Met welk onderwerp het Instituut voor Nederlandse Lexicologie zich bezighield, komt duidelijk naar voren in de naam: de woordenschat van het Nederlands. Van 1967 tot 2016 stonden de werkzaamheden van dat instituut in het teken van de beschrijving van de Nederlandse woordenschat vanaf de 6e eeuw. Na meer dan anderhalve eeuw werd daar het Woordenboek der Nederlandsche Taal voltooid, zagen het Oudnederlands Woordenboek en het Vroegmiddelnederlands Woordenboek er het levenslicht en werd begonnen met het vastleggen van het hedendaags Nederlands in het Algemeen Nederlands Woordenboek.
Kennisinstituut
In 2016 kreeg dat hoofdzakelijk lexicografische instituut een naamswijziging: het Instituut voor de Nederlandse Taal, kortheidshalve meestal aangeduid als het INT. De verandering van de naam hing samen met de verbreding van de taakstelling. Het INT moest een plaats zijn “voor iedereen die iets wil weten over het Nederlands door de eeuwen heen”. Dat is nog altijd het geval maar tegenwoordig afficheert het INT zichzelf als “Hét kennisinstituut voor het Nederlands”.
Doet die slogan recht aan het materiaal dat het INT aan taalliefhebbers, leraren en wetenschappers ter beschikking stelt? Hoewel mijn blik als INT-medewerker enigermate gekleurd zal zijn, durf ik die vraag met een volmondig ja te beantwoorden. Voor wie een indruk wil krijgen van de vele terreinen waarop het INT zich begeeft, is het het eenvoudigst om rechtsboven op de voorpagina van de website het zogeheten hamburgermenu te openen, dat zijn de drie boven elkaar staande horizontale streepjes. Dan opent het volgende overzicht:
Onderwijs
Naast de al genoemde Woordenboeken houdt het INT – zo lezen we in het menu – zich bezig met onderwerpen als Spelling & grammatica, Corpora & lexica, Terminologie, Onderwijs, Onderzoek & Projecten en Evenementen. Het verdient aanbeveling om die verschillende categorieën eens aan te klikken en er te grasduinen.
In deze bijdrage wil ik speciaal aandacht vragen voor de categorie Onderwijs, omdat niet iedereen zich zal realiseren dat het INT op dat gebied actief is en omdat lang niet iedereen op de hoogte is van wat het INT op dit vlak te bieden heeft. Wist u bijvoorbeeld dat taalkundigen van het INT aan de Universiteit Leiden en aan de KU Leuven collegereeksen over lexicografie verzorgen? Dat er geregeld stageplaatsen voor studenten beschikbaar zijn? Of dat leerlingen uit het voortgezet onderwijs hier suggesties en tips kunnen vinden voor het schrijven van een taalkundig (profiel)werkstuk?
Kant-en-klare lesbrieven
Als docent kun je op de onderwijspagina inspiratie opdoen maar ook kant-en-klare lesbrieven vinden. Voor de onderbouw is er een lesbrief over het zoeken met historische woordenboeken en een over lexical blends (mixwoorden). Leerlingen uit de bovenbouw kunnen schrijfvaardigheid combineren met taalbeschouwing en digitale geletterdheid of zich verdiepen in terminologie.
Daarnaast herbergt het INT sinds kort twee lessenreeksen die elders zijn vervaardigd maar vanwege het onderwerp en het gebruik van het Woordenboek der Nederlandsche Taal hier onderdak hebben gevonden. Van het lespakket ‘Merci voor je brief’ maakte Gijsbert Rutten onlangs op Neerlandistiek al melding en daar zal ik hier dan ook verder niet op ingaan.
Schatkamer van Nederland
Verheugend nieuws is dat het INT in 2023 de hosting van een andere website voor het onderwijs – Schatkamer van Nederland – heeft overgenomen. Daarmee is deze fraaie website – Neerlandistiek maakte op 23 oktober 2018 melding van de lancering ervan – weer toegankelijk geworden voor leerlingen, leraren en andere belangstellenden.
Schatkamer van Nederland biedt lesmateriaal voor lessen van alle profielen van de bovenbouwklassen havo/vwo. Het doel is om cultureel erfgoed en oude bronnen onder de aandacht van leerlingen te brengen. Via vier aansprekende thema’s (slavernij, rampen, de beurs en op reis) en bijbehorende opdrachten wil de Schatkamer van Nederland leerlingen stimuleren zelf aan de slag te gaan met historische documenten. Dat het Woordenboek der Nederlandsche Taal goede diensten kan bewijzen om de gebruikte oude teksten te begrijpen, spreekt vanzelf.
Laat een reactie achter