40 jaar tandeloos (71)
De bijbel bestaat uit een Oud en een Nieuw Testament, waarbij het laatste voortbouwt op het eerste maar ook de ambitie heeft het te overstijgen: alle oude verhalen worden in een nieuw licht geplaatst. Op een soortgelijke manier probeerde Vergilius met zijn Aeneis een korte en betere versie van de Ilias en de Odysse in één band te scheppen, maar nu in een Romeinse versie. En zo is Stemvorken met zijn bijna 900 pagina’s een boek dat de gehele voorafgaande reeks in een nieuw licht plaatst: je hebt De tandeloze tijd niet gelezen als je Stemvorken niet hebt gelezen.
Dat zit tot in allerlei details. Zo keert uit Advocaat van de hanen ineens de poes Giselle terug, inmiddels 12 jaar ouder en dus bijna bejaard. Kennelijk is die poes na de scheiding van Ernst Quispel met Zwanet Vrauwdeunt meegegaan. Zoals ook een attribuut uit De helleveeg ineens even voorbij komt:
Ik verlangde hevig naar het overgaan van de bel, en dat zij dan voor de deur zou staan, al was het maar om in een grote plastic dekenzak de oude trouwjurk van Tientje Poets terug te brengen, inclusief het gedroogbloemde bruidsboeket.
Ook de gordijnring die in De helleveeg wordt gebruikt om te trouwen, komt hier terug, en zelfs twee keer: als een herinnering van Hans Krop (deze keer) en in een iets andere vorm (namelijk van een sleutelring) als een herinnering van Zwanet aan Albert. Ik meen dat er zelfs een verwijzing naar het ‘satellietboek’ Het leven uit een dag in het boek zit, als Zwanet gefascineerd wordt door de bliksem.
Belangrijker nog is dat Zwanet een paar keer een vrouwelijke versie doormaakt van dingen die door mannen werden beleefd in eerdere delen van De tandeloze tijd. Ze draagt de dienstkistjes die eerder Kiliaan Noppen droeg in Advocaat van de hanen en beleeft natuurlijk de fascinatie voor de vulva die eerder mannen hadden. Heel belangrijk voor de eerste delen van de reeks was de zogeheten gipsmoord, waar Flix zijn vriend Thjum vermoordt door hem te laten stikken in een gipsenbeeld. Hij wil hem niet echt laten stikken, maar hem alleen angst aanjagen. Zoiets gebeurt Zwanet ook bijna met haar vriendin Corinne, die ze onder water houdt:
Toen ik voelde dat ze wel weer eens terug naar de oppervlakte wilde, zette ik mijn tanden stevig in haar tong. Luchtbellen ontsnapten aan haar mondhoeken. Ze worstelde om los te komen. Ik hield haar nu ook met mijn ene arm onder water, terwijl ik de andere in haar bikinibroekje liet glijden. Eens zien of het verdrinkingsgevaar haar zou opwinden. Ze bracht steunende geluiden voort, maar niet uit hitsigheid. Ze klonken dof en borrelend – nog steeds herkenbaar als van haar.
De worsteling eindigt in dit geval niet in de dood, maar de doodstrijd lijkt erop. Er is ook een scene, tegen het eind van het boek, waarin ze het dak van haar huis beklimt om zo de straat te bekijken zoals Albert Egberts en Ernst Quispel ook meermaals doen.
Bij dat alles heeft ze vooral heel veel kritiek op Albert. Ze lijkt hem af en toe echt te haten, al is het maar omdat hij haar liefde voor Corrinne in de weg staat – in ieder geval in haar hoofd, want eigenlijk trekt hij zich vooral terug op zijn werkkamer terwijl zij met haar vriendin in de echtelijke kamer seks heeft.
In de boeken in een andere reeks, MX17, komt een jongeman voor die in enkele opzichten lijkt op Van der Heijdens gestorven zoon. In interviews heeft Van der Heijden gezegd dat hij het interessant vond om dat personage met een kritische blik naar zijn vader te laten kijken. Die kritische blik wordt in dit geval gegeven aan de vrouw van de toneelschrijver: breed meet zij uit wat een egoïst hij is, en wat een sul, en hoe hij met doorzichtige spelletjes iedereen probeert te manipuleren.
Dat zat in eerder werk niet op die manier. Zelfkritiek, maar dan via een ander, een naaste, is een kenmerk van de late Van der Heijden. Die kritiek strekt zich ook uit over het schrijverschap zelf:
Typisch d’n Alp. Beschouwt elke aardbewoner doodleuk als een rechtmatig karakter voor zijn literatuur. Het maakt hem tot een goedbetaalde slavenhandelaar… of liever, huidenkoopman, die ongevraagd mensen van vlees en bloed vilt teneinde hun vel, inclusief scalp, te prepareren tot personages voor op de planken.
Als iedere aardbewoner een karakter voor je literatuur is, dan geldt dat ook voor mensen die jouw manier van werken maar niets vinden. En zo wordt mogelijke kritiek op het werk zelf verwerkt in het werk. Zoals kritiek op het Oude Testament verwerkt zit in de bijbel – in het Nieuwe Testament.
Laat een reactie achter