Avondbrief naar mijn moeder
Zeg mij nu, moeder, waarom alle dagen
die God verleent ik naar mijn vrienden ga,
en waarom niets mij naar uw dorp komt jagen,
ofschoon ik steeds naar u te hunkren sta?
Gij woont terug in ’t huisje langs de Leie,
waar ik als kind de zoetste uren sleet,
bij geur van bukshout en geronk van bijen,
en waar uw broer tabak en wisschen sneed.
Mijn vrienden sieren hier mijn geest met spreuken
en ‘k leer van hen wat schoon en manlijk heet,
maar als ik eenzaam ben zie ik een keuken,
een kleine, grijze vrouw, die ‘k moeder weet.
Terwijl de ketel ruischt, gaat gij zacht spreken
en denkt aan mij, gerust en klaar verblijd.
Weet mij sereen, niets kan ons eenzijn breken,
want tusschen ons is alles reeds gezeid.
Karel Jonckheere (1906-1993)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedich
Beste lezers, een vraag,
Wat kan ik met het woord wisscher?
Kan het niet vinden, oplossen.
Ben benieuwd of iemand me het gaat vertellen -:))
Groet- je,
Eveline van der Smit
Wissen snijden =
Pruilen, mopperen. Hier waarschijnlijk dus een zeugma!
Wisse – Vlaams: twijg, wilgenteen
Wissen – Vlaams: wilgentenen, -twijgen
Er staat wisschen. In mijn ‘geboortedialect’ (Oost-Brabants) slaat wissen op struiken/bomen. Vroeger spotten wij vogels in een moerasachtig gebied. Dat gebied noemden wij De Wisse.
In het gedicht worden dus takken gesneden.
Dit gedicht, Avondbrief aan mijn moeder, roept het volgende in mij op: Heeft Karel Jonckheere zijn moeder ooit laten weten dat hij hunkerde naar zijn thuis, naar haar?
Hoe belangrijk is het dat wij onze lievelingen laten weten hoezeer wij hen waarderen en van hen houden!