Dit is precies het twintigduizendste artikel dat we publiceren op Neerlandistiek. Dat is de oogst van ruim dertig jaar, maar die oogst is wel ongelijkmatig verdeeld: het tienduizendste bericht plaatsten we op 24 april 2019, dus iets meer dan vier jaar geleden. We zijn in die jaren dan ook enorm gegroeid. Er was om voor de hand liggende redenen een piek in de coronatijd, toen nu eenmaal vrijwel al het academisch leven zich online afspeelde. We zijn sindsdien wat teruggegaan in de kopijstroom, maar we zitten nu wel ruim boven het niveau van wat er in 2019 gebeurde.

Als we ervan uitgaan dat een stukje gemiddeld vijfhonderd woorden telt, telt deze site bijna tien miljoen woorden. Een Large Language Model komt er zijn bed niet voor uit, maar als het als mens allemaal wil lezen, doe je er een volle 16 werkweken over. En dan moet je ook nog alle video’s bekijken en podcasts beluisteren.

Er is wat meer structuur gekomen. De redactie is de afgelopen jaren uitgebreid en heeft ongeveer eenmaal in de twee weken contact via zoom. Een kleiner team werkt natuurlijk iedere dag, en er is inmiddels een vrij duidelijk systeem van publicaties. We hebben inmiddels verschillende satellietsites: Neerlandistiek voor de klas en Jong Neerlandistiek. Er is dit jaar een klein team etymologen gekomen die de verantwoordeljkheid neemt voor de rubriek Etymologica. En er staan ons hopelijk dit jaar nog meer van dit soort projecten te wachten. Een groep vrijwilligers is momenteel bezig om oude jaargangen van tags te voorzien – dat moet leiden tot een beter zoeksysteem.

Wat we hopelijk vooral bereiken vóór het 25.000^e artikel is een wat solider financiële basis voor de site. Op dit moment krijgen we een klein beetje steun van het Meertens Instituut (een paar uur redactioneel werk per week) en het Instituut voor Nederlandse Taal (een paar uur technische ondersteuning), maar dat is niet alleen niet genoeg, en bovendien kun je je afvragen waarom deze twee instituten de site alleen zouden moeten dragen. Hoe het dan wel moet – wie er waarvoor verantwoordelijkheid moet dragen, en vooral hoe alles wat meer solide kan worden gemaakt – dat probleem kan hopelijk worden opgelost.

Ondertussen hoopt de redactie toch ook op een gestadige en rijke kopijstroom. Nog altijd zijn wij veel tijd bezig met op sociale media en andere sites nagaan wat er zoal gebeurt. Collega’s! Wij zijn er ook voor u! Stuur ons alles op wat het hele vak zou moeten weten! Meld je als je deskundig genoeg aan om voor jouw deelgebied te doen wat de etymologen al doen – een deelredactie beginnen. We hebben ieder van de 20.000 tot nu toe verschenen berichten met liefde geplaatst. We zullen dat ook in de komende jaren graag blijven doen.

.