Afbeelding van de korenwolf in de Landbouw-courant van 16-11-1879
In augustus 2023 woedde binnen het Limburgse provinciebestuur een heftige discussie over de vraag of de korenwolf nog langer moet worden beschermd en tegen welke kosten. Van het knaagdier, dat in de Lage Landen alleen op de Limburgse lössgronden voorkomt, leven in het wild nog slechts tweehonderd exemplaren, ondanks een beschermingsprogramma dat 20 miljoen heeft gekost. Dit terwijl er in de jaren vijftig zeker tweeduizend burchten waren van ‘de Limburgse panda’, zoals het knaagdier liefkozend wordt genoemd. Hoe inheems is de korenwolf eigenlijk? En hoe komt hij aan zijn naam?
Herkomst
De eerste berichten over het diertje zijn te vinden in een krant van 20 november 1877. Uit de Limburgse plaats Wijlre wordt gemeld:
‘Dat de landbouwers dezer gemeente last hebben van de “korenwolven” is zonder twijfel voor de heeren zoölogen een opmerkelijk feit. De “korenwolf” toch is de “hamster” (cricetus frumentarius), een knaagdier, dat in Oost-Duitschland en Posen maar vooral in Azië aangetroffen wordt. Wij vinden ’t in de meeste boeken over dierkunde, als een “uitheemsch” knaagdier beschreven.”
De korenwolven of hamsters komen dus uit het oosten, uit Duitsland, maar het bevalt ze kennelijk prima in Limburg, want in 1879 berichten de kranten dat de ‘hamster-kolonisten’ een ware plaag vormen. Omdat de knaagdieren tot dan onbekend zijn, verschijnen er uitgebreide beschrijvingen over leefwijze en habitat, en ter verduidelijking drukt de Landbouw-courant van 16-11-1879 een afbeelding af (zie hierboven).
Hamster
Niet alleen het dier komt uit Duitsland, ook zijn benamingen. Het Nederlands heeft al in 1515 de naam hamster uit het Duits overgenomen, maar dat woord kwam slechts voor in zoölogische beschrijvingen. Pas in 1877, toen de eerste hamsters de grens tussen Nederland en Duitsland overschreden, kwamen Nederlanders in contact met het dier zelf. De benaming hamster is, net als het dier, afkomstig uit de Euraziatische steppe. De oorsprong ligt in het Iraans, vergelijk Avestisch hamaēstar ‘omverwerper’: dat verwijst naar het feit dat de hamster de korenhalmen ombuigt om bij het graan te komen. Toen het knaagdier zijn leefgebied uitbreidde, raakte ook zijn naam verder verbreid: eerst naar het Slavisch en van daaruit naar het Duits.
Kenmerkend voor de hamster is dat hij een grote voorraad zaden in zijn burcht aanlegt voor na zijn winterslaap. Die eigenschap leidde ertoe dat in het Duits het werkwoord hamstern werd gevormd voor ‘voorraden aanleggen’. Dat werd in 1917 in het Nederlands overgenomen. Toen de Nederlanders in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog volop aan het hamsteren sloegen, trokken verschillende kranten dan ook een vergelijking met het knaagdier, zo blijkt uit de afbeelding in het Twentsch Dagblad Tubantia.
Twentsch Dagblad Tubantia 9-5-1939
Als achternaam komt Hamster overigens al sinds begin negentiende eeuw veelvuldig in Nederlandse kranten voor, bijvoorbeeld in Berend Hamster of Harm Hamster, maar die naam heeft hij een heel andere herkomst: de naam duidde oorspronkelijk een inwoner van Den Ham aan, en het woord is gevormd met het Fries-Groningse achtervoegsel –ster, zo liet Frans Hinskens in 2006 zien.
Korenwolf
Korenwolf voor ‘hamster’ doet in het Nederlands zijn intrede in 1877, samen met de eerste ‘hamster-kolonisten’. De naam wordt algemeen beschouwd als Limburgs, waar men spreekt van korenwoof of korenwouf, en hij is inderdaad in het Algemeen Nederlands bekend geworden vanuit Limburg. De naam is echter niet in het Limburgs gevormd, maar is met het dier de grens overgestoken: het Rheinisches Wörterbuch vermeldt Korn-wolf ‘hamster’, waarmee allerlei vergelijkingen worden gemaakt, zoals he hät Backe, en Gesech, Honger wie ene K. ‘hij heeft wangen, een gezicht, honger als een korenwolf’, he schleft alles benen wie en K. ‘hij sleept alles weg als een korenwolf’ en bessig wie ene K. ‘actief als een korenwolf’.
Van oudsher heeft wolf zowel in het Nederlands als in het Duits allerlei overdrachtelijke betekenissen: de betekenis ‘gulzigaard, hebzuchtig wezen’ vinden we in bijvoorbeeld geldwolf en zeewolf, en de betekenis ‘bederf’ in tandwolf ‘cariës’. In korenwolf worden die betekenissen met elkaar gecombineerd: de naam verwijst naar de gulzige manier waarop de hamster graankorrels in zijn wangzakken propt en in zijn burcht opslaat, en daarmee de graanoogst bederft: in 1879 meldt een krant dat één hamsterfamilie jaarlijks maar liefst 100 kg. graan nodig heeft.
