Over het verhaal ‘De achtbaan’
‘De achtbaan’ is een van de drie verhalen in Liefde’s verbijstering (1953). Het verhaal is origineel, geestig en visonair, gezien de recente ontwikkelingen in de hersenchirurgie, de behandeling van PTSS, de toepassing van EMDR en de ontwikkelingen rond AI. Belcampo laat het verhaal rond 1950 beginnen. De medisch-historische aanloop doet, door de stijl en de werkelijk bestaande toepassingen in de hersenchirurgie en de psychotherapie heel vertrouwd en realistisch aan. Maar bijna ongemerkt sluipt de fantasie het verhaal binnen. Na een cesuur van twee witregels belandt de lezer na het slot van de zogenaamd historische beschrijving in de nieuwe werkelijkheid van 2050.
In het verhaal schetst Belcampo de achtbaan van medische ontwikkelingen op het gebied van hersenchirurgie. Aanvankelijk worden patiënten met een geestesziekte als gevolg van een vergiftigde geest door kwaadaardige herinneringen, of depressies, behandeld met elektroshocks, of associatiebanen worden operatief doorgesneden via leukotomie of lobotomie. Aldus worden kwade herinneringen geïsoleerd, ontoegankelijk gemaakt. Boosaardige gedachten en schokkende herinneringen kunnen uit de hersenen verwijderd worden (mnemexpiratie). Zoals men vroeger ging biechten, zo is het nu ‘algemeen gebruik zijn hersenen bij te houden’. Maar misdadigers zullen hier misbruik van maken. Zij zullen na een geslaagde kraak de herinnering aan hun misdaad laten verwijderen door een corrupte hersenchirurg. ‘Van nu af ging deze wetenschap twee wegen, een witte en een zwarte’.
Ook dictators hebben belangstelling voor de nieuwe medische mogelijkheden. Er worden massaoperaties verricht bij tegenstanders ‘om de herinnering aan een voorafgaand , zegenrijk regime uit het gehele volk te laten verdwijnen’. Wat Belcampo in ‘De achtbaan’ beschrijft op medisch gebied, gebeurt in onze tegenwoordige tijd in het verwijderen van (vrije) kritische media door dictatoriale leiders in landen als Rusland, China, Iran, Guatemala, en dichterbij in Hongarije en Polen.
In het verhaal van Belcampo is het vanaf 2000 mogelijk om hersenweefsel buiten het lichaam levend te houden (mnemektomie) en in 2040 zijn de weefselkwekers erin geslaagd hersenweefsel over te planten in een ander hersenstelsel. Dit laatste is ook interessant voor mooie herinneringen (mnemotransplantatie). Zo ontstaat er in 2050 een ware handel in geluk. In Amsterdam is de Centrale Gedachtenbeurs opgericht. Handel in geluk. Want wat de een verfoeit (militaire diensttijd) is waar een ander naar hunkert. ‘Geschiedden in de eerste jaren vraag en aanbod door kleine annoncen en raamadvertenties, al spoedig concentreert zich de handel ter beurze en kwamen er dagelijks noteringen voor: jeugdherinneringen flauw, ontmoetingen met beroemdheden iets aantrekkend, godsdienstige overtuigingen willig.’ Er zijn ook objectief gelukzalige herinneringen, waarin gehandeld wordt ‘ter verkrijging van een zonniger bestaan’. De zogenaamde ‘speciale aanbiedingen.’
Na de cesuur van een dubbele witregel volgt een scène uit een gezinsleven, waarin de recente chirurgische mogelijkheden in een verhaal zijn verwerkt, als voorbeeld van de nieuwe werkelijkheid. Een man en een vrouw met twee kinderen, woonachtig in Amsterdam, vinden bij elkaar niet meer de liefde en het geluk die ze vroeger deelden. De man probeert de vrouw ervan te overtuigen dat het beter is de herinnering aan hun liefdesleven operatief te laten verwijderen en te verhandelen voor veel geld. De herinneringen aan de kinderen willen ze behouden. Eerder heeft hij wel al andere herinneringen verkocht: ‘Een reis naar Dalmatië, een vakantie op Corsica, een carnaval in Rome, een avontuur met een paardrijdster, de vreugde over het slagen van zijn eerste werk. Hij wist er niets meer van. Alleen de titels, die had hij opgeschreven, als boeken die hij nog moest lezen.’ Maar voor het ‘hoogste liefdesbeleven’ wordt heel veel geld betaald. Bovendien kunnen ze na de ingreep samen opnieuw beginnen. De vrouw twijfelt: ‘De teleurstelling er over hoe hij er toe had kúnnen besluiten, dat zijn liefde geen voorwaarde was voor zijn levensgeluk, niet zó groot, niet zó geweldig als misschien bij haar? Was dat misschien de wortel van haar verdriet? Hoe hoog een kunstenaar zijn eigen werk aanslaat kon zij niet weten.’
Uiteindelijk besluiten ze beiden hun liefdesherinneringen weg te laten halen en te verkopen. ‘En nu, nu waren zij besloten tot het grote offer van elkaar. Er was geen andere uitweg meer. Zijn roman moest af en daarvoor was het nodig, dat ze een jaar konden leven zonder te denken aan geld. Zijn boek, zijn meesterwerk, waarmee hij de wereld zou verbijsteren, daarbij vielen alle ander belangen in het niet. Een schrijver moet nu eenmaal toegeven aan het geheimzinnige leven dat in zijn diepte woelt. Daar had hij haar toch ook van overtuigd.’
