De problemen rond de Taalunie hebben nu ook de Interparlementaire Commissie (IPC) bereikt. Dat is het beraad van Nederlandse en Vlaamse parlementariërs die samen de ministers moeten controleren die de leiding voeren over de Taalunie. De Algemeen Secretaris – de hoogste ambtenaar – daarvan is onlangs vertrokken na signalen over onvrede op de werkvloer.
Afgelopen maandag kwam die IPC bij elkaar en dat was een genante vertoning.
Op een zeker moment (in de video ongeveer op de 54e minuut) kwam het Nederlandse Tweede Kamerlid Martin Bosma aan het woord. Hij sprak zijn verbazing erover uit dat een visitatiecommissie die ruim anderhalf jaar geleden ‘op kosten van de belastingbetaler’ het Algemeen Secretariaat had bezocht en daar enkele dagen had rondgelopen, in het visitatierapport niets over de problemen had gemeld. Had die commissie dan niets van de onvrede opgepikt? Het was namelijk nogal wat, wat er gebeurd was. Bosma had nu al vier Algemeen Secretarissen meegemaakt en het was ‘uniek’ dat er een voortijdig vertrok. Dat had hij nog nooit meegemaakt.
Zo kon, vervolgde Bosma, de IPC zijn werk natuurlijk niet doen. Dat eerbiedwaardig gezelschap voer blind op het rapport van de visitatiecommissie en als die niks liet weten, wat moesten de parlementariërs dan nog?
Niet gelezen
Ja, haastte de aanwezige Vlaamse minister-president Jan Jambon zich te zeggen, dat was inderdaad wel heel vreemd. Dat moest onderzocht worden.
Het pijnlijke is: Bosma heeft het rapport van die visitatiecommissie – ik was er voorzitter van, Bosma noemt me in dat kader bij naam – waar hij ‘blind’ op zegt te vertrouwen, niet gelezen. Had hij dat wel gedaan, dan had hij gezien dat er op pagina 14 staat:
Na het visitatiebezoek heeft een substantieel aantal klachten van medewerkers van het Algemeen Secretariaat de commissie bereikt over de manier waarop leiding geven intern wordt ingevuld. Ook in het Welbevindensonderzoek 2021 is sprake van klachten. Voor de commissie was het op dat moment, terwijl het rapport min of meer was afgerond, moeilijk om deze situatie nog uitgebreid uit te diepen. Het is voor de commissie wel duidelijk dat het belangrijk is dat er op korte termijn actie wordt ondernomen rondom deze situatie. De commissie dringt er dan ook op aan dat er zo snel mogelijk aan een onafhankelijk onderzoeksbureau wordt gevraagd de situatie te analyseren zodat vervolgens de nodige stappen kunnen worden ondernomen om de knelpunten aan te pakken.
Ook de minister-president had dat rapport kennelijk niet gelezen en geen enkele andere parlementariër corrigeerde Bosma.
Niet geïnformeerd
Met andere woorden: de problemen werden ruim anderhalf jaar geleden al heel duidelijk in het rapport van de visitatiecommissie. Dat er vervolgens zo lang niets mee is gebeurd, komt doordat minister-president Jan Jambon en zijn collega-ministers in Nederland en Vlaanderen niets hebben gedaan en doordat Martin Bosma en zijn collega-parlementariërs er in de ruim anderhalf jaar die er sindsdien zijn verstreken nooit naar hebben gevraagd. Wat hebben ze met zijn allen ondertussen wel gedaan?
Hier gebeurde waar ik onlangs over schreef: het aftreden van de Algemeen Secretaris werd aangegrepen om de politieke straatjes schoon te vegen. De IPC hoeft alleen maar de details van het schandaal van haar aftreden te weten, en kan dan weer vrolijk verder. De eigen verantwoordelijkheid wordt niet genomen, de diepere problemen worden niet onder ogen gezien.
Ik weet dat sommige medewerkers van de Taalunie ongelukkig waren over mijn stukje omdat ze juist zo blij waren dat de Algemeen Secretaris was opgestapt. Maar nu nemen mensen het over die haar de hele tijd de hand boven het hoofd hebben gehouden. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat dit een grote verbetering zal blijken te zijn.
