Meer en meer groeit het besef dat niet iedereen zich goed voelt in de binaire hokjes man of vrouw en dat gender niet zozeer een tweedeling is, maar een spectrum. Voor wie zich ergens in het midden bevindt, voldoen de traditionele voornaamwoorden hij of zij niet.
Welke woorden gebruiken we beter wel om naar non-binaire personen te verwijzen? Er zijn verschillende opties in omloop, met voor- en tegenstanders. Maar wat zegt onderzoek erover?
In 2022 erkende de Nederlandse Taalunie onder meer het gebruik van die-hen-hun en hen-hen-hun om naar non-binaire personen te verwijzen. We geven enkele voorbeeldzinnen:
- “Sasha woont in Gent. Hen fietst elke dag naar kantoor. Hun collega Ingrid wacht hen daar op.”
- “Sasha woont in Gent. Die fietst elke dag naar kantoor. Hun collega Ingrid wacht hen daar op.”
Tegenstanders vinden dergelijk gebruik van de voornaamwoorden die of hen fout klinken, ongemakkelijk en storend. Zulke innovatieve verwijsstrategieën zouden dus de verstaanbaarheid en leesbaarheid van teksten in het gedrang brengen. Hoog tijd om dat eens wetenschappelijk onder de loep te nemen, dachten we aan de UGent.
Opzet van het onderzoek
Recent verscheen in het wetenschappelijke journal Applied Linguistics een eerste studie in een rij van onderzoeken naar genderneutrale voornaamwoorden in Vlaanderen. 352 Vlamingen tussen 18 en 81 jaar lazen een krantenartikel over Luka Van de Velde, een fictieve jeugdboekenauteur die zich als non-binair identificeert. We verspreidden verschillende versies van de tekst: de inhoud was steeds dezelfde, maar er werden verschillende strategieën gebruikt om naar Luka te verwijzen:
- Hen-hen-hun
- Die-hen-hun
- Binaire voornaamwoorden: Hij-hem-haar of zij-haar-haar
- Het vermijden van voornaamwoorden door enkel de persoonsnaam (Luka) en de beroepsnaam (‘de auteur’) te gebruiken
Door hij of zij te gebruiken misgenderden we Luka eigenlijk, maar we hadden deze strategieën nodig om een onderbouwde vergelijking te maken. Per verwijsstrategie werden twee tekstversies opgesteld: één waarin vermeld werd dat Luka zich identificeert als non-binair, een andere waarin dat zinnetje weggelaten was.
Elke participant kreeg willekeurig één tekstversie te lezen. Na het lezen van de tekst beantwoordden de respondenten enkele inhoudsvragen. Zo testten we of ze het artikel goed begrepen hadden. Vervolgens konden de deelnemers hun mening geven over het taalgebruik en de leeservaring, door aan te duiden in hoeverre ze het eens waren met stellingen zoals:
- “De opbouw van de zinnen was ingewikkeld.”
- “Al bij al was de tekst gemakkelijk te begrijpen.”
- “De tekst was goed geschreven.”
Enkele stellingen gingen ook dieper in op de gebruikte verwijsstrategie, zoals:
- “De woorden die in het artikel gebruikt worden om naar de jeugdauteur te verwijzen vond ik gepast.”
- “Sommige woorden die in het artikel gebruikt worden om naar de jeugdauteur te verwijzen wekten irritatie bij me op.”
Geen negatieve invloed op verstaanbaarheid
Bij het afnemen van de vragenlijst in het begin van 2022 kende iets meer dan de helft van de participanten één of meerdere genderneutrale voornaamwoorden. Op de vraag of de Nederlandse taal nood heeft aan een specifiek voornaamwoord om naar non-binaire personen te verwijzen, antwoordden de meesten neutraal of licht negatief.
Participanten kregen ook de kans om hun antwoorden op de voorgaande vragen te motiveren. Sommige opmerkingen waren zeer negatief. Zo schreef iemand:
“Om toch maar ‘woke’ te zijn en niemand op de tenen te trappen maakt men het lezen voor iedereen, en zeker voor jongeren, erg moeilijk en vervelend. Het plezier van het lezen is op deze manier helemaal weg.”
