40 jaar tandeloos (67)
In juni van dit jaar hield Arjan Peters in boekhandel Roelants een mooi betoog over het oeuvre van Van der Heijden (online na te zien), aan de hand van de wederwaardigheden van één personage: Sabberita, een knappe vrouw met een mooie stem maar een scherpe tong, een Heijdensiaanse uitwerking, volgens Peters, van het oerbeeld van de femme fatale.
Aan Sabberita wijdde Van der Heijden in 1998 een klein boekje dat verscheen bij Athenaeum Boekhandel en dat Peters als een klein werkje in De tandeloze tijd plaatst. Het boekje geeft fragmenten van een verhaal van een hoofdpersoon Ax die met Sabberita te maken heeft in 1969, 1979, 1989 en een niet gedateerd later moment. Uit een interview met Onno Blom in 2000 bleek dat Van der Heijden ook inderdaad aan het werk was aan een nieuw deel van De tandeloze tijd (deel 5), dat Sabberita zou moeten heten. In 2003 bleek Sabberita echter de geliefde met wie Tibbolt Satink in De Movo Tapes een desastreuze verhouding had – dat wil zeggen in ‘de andere reeks’ van Van der Heijden, Homo duplex.
In het bibliofiel verschenen deel 7 van De tandeloze tijd, duikt Sabberita echter ineens toch weer op, en wel als iemand met wie Albert Egberts ooit een amour fou heeft gehad. Maar spelen Homo duplex en De tandeloze tijd zich niet af in heel verschillende werelden? En is Tibbolt Satink niet 23 jaar jonger dan Albert Egberts, terwijl de suggestie is dat Sabberita een leeftijdsgenoot van beide is?
Verband
Het raadsel wordt opgelost, zegt Peters, in deel 9 van De tandeloze tijd, waarin Tibbolt Satink opduikt, zodat de twee reeksen in elkaar vloeien. Dat deel speelt in 1997. ‘Tibbolts’ Sabberita blijkt de dochter te zijn van de Sabberita van Albert Egberts, Corinne Suwijn. De vrouwen delen een professie (fotomodel), hun uiterlijke schoonheid en hun scherpe tong. In dit deel valt bovendien Alberts vrouw Zwanet ook voor de moeder. In het, ook alleen bibliofiel verschenen, tiende deel, Stultifera navis, maakt Albert in 2019 (dat past mooi in het rijtje 1969, 1979, 1989) een reis met Corinne waarin ze bespreken wat er is gebeurd met Corinnes ex-man en Alberts eeuwige rivaal Hans Krop.
Door zo nauwkeurig te bestuderen wat er met één figuur gebeurt zoals Peters doet, krijg je een goed beeld van Van der Heijdens werkwijze: hoe hij een verhaal kennelijk in zijn hoofd krijgt, hoe hij het dan een gestalte geeft, en die gestalte in zijn werk inzet.
Hommage
Een wat wonderlijke kant van Peters’ betoog is dat hij zegt dat het boekje Sabberita een relatie van Albert Egberts beschrijft en dat het daarom in De tandeloze tijd past. Nu heeft de hoofdpersoon in dat boekje van alles gemeen met Albert – ze zijn allebei geboren in de vroege jaren vijftig in Geldrop en ze zijn later toneelschrijver geworden –, maar er zijn ook verschillen. Zo heet de mannelijke hoofdpersoon van Sabberita niet Albert, maar Ax, en zijn vrouw niet Zwanet maar Yvette. Bovendien zegt Ax dat hij in 1969 zeventien is, en daarmee is hij net wat jonger dan Albert Egberts, want die is geboren in 1950. Ook wordt in het boekje Sabberita nergens gezegd dat hier enig verband is met De tandeloze tijd.
Als het een vergissing van Peters is, is het overigens een vergissing in commissie. Hij verwijst naar een interview dat Menno Lievers en Anthony Mertens in 2003 met Van der Heijden hielden en publiceerden in De Revisor. In dat interview vragen Lievers en Mertens:
Daarnaast was er ook nog de lijn Sabberita, een lijn waarvan je al vele malen het plan hebt opgevat om er een roman over te schrijven. Die lijn heb je nu ook in De Movo Tapes geweven. Waarom?
Van der Heijden verwijst in zijn antwoord zelf dan naar Albert Egberts:
Dat klopt: Sabberita was ook ooit bedoeld als een roman. In juni 1998 wilden ze bij Atheneum-boekhandel dat ik van die stof een boekje maakte. Het was geen afgerond verhaal, maar een aaneenrijging van fragmenten uit iets dat ooit een grote roman zou hebben moeten worden. Het was bedoeld als hommage aan een jeugdliefde van Albert Egberts die aan hem is blijven plakken. Ik heb opnieuw dingen uit Sabberita uitgeprobeerd, maar dan in een andere context. (…)
Albert Egberts had al veel liefdesgeschiedenissen achter de rug. Als ik deze op zichzelf interessante Sabberita-geschiedenis aan hem zou koppelen, zou het een beetje te veel van het goede worden. Daarbij komt dat Albert Egberts haar zelf niet wilde en zij Albert Egberts niet; ze stootten elkaar af.
Kiliaan
Ik houd het er daarom op dat Ax een personage is dat lijkt op Albert Egberts, maar niet met hem samenvalt. Wat trouwens die constante van de naam Sabberita nog intrigerender maakt: waarom niet voor Homo duplex en De tandeloze tijd twee verschillende femmes fatales gecreëerd, die net zoveel op elkaar lijken als Ax op Albert?
Zo is er ook de kwestie van de man voor wie Sabberita het hart van Albert/Tibbolt breekt. Bij Albert heet die Hans Krop, bij Tibbolt Hans Kradolfer. Die namen lijken wel erg veel op elkaar. Er is in De tandeloze tijd trouwens nóg een Hans, die in ieder geval qua uiterlijk wel iets heeft van Hans Kropp – een man die Albert geheel en al in de schaduw stelt. In de orgiescenes in Onder het plaveisel is er een ‘sportleraar’ die zo heet:
Hans, de sportleraar – lang, blond, atletisch – had zich van de woorden van De Reuzin niets aangetrokken. Hij zat op zijn knieën voor de fauteuil van Marike, en ontblootte zijn geslacht.
In Kastanje a/d zee strijden Hans Kropp en Albert Egberts (nog?) niet om Sabberita, maar wel om Marike De Swart, degene voor wie Hans de sportleraar in de scene hierboven zijn geslacht ontbloot. In Onder het plaveisel zullen Hans en Albert Marike zelfs in een trio beminnen. Ik vind het daarom niet zo gek om te denken dat deze sportleraar ook een achternaam zal hebben gehad die met K. begint.
(In Kwaadschiks komen zelfs twee Hansen K. voor, maar dat zijn de goochelaar Hans Kazan en illusionist Hans Klok, die alleen in het voorbijgaan genoemd worden. Intrigerend is dat een personage in Advocaat van de hanen deels gemodelleerd is op de kraker Hans Kok; in de roman heet hij Killiaan Noppen.)
Laat een reactie achter