Het is een simpel verhaal, het ene overleggen is het andere niet. Kijk in Van Dale en zie een optisch verschil aangebracht dat spoort met variërende woordvormen én met een onderscheid in betekenis.
Een paar plaatjes illustreren wat Nederlanders die een poosje hebben schoolgegaan zouden kunnen weten, kennis die zou ik denken niet misstaat voor mensen die in de Tweede Kamer het woord voeren.
Het gebruik varieert dus op deze twee manieren bij óverleggen:
en overléggen:
Als het accent overléggen is, dan gaat het vooral om bespreken (wanneer zullen we over het onderwerp overléggen?), als het accent vooraan komt te liggen, dan is het een kwestie van iets officieel overhandigen. Dat laatste staat heel geregeld in die delen van de Handelingen die zelden zó worden gezegd omdat het officiële afhandelingen betreft, zoals: “Aangezien voor de volgende stukken de termijn is verstreken, stel ik vast dat wat deze Kamer betreft, de daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stukken zijn goedgekeurd:” en dan volgt er een hele reeks.
Dat is typisch iets wat zélfs voorzitster Vera Bergkamp ontgaat want in de korte bijeenkomst op de eerste dag na het reces vandaag had ze het over “overlegde stukken”. (Ik weet niet wat de Dienst Verslag en Redactie er van maakt, daarvoor is het nog te vroeg.)
Zijn er dit kalenderjaar vaker sprekers in de Tweede Kamer geweest die die fout maakten? Als de stenografen waarheidsgetrouw hebben genotuleerd, dan betreft het:
- minister De Jonge: “het niet schriftelijk overlegd krijgen van je verhuurovereenkomst, al dat soort algemene normerende dingen.” Dat is de hele oogst, alleen een gediplomeerd iemand uit het basisonderwijs!
In het vorige kalenderjaar dan, 2022?
- Hind Dekker-Abdulaziz (D66): “Nu is het zo dat pas na de verkiezingen een overzicht van de inkomsten en schulden wordt overlegd.”
- Recidivist Pieter Omtzigt (Omtzigt): “Binnen ongeveer tweeënhalve maand moesten in ieder geval op drie zaken gewoon de Wob-stukken overlegd worden. En die Wob-stukken zijn volgens mij gewoon niet overlegd.”
- Een consequente minister De Jonge: “Ik heb gewoon mijn wachtwoorden overlegd en zij hebben de mailboxen bekeken en geconstateerd dat er geen veiligheidsrisico is,”
- Een minstens zo hardnekkige minister Schreinemacher: “en de deskundigheid heeft om ervoor te zorgen dat de juiste stukken worden overlegd (….). We hebben al twee sets met stukken overlegd, (….). Uiteindelijk gaat het erom dat de stukken die overlegd moeten worden, zo snel mogelijk overlegd worden, en eigenlijk binnen de in de wet gestelde termijn. (….) Het antwoord op de vraag wat AZ precies wel en niet aan stukken heeft overlegd, moet ik u helaas schuldig blijven.”
- Pieter Grinwis (CU): “en dat er bonnetjes moeten worden overlegd et cetera. (….) Maar dat er allemaal bonnetjes in de integrale beoordeling moeten worden overlegd, strookt niet met wat de Kamer is toegezegd.”
- Vicky Maeijer (PVV): “de zogenaamde “verleningsbeschikking” van het college van burgemeester en wethouders niet langer hoeft te worden overlegd”.
Volgens de bestaande regels had hier overal over gelegd gezegd moeten worden.Wat moet een Nederlander hiermee aan? Constateren dat het Nederlands verandert en daarmee uit?
Zo is het natuurlijk. Maar zou van iemand die het woord voert in het Hoge College van Staat dat de Tweede Kamer is op dit punt misschien correcter Nederlands verwacht mogen worden?
Ik zou willen vragen als het niet controversieel verklaard wordt: kan daar een keertje in de nieuwe Kamer over worden overgelegd?
Dit stuk verscheen eerder op het weblog van Siemon Reker
yoshiyahu zegt
Off topic: een probleem(pje) voor mensen die, zoals ik, op Neerlandistiek geabonneerd zijn, d.w.z. de artikelen in hun mailbox ontvangen. Bij sommige artikelen staat ten onrechte Marc van Oostendorp als auteur vermeld. Soms, zoals bij het bovenstaande artikel, kan het auteurschap nog worden afgeleid uit een vermelding als “Dit stuk verscheen eerder op het weblog van …”. Maar bij het spraakmakende stuk van Jan Joosten over Robbert-Jan Henkes (‘Hoera! Een redacteur’, 23 september) ontbreekt deze mogelijkheid en zal de nietsvermoedende lezer aannemen dat het is geschreven door MvO.
Marc van Oostendorp zegt
De reden daarvoor is een ingewikkelde. Veel mensen van wie we stukken plaatsen zijn ‘gastauteur’: dat betekent dat op de website en in Dagpost hun naam wordt vermeld. Maar wie *alle* artikelen wil ontvangen bij verschijnen, krijgt die service van WordPress (waarop de site draait), en WordPress kent die gastauteur niet, alleen de naam van degene die het stuk heeft geplaatst. Dat ben ik soms, en soms ‘Redactie Neerlandistiek’ en een enkele keer nog iemand anders. Het is een kwestie waar we ons van bewust zijn, maar dat geen eenvoudige oplossing kent. Bovendien zijn er maar heel weinig mensen op deze manier geabonneerd, wat de urgentie niet heel hoog maakt. De nietsvermoedende lezer doet er dus altijd goed aan de website op te zoeken. (In het onderhavige geval ben ik het niet speciaal met Jos Joosten eens; ik had trouwens ook het stuk van Henkes geplaatst, dus de nietsvermoedende lezer zou hier kunnen denken dat ik met mezelf in discussie ben.)
Rineke Otte. zegt
Dit heeft ook te maken met de randstedelijke manie om de klemtoon op de eerste lettergreep te laten vallen. Zelfs Gerrie Verbeet gebruikte Voorkomen eens verkeerd.