Als de man en de vrouw de laatste avond voor de operatie herinneringen ophalen aan hun eerste ontmoeting (tijdens een veiling van Mak van Waay – waar zij elkaar ‘pardoes aankeken’ door de stand van de Louis XVI-spiegel die tijdens het veilen omhoog wordt gehouden), keert hun vroegere verliefdheid terug die uitloopt op een hartstochtelijke liefdesnacht. De volgende ochtend lopen ze via de Overtoom en de Eerste Constantijn Huygenstraat naar de poort van het Wilhelmina Gasthuis. Ze nemen ontroerd afscheid en verdwijnen ieder achter een deur. ‘Mannen en vrouwen hadden een aparte ingang.’ Door de toevoeging van dit praktische gegeven, wordt het werkelijkheidsgehalte en daarmee de geloofwaardigheid van het verhaal sterker.
‘Een uur later huppelde een vent fluitend naar huis.’ Zijn blik volgt de gevels van huizen naar boven. Huizen van 1890. Vogels scheren hoog door de lucht. Hij schopt tegen een half weggesmolten sneeuwhoop. Hoe dichter bij huis, hoe heviger het verlangen zijn beide dochtertjes te zien. Ze vliegen hem om de hals. Vader en de kinderen zijn boven aan het stoeien als plotseling de bel gaat. Er staat een jonge vrouw voor de deur. De man herkent zijn vrouw niet, zij hem evenmin. Ze ziet er zo blij en stralend uit dat de kinderen haar verbaasd aankijken. Dan roept de oudste: ‘O, mama, wat ben jij mooi vandaag!’ De kinderen kent ze, maar wie is die man?
Kees de Jong, kwam hij naar voren met zijn hand.
Mies Brouwer. Het was haar meisjesnaam.
– De vader van deze kinderen.
– De moeder.
– Hoe maakt u het.
– Wat doen jullie mal, toe geef mekaar gauw een zoen, flapte de oudste er tussen.
Het verhaal eindigt euforisch. De kinderen zijn door het dolle heen. ‘Wij zijn bij papa en mama en toch is het net of wij ergens logeren! riepen ze maar. Ze sliepen die avond in met het gevoel dat er een heel nieuw tijdperk voor hen was aangebroken.’ Dat geldt zeker voor de ouders, die een glas wijn drinken. Op de kennismaking!
‘De achtbaan’ is vertaald als ‘Les montagnes russes’. Het is met nog vier andere verhalen opgenomen in de bundel Le monde fantastique de Belcampo (1963), éditions Denoël, Paris. Op de achterflap wordt Belcampo geïntroduceerd als ‘un nouvel auteur d’anticipation célèbre aux Pays-Bas, qui révèle un humour et une imagination très nordiques.’ Een beroemde sciencefictionschrijver uit Nederland met een zeer ‘noordse’ humor en verbeeldingskracht. Ik weet niet wat er met ‘noords’ wordt bedoeld. Belcampo is in zijn humor en verbeeldingskracht in Nederland uniek. Een genre op zichzelf. Verhalen van hem zijn behalve in het Frans, vertaald in het Indonesisch, Engels, Deens, Duits, Hongaars, Spaans en Portugees. Belcampo laat zijn vrije, geografisch ongebonden geest waaien naar alle windstreken.
Rolf den Otter zegt
Op het moment dat ik dit schrijf is de 1954 uitgave 4 keer te koop, van 3,45 euro tot 5 euro. “Luchtspiegelingen” uit 1963, met alle verhalen van Belcampo tot die tijd, waar ook de achtbaan in voorkomt, is zelfs nog ruimer daar verkrijgbaar. Nu nog tijd vinden om het verhaal te lezen 😉
Ronald V. zegt
Noords? Misschien een referentie naar het protestantisme in onze gebieden? Ik meen me te herinneren dat er in het verhaal over de wederopstanding der overledenen sprake is van een protestantse couleur locale. Maar staat dat verhaal ook in die bundel?
Het verhaal over het hersenonderhoud is inderdaad zeer leesbaar.
Ronald V.
Robert Kruzdlo zegt
Dit is een goede informatie! Inmiddels is er een boek – niet meer verkrijgbaar – dat precies dezelfde onderwerp heeft en niet Protestants beïnvloed is. Het boek heet ‘Kolonel.’ Hier een stukje tekst vertaald in het Nederlands: Uit enkele hersenneuronen, zal van iedereen die is overleden de stem terug te horen zijn. In mijn appartement bevinden zich de bewijzen, hoofden en hersenen op sterkwater en breinplakjes in Petri glaasjes verbonden met mijn Nano computers. 100.000 kilometer zenuwvezels, en onberekenbare cellen, hun algoritme waarin het leven beschreven ligt en opnieuw is te beluisteren. Begrijp je het nog? Er zullen geen bibliotheken meer nodig zijn, maar ontelbare computers waarin miljarden mensenstemmen bewaard zijn. Alle gegevens worden in een Amerikaanse zoutmijn opgeslagen. In 2040 zal mijn kennis van de chemische-elektronische elektronica, van 860.000 miljard neuronen en de werking van de verbindingen, de synapsen, voor iedereen toegankelijk gemaakt worden. Niet alleen van hen die boer, leraar, dokter of welk beroep dan ook was, maar ook die van, schrik niet, van …., …, …. enzovoorts. Van iedereen!