Toch waren negatieve commentaren als deze eerder uitzonderlijk, en lagen ze ook niet echt in lijn met de algemene bevindingen van de studie. Uit de resultaten blijkt namelijk dat non-binaire voornaamwoorden geen negatief effect hebben op de verstaanbaarheid van een tekst. De stelling dat een tekst met non-binaire voornaamwoorden minder duidelijk is, wordt door onze studie dus niet bevestigd.
Esthetische bezwaren
Ook al was de inhoud duidelijk, de participanten vonden de tekst met hen-hen-hun iets minder mooi. Maar dat effect was er enkel in vergelijking met de teksten waarin de binaire voornaamwoorden hij of zij gebruikt werden. Tussen hen-hen-hun en die-hen-hun was er geen verschil in tekstappreciatie. Wanneer ze er direct naar gevraagd werden, hadden de participanten wel een lichte voorkeur voor die-hen-hun tegenover hen-hen-hun.
Hen, dat we in Vlaanderen voordien enkel kenden als een meervoudige objectvorm, springt blijkbaar in het oog wanneer het in de subjectpositie gebruikt wordt samen met een enkelvoudig werkwoord. Het voelt minder natuurlijk – ja, zelfs ongemakkelijk. Dat ongemakkelijke gevoel verminderde wel als het artikel expliciet vermeldde dat het over een non-binair persoon ging, bijvoorbeeld: “Kinder- en jeugdauteur Luka Van de Velde, die zich als non-binair identificeert en genderneutrale voornaamwoorden verkiest, […].”
Welk non-binair voornaamwoord kies je?
Uit dit onderzoek concluderen we dat die het meeste potentieel vertoont om ingeburgerd te geraken in Vlaanderen als genderneutraal voornaamwoord om naar non-binaire personen te verwijzen. Als tip kunnen we meegeven dat het de lezer helpt als je expliciet maakt dat een non-binair persoon genderneutrale voornaamwoorden verkiest.
Toch nog niet helemaal vertrouwd of comfortabel met deze manier van verwijzen? Dan is het herhalen van naam en beroep ook een geschikte strategie om iemand niet te misgenderen. Natuurlijk is te veel herhaling ook niet bevorderlijk voor de leeservaring. Dan komen kleine woordjes als die erg goed van pas.
Hanne Verhaegen is doctoraatsstudent aan de UGent. Ze doet onderzoek naar de effecten van genderneutrale voornaamwoorden in het Belgisch-Nederlands, in het kader van het onderzoeksproject ‘Do small words make a difference? Investigating the effects of gender-neutral pronouns on mental gender representations and perceptions of text quality in Dutch, French and Norwegian’ onder begeleiding van Sofie Decock, Sarah Van Hoof, Pascal Gygax en Ute Gabriel.
Ronaldo zegt
Het zou verdomd handig zijn een persoonlijk voornaamwoord voor de derde persoon ENKELVOUD te hebben voor wanneer het geslacht onbekend of irrelevant is, maar “hen” is een vrouwelijke kip of een derde persoon MEERVOUD. Zodra er een goed nieuw woord verzonnen of geïmporteerd wordt ben ik om
Frans Buijs zegt
Het probleem is dat al die woorden geïmporteerd worden. Hen komt van het Engelse they. Raven van Dorst koos voor die, dat vind ik dan wel een goede. En daarbij moeten we bedenken dat dit maar voor een miniem deel van de bevolking speelt.
Bernard zegt
Mij kwam bij het lezen van dit artikel zomaar ‘aus blaue hinein’ de term ‘dij’ te binnen schieten.
Klinkt misschien enigszins archaïsch, misschien ook een beetje als een germanisme.
En ik besef natuurlijk dat het ook een benaming is van een lichaamsdeel, maar denk dat hierbij in een zinsverband als voornaamwoord duidelijk blijkt dat er een genderneutrale persoons-aanduiding gegeven wordt.