Eind juli ben ik aangekomen in Paramaribo om een aantal taalbeheersingscursussen te geven in de MA Neerlandistiek van de Anton de Kom Universiteit van Suriname, lokaal bekend als ADEKUS. De universiteit biedt een BA-opleiding Neerlandistiek aan en organiseert af en toe een dan eenmalige MA Neerlandistiek. Af en toe en steeds eenmalig, omdat het een dure onderneming is. In Suriname zijn niet genoeg gepromoveerde taalkundigen, letterkundigen of taalbeheersers om zo’n opleiding te kunnen verzorgen en dus hebben de Surinaamse collega’s met financiële ondersteuning van de Taalunie collega’s in Vlaanderen en Nederland benaderd om cursussen te komen geven. Vanaf 1 oktober 2022 heeft een verzameling taalkundigen en letterkundigen hier cursussen verzorgd, in het appartement gewoond waar ik nu woon en gezeten aan het bureau in de slaapkamer waar ik nu zit te schrijven met uitzicht op de blauwe lucht met daaronder de monstera en de roze gevel van de buren. Maar ook ‘af en toe en eenmalig’ omdat de behoefte aan een MA Neerlandistiek beperkt is. Sinds 1 oktober volgden eerst 9 en nu nog 7 studenten de opleiding, allemaal in bezit van een MO-B akte en de meesten actief als docent Nederlands. De contacturen zijn dus in de namiddag, van 17.00-20.00, en ja dat geldt in Suriname als namiddag omdat veel mensen pas daarna eten en veel restaurants – tenzij ze zich richten op toeristen – pas dan hun keuken open doen. Mijn maag heeft zich daar al helemaal mee verzoend.
En nu, aan het einde van jaar 1 is taalbeheersing aan de beurt. Ook in de Surinaamse Neerlandistiek moet taalbeheersing kennelijk haar plaats kennen. Ik kreeg het verzoek 3 cursussen te komen geven: ‘Classics in taalbeheersing en communciatie’, ‘Gespreksanalyse’ en aan het begin van jaar 2 ‘Tekstanalyse’. Ik weet zeker dat veel taalbeheersers zouden zijn gekomen met cursustitels als ‘persuasieve communicatie’, ‘argumentatie-analyse’ of ‘retorica’ als het hen was gevraagd. Maar het is gevraagd aan onze Gentse collega Stef Slembrouck die vervolgens mij heeft voorgesteld als docent die, als emeritus, wel tijd had om 2,5 maand naar Suriname te komen. Want terwijl de collega’s tot nu toe steeds kwamen voor één of twee aansluitende cursussen zijn mijn drie cursussen verspreid over 2,5 maand omdat de maand september zomervakantie is – ook voor mij. De cursustitels zijn me, als liefhebber van analytische vakken, op het lijf geschreven, vooral omdat erbij werd gezegd dat ik binnen die titels helemaal zelf mocht bepalen wat ik ging doen.
Nu hebben we er bijna een week opzitten van de classics-cursus die ik toch maar ‘klassiekers’ heb genoemd. Ik heb er een cursus pragmatiek van gemaakt met als centrale vraag: hoe is er nagedacht over de betekenissen die we geven aan taaluitingen en de manieren waarop we dat doen? We bespreken internationale klassiekers zoals Peirce en zijn semiotische benadering (die ze gelukkig ook bij semantiek hadden behandeld), Austin en Searle met de taalhandelingstheorie, Grice met zijn conversationele implicatuur, Brown en Levinson met hun politeness theorie en tenslotte besteden we aandacht aan de linguïstische relativiteitshypothese van Sapir en Whorf en aan de relaties tussen menselijke en dierlijke communicatie aan de hand van Frans de Waal en Michael Tomasello. Ik wist niet dat je over deze onderwerpen en vooral over de toepassing op de telefoongesprekken die ik heb meegenomen zo enthousiast en vooral zo luid kon discussiëren.
Laat een reactie achter