Ook anderszins had Bosma zich overigens in het geheel niet geïnformeerd. De vier Algemeen Secretarissen die hij heeft meegemaakt, zoals hij als bewijs van zijn enorme ervaring meldde, hebben namelijk geen van allen de acht jaar volgemaakt die ervoor stond. Was hij dat vergeten? Had hij het dan niet even kunnen opzoeken?
Aan het werk
Dat is niet voor niets. Er zijn namelijk veel grotere en structurele problemen met betrekking tot de Taalunie. Een ervan is de totale desinteresse van de politiek, zoals ook hier weer werd gedemonstreerd. Maar ook binnen de organisatie zitten grote weeffouten, die we allemaal ook in ons visitatierapport hebben benoemd, maar die door de politiek ook in het geheel niet zijn opgepakt.
Het wordt misschien tijd voor Martin Bosma om dat rapport toch eens te lezen. En dan eindelijk eens aan het werk te gaan. De problemen zijn er groot genoeg voor.
Jona Lendering zegt
Ik klik nu op “like”, maar er valt natuurlijk niets vrolijks te “liken”. De onverschilligheid van de politiek is weerzinwekkend. Het lijkt ook iets te zijn van Nieuw Rechts, waar men heeft ontdekt dat er stemmen zijn te winnen door cultuur te typeren als linkse hobby.
Wat mij hierbij opvalt is dat het goede, schone en ware (noch links, noch hobby) niet worden verdedigd met dezelfde energie waarmee erop wordt ingebeukt. Alles van waarde is kwetsbaar en verdient bescherming, maar een gezamenlijk verdedigingsplan lijkt teveel gevraagd te zijn.
Marc van Oostendorp zegt
Nee, ik denk dat het niet onmiddellijk gaat om Nieuw Rechts. Wat opvalt is dat Bosma uiteindelijk de beste (Nederlandse) parlementariër is in deze commissie, en de enige die zich er uberhaupt mee bemoeit. De anderen komen meestal niet eens opdagen, of ze nu ‘links’ zijn of ‘rechts’. Als de beste van de klas iemand is die systematisch 3en en 4en haalt, is er wel iets aan de hand – maar dat is nu ook weer niet de schuld van die leerling.
Willy Vandeweghe zegt
De beperkte belangstelling van de IPC-leden is een oud zeer. Er waren dossiervreters als Wilfried Vandaele, maar die vormden de uitzondering. Dat Jambon het rapport niet grondig kent, valt te begrijpen, maar zijn medewerkers moeten voldoende ingevoerd zijn om hem te kunnen aanvullen en corrigeren.
En inderdaad, wat het uitdoen van mandaten betreft, dat zou elementaire kennis moeten zijn. De crisis gaat overigens ook al veel langer terug, en is voor een stuk existentieel: wat moet de rol zijn van de NTU? Er zijn zeker stappen gezet (meer beleid, minder uitvoering), maar bezinning is nodig over waar de rol van de NTU onvervangbaar is, en voor de hoofdbetrokkenen (Nederland en Vlaanderen) wederzijds voordelig.
Marc van Oostendorp zegt
Ik hoop heel erg dat zo’n fundamentele discussie er komt, maar de signalen geven vooralsnog weinig hoop.
Walter Haeseryn zegt
Ik vrees ook dat dat ijdele hoop zal blijken te zijn. Zoals je zelf al her en der opgemerkt hebt, is de belangstelling van de verantwoordelijke politici aan Nederlandse zijde minimaal (om het zacht uit te drukken).
José Vandekerckhove zegt
Beste Mathilde
´Bang hebben´ is in eerste instantie een (weliswaar niet geaccepteerde, dus een gallicisme) leenvertaling van het Franse ´avoir peur´. Dit komt in Vlaanderen wel vaker voor. Een ander voorbeeld is akkoord zijn (wat ondertussen blijkbaar ook wel kan) in plaats van akkoord gaan. In het West-Vlaamse dialect hoor je zelfs vaak ’takkoord´ zijn.
Hartelijke groet
José Vandekerckhove.
Walter Haeseryn zegt
Waar is dit een reactie op?
Bob van Dijk zegt
Wat goed van jou om dit probleem zo duidelijk te signaleren, Marc. De vinger op de zere plek: geen dossierkennis bij verantwoordelijke politici.
Ik hoop dat dit verder doordringt in de wat grotere media en de discussie nog breder op gang brengt. Zo niet, dan zijn we collectief bezig een belangrijk stuk van onze cultuur en identiteit aan het verkwanselen.