Sommige dingen kun je buiten Nederland kennelijk makkelijker zeggen dan binnen. Dat de hedendaagse Nederlandse literatuur een interessante casus vormt bijvoorbeeld, een intrigerende spiegel van wat migratie met de samenleving doet. In zijn bundel essays on Contemporary Dutch Literature wijst de Italiaanse neerlandicus Marco Prandoni erop dat het beeld dat we ooit van Nederland hadden – als een toonbeeld van progressieve tolerantie inmiddels wereldwijd wel aardig gekanteld is. En dat de literatuur een goede spiegel is van wat daar gebeurde.
Prandoni vist allerlei thema’s uit de literatuur en laat zien hoe die door allerlei schrijvers worden uitgewerkt. Zo is hij denk ik de eerste die laat zien dat de moord op Theo van Gogh (dit jaar twintig jaar geleden) tot een klein subgenre in de Nederlandse letteren heeft geleid, een vorm van ’traumaliteratuur’ en een Nederlandse variant van de 9/11-literatuur, in het werk van zeer uiteenlopende auteurs als Leon de Winter, Hans Sahar, Naima El Bezaz en Kader Abdolah.
Vlaanderen
Zoals uit dit lijstje auteurs blijkt, is een van de aantrekkelijke kanten van Prandoni’s essays is de breedheid van zijn belezenheid. Hij beschouwt migratie en identiteit niet alleen als thema’s voor (tweedegeneratie-)migranten als Abdelkader Benali en Mustafa Stitou, hoe inzichtelijk de opstellen zijn die hij over hun schrijft, maar van de hele Nederlandse samenleving – ook zijn inzicht in het werk van Tommy Wieringa zijn heel interessant. Zo ziet hij de literatuur niet alleen als het domein voor fictie en gedichten, maar ook heeft hij ook uitgebreide aandacht voor non-fictieschrijvers als Frank Westerman, wiens werk hij uitgebreid typeert. Zoals hij ook het werk van Wiel Kusters en Marcia Luyten beschouwt, als representanten van de Limburgse letteren – de mijnen waren in hun tijd natuurlijk bronnen van aantrekkingskracht voor migranten, maar ook zijn Limburgers zelf de grootste buitenstaanders.
Intrigerend in dit verband is natuurlijk ook dat Prandoni vrij vanzelfsprekend de grenzen trekt bij Nederlandse literatuur uit Nederland. Het gaat hem immers om Nederland als casus en niet om de literatuur die toevallig in het Nederlands geschreven is. Over Vlaanderen zou vermoedelijk nog een apart boek te schrijven zijn.
Bekommert
Wel beschouwt Prandoni de Nederlandse literatuur steeds in het kader van de wereldliteratuur – niet als een kwaliteitsoordeel, maar om de ideeën en beelden die in deze literatuur opduiken beter te kunnen plaatsen in de constellatie van gedachten die ook in andere (al dan niet Europese) talen worden ontwikkeld. Zeker als het over thema’s als migratie en cultureel geheugen gaat, is het onzinnig om al te veel hekken te willen plaatsen. Italië, het land waar Prandoni woont en waar ik zijn boek toevallig gelezen heb, heeft een eigen interessante literatuur over het onderwerp – met een net wat andere toon, en net wat andere schrijvers, maar precies dat maakt de vergelijking interessant.
De hier in het Engels vertaalde opstellen heeft Prandoni los eerder allemaal al eens gepubliceerd in het Italiaans. Ik heb er lang over moeten nadenken of het nu treurig is dat ze niet in het Nederlands beschikbaar zijn, en hoe nodig het zou zijn ze te vertalen in de taal waarin ook de beschreven werken verschenen zijn