Het was een groot debat op 17 januari j.l. en gaandeweg bleek dat alleen de eerste termijn van de kant van de Kamer op die dag gehaald zou worden. Wie het met enkel de tekst van de vergadering moest doen kon zien dat Martin Bosma de rol van voorzitter had. Wie anders zegt tijdens vergaderingen “U continueert” om een spreker van de zijde van de Kamer aan te moedigen om zijn/haar betoog te hervatten. Martin Bosma, veronderstel ik in de week na de Kamerverkiezingen van 2023, is de man met nu de beste papieren om Vera Bergkamp op te volgen.
Het was in januari een groot en misschien ook wel principieel onderwerp, de Afbouw salderingsregeling kleinverbruikers. Kleinverbruikers, dat zijn in dit geval burgers met zonnepanelen – zij produceren via het dak allicht meer dan ze verbruiken. Wat krijgen zij terug voor wat ze leveren aan het net? Dat is vooral een kwéstie omdat de overheid dat toenemend terug wil draaien en daar had niet elke zonnepaneel-eigenaar destijds bij de aanschaf mee gerekend en al helemaal niet met extra daarvoor betalen….
In het lange debat werd de komst van Henri Bontenbal als woordvoerder van het CDA aangekondigd maar vervolgens nog even uitgesteld, luister naar fungerend voorzitter Bosma: “Teneinde ons optimaal te kunnen voorbereiden op het college van professor Bontenbal schors ik even drie minuutjes.” Na ommekomst van deze termijn vervolgt Bosma zijn eerdere aankondiging, zij het licht geamendeerd maar onveranderd cabaretesk: “Dan is nu het moment aangebroken. We gaan college krijgen van de heer Bontenbal. We gaan allemaal aantekeningen maken. Hij wil ook een whiteboard hebben. Mensen zitten thuis klaar met bier en zoutjes.”
Bontenbal reageert klimaatneutraal op een introductie die aanvankelijk op een universitaire gebeurtenis had geleken en later op de aankondiging van iets in de sfeer van bioscoop en televisie. Bontenbal droogjes: “Dank voor de aankondiging, voorzitter.”
Typisch Bosma, spottend-komisch de Tweede Kamer voorzitten. Bontenbal is wel afgestudeerd maar geen hoogleraar. Hij heeft voor zijn bijdrage vast niet om onderwijsleermiddelen als een whiteboard gevraagd en het is een beetje apart van de voorzitter om serieus aantekeningen maken hier in de zaal te plaatsen tegenover de consumptie van bier en zoutjes elders. Komisch zeker, maar waarom zegt iemand eigenlijk zoiets in de hoge voorzitterszetel?
In het kader van dit blog is het interessanter om te kijken naar het gebruik van het woord professor en de schrijfwijze door de Dienst Verslag en Redactie. De stenograaf had immers in plaats van “professor Bontenbal” ook “prof. Bontenbal” kunnen noteren, lange tijd het algemene gebruik om te verwijzen naar iemand met de hoogleraarstitel. Ergens in de jaren ‘10 van deze eeuw heeft zich in de Kamerverslagen net als in de kranten een papieren kentering voltrokken van prof. naar professor – een van de veranderingen op dit terrein. In vroege Handelingen (zo van 1950 tot 2000) staat tegenover elke 6x prof. minder dan 1x professor, vanaf 2010 komt juist tegenover elke tien professoren ruwweg één prof. in de verslagen voor. Ligt daar een officieel besluit aan ten grondslag?
In de vroege verslagen ging het altijd over “de Tilburgse hoogleraar zo en zo” (of andere universitaire vestiging naar keuze) en “de hoogleraar die en die” – het lidwoord de was als inleidend woordje verplicht, in universitaire kring algemeen gangbaar. (Zie hierover eerder in dit blog, een stukje van zes jaar geleden.) Momenteel in 2023 spreekt men in de Tweede Kamer alom van “Hoogleraar Rob de Wijk”, “Hoogleraar Johan Conijn” weliswaar met voornaam maar zónder lidwoord. Dat doet ook iemand als een gepromoveerd persoon als dr. Sandra Beckerman (SP), geheel in lijn met wat Jan Marijnissen al zei in 2000: “Hoogleraar belastingrecht Zwemmer”.
Het Nederlands verandert, laten we dit externe democratisering noemen van universitair taalgebruik.
Laat een reactie achter