Waarom Het Liegend Konijn lezen?
Het is volkomen terecht dat Jozef Deleu (1937) de eerste Taalpenning van de Koninklijke Nederlandse Academie voor Taal en Letteren (KANTL) in Gent heeft gekregen. Op niemand die ik ken is het woord cultuurdrager zo van toepassing als op Deleu: iemand die in zijn eentje een grote stut is onder de Nederlandstalige cultuur, ooit voor Ons Erfdeel en sinds alweer heel wat jaren voor zijn eenmanstijdschrift Het Liegend Konijn, het tijdschrift (het enige tijdschrift) dat je als poëzieliefhebber echt niet missen mag.
Hoe Deleu dat tijdschrift klaarspeelt, ik zou het echt niet durven zeggen. Ieder nummer staat er weer een heel boeket aan gedichten (in het eerste nummer van 2023 zijn dat er 153), en die gedichten zijn altijd goed. Hoeveel gedichten moet je daarvoor lezen? Hoeveel krijg je er dan eigenlijk opgestuurd? Opvallend is ook dat er altijd wel een paar piepjonge dichters tussen zitten, over wie alleen te melden valt dat ze nog niets hebben gepubliceerd. Ik zou niet weten hoe ik ooit van deze dichters zou hebben gehoord als ik Het Liegend Konijn niet las.
Je krijgt zo bovendien een beeld van de tijd. Namen van jonge dichters als Francesca Birlogeanu, Angelika Geronymaki en Svetlana Zakharova laten zien dat er echt nieuw bloed de dichtkunst binnen komt rollen, met culturele wortels die overal liggen. De Nederlandstalige dichtkunst staat open voor de wereld en dat kan natuurlijk alleen maar een verrijking zijn.
Maar mij troffen in het nieuwe nummer vooral de gedichten van iemand uit Gemert met een oer-Brabantse naam, Lisa Rooijackers (1994).
(Full disclosure. Lisa heeft Nederlands gestudeerd in Nijmegen, maar dat was geloof ik net voor mijn tijd daar, ik zie dat van die Nijmeegse achtergrond pas nu ik haar voor dit stukje google. Aan mijn colleges heeft het dus niet gelegen.)
Rooijackers stuurde een reeks van drie gedichten in die eigenlijk moderne gebeden zijn. Met godsbeelden als de volgende, in het eerste gedicht (‘Schepper’):
(…)
Hoe kleed je je eigen schepper aan? Ik zag je
als fee in een felle Disneyjurk als magere heks
in zwarte doeken als sexy gothic in netkousen
ik zag je in middeleeuwse gewaden traditionele
toga’s en poedeltjenaakt met je billen op een rots.Jij jongste zusje, dirigent met een bronzen
knots zwaait en adem blaast in slagwerken en
strijkers in heidenen en paters in kleine Adolfjes
en Mahatma’s in helden en schijtlijsters. Niemand
speelt een toon tot jouw rechterhand de maat slaat.
(…)
Deleu is oud genoeg om nog te hebben meegemaakt dat zulke regels schandaal zouden hebben veroorzaakt omdat mensen ze blasfemisch hadden gevonden. Inmiddels doen ze mogelijk wenkbrauwen opgaan op hoofden die menen dat de godsdienst geen plaats heeft in de poëzie.
Deleu heeft het allemaal gezien en zijn onafhankelijke keuze gemaakt.
Robbert-Jan Henkes zegt
Geheel en al terzijde, over de bijgeleverde illustratie: ook deze AI (net als vertaalprogramma’s) doet kennelijk alles via het Engels, want hij vertaalt je opdracht “liegend konijn” in “lying rabbit” en interpreteert dat, omdat dat de meest voorkomende betekenis is, als “liggend konijn”. Je moet op dergelijke vertaalmisslagen bedacht zijn als je AI gebruikt. Misschien werkt “untruth speaking rabbit” beter, of “rabbit liar”?
Marc van Oostendorp zegt
Ook de alternatieve afbeeldingen die DALL-E suggereerde waren inderdaad allemaal liggende konijnen. DALL-E liegt zelf!
Susan Hol zegt
Graag zou ik het gedicht Schepper van Lisa Rooijackers helemaal lezen, waar kan ik dat vinden?
Marc van Oostendorp zegt
In Het Liegend Konijn!