Korn-wolf is dus een Duitse dialectnaam voor de hamster, terwijl Hamster de Standaardduitse benaming is. Vroeger duidde Kornwolf in het Duits ook schadelijke, graanetende insecten aan, meestal de kalander. In die betekenis werden incidenteel in het Nederlands ook korenwolf en graanwolf gebruikt, maar meestal noemde men dergelijke insecten korenworm (Duits Kornwurm) of korenbijter. Het benoemingsmotief is telkens hetzelfde.
Aardwolf
In Nederlandse kranten uit 1880 komt ook de naam aardwolf voor de hamster voor, en één krant schrijft dat de dieren ‘in Duitschland aardwolf, in Limburg en elders hamster genoemd worden’. Inderdaad vermeldt het Rheinisches Wörterbuch de benaming Erd-wolf voor ‘hamster’. Deze naam verwijst natuurlijk naar zijn ondergrondse leefwijze. Het gaat opnieuw om een dialectnaam, want in het Standaardnederlands en Standaardduits worden deze namen voor andere dieren gebruikt, met name voor een Zuid-Afrikaanse hyena; in het Nederlands ook voor een woelrat en in het Duits voor een krekelsoort.
Verdere lotgevallen
In de kranten staan de korenwolven vanaf 1879 in een kwade reuk. De knaagdiertjes zijn ongewenste vreemdelingen en krijgen allerlei negatieve epitheta: ‘beruchte graandieven’, ‘graanverdelgers’, ‘zeer gevaarlijk graanetend dier’. Men wil krachtige middelen aanwenden ‘om deze vrybuiters uit te roeien’, en er worden van overheidswege premies ‘op hun uitdelging’ uitgeloofd. In 1911 blijkt hun aantal sterk verminderd – het is niet duidelijk of dat komt door de genomen maatregelen – maar welkom zijn ze nog steeds niet: ‘Hoe typeerend ze ook voor Limburg mogen zijn, toch is ’t niet wenschelijk, dat de korenwolven zich ongestoord hier kunnen vermenigvuldigen.’
In de jaren negentig slaat de houding tegenover de knaagdiertjes volledig om: van gehate graanbedervers worden het schattige, aaibare diertjes die bescherming behoeven. Het feit dat in de jaren vijftig hamsters geliefde huisdieren werden, zal daarop invloed hebben gehad. Deze kooidieren zijn weliswaar andere soorten, namelijk goudhamsters of dwerghamsters, maar ze krikten het imago van de verwante Limburgse korenwolven op. De korenwolf wordt voor de natuur wat vroeger de kanarie voor de kolenmijn was. In de 21ste eeuw werken Nederland en België samen aan een fokprogramma voor wilde hamsters, dat echter weinig zoden aan de dijk zet zolang er geen drastische omslag in natuurbeheer plaatsvindt.
En ondertussen neemt ook, om heel andere redenen, het aantal kooihamsters sterk af: vanaf 1 januari 2024 mogen Russische, Roborovski en Campbelli dwerghamsters in Nederland niet meer worden gefokt, verkocht of gehouden; alleen de Chinese dwerghamster en de goudhamster blijven toegestaan, omdat deze soorten goed alleen kunnen zijn. En zo verdwijnt de hamster langzaam weer uit de Lage Landen…
Over de achternaam Hamster zie: Frans Hinskens (2006), ‘Van Abbegeasterkeatting naar Zansterpijpje. –Ster in noordelijke aardrijkskundige namen’, in: Taal en Tongval (themanummer 19: Het morfologische landschap van het Nederlands), pp. 71-95, m.n. p. 73, 82-83.
Henk Vermaas zegt
In de alinea:
“Kenmerkend voor de hamster is dat hij een grote voorraad zaden in zijn burcht aanlegt voor na zijn winterslaap. Die eigenschap leidde ertoe dat in het Duits het werkwoord hamstern werd gevormd voor ‘voorraden aanleggen’. Dat werd in 1917 in het Nederlands overgenomen. Toen de Nederlanders in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog volop aan het hamsteren sloegen, trokken verschillende kranten dan ook een vergelijking met het knaagdier, zo blijkt uit de afbeelding in het Twentsch Dagblad Tubantia.”
Staat volgens mij een foutje: Ik denk dat de “Tweede Wereldoorlog” toch de “Eerste Wereldoorlog” bedoeld wordt, gezien het jaartal 1917.
Nicoline van der Sijs zegt
ja, ik snap de verwarring, maar het klopt wel: net voor de Tweede Wereldoorlog gingen de journalisten erover schrijven en vergelijkingen met de hamster trekken. Hoewel het woord dus wel eerder bekend was (1917).