bevallen me ook niet. Vroeger mocht je niet zeggen dat iemand zwart was, en nu is het een verplichting, ook al zijn veel mensen niet zwart maar bruin ( en vaak zelfs dat niet eens). En waarom het woord ‘blank’ ineens vervangen is door het woord ‘wit’ , begrijp ik ook niet helemaal : witte mensen zijn mensen met bloedarmoede. Dus, zwarte mensen en witte mensen : ik vind het geen gehoor. Laten we het gewoon hebben over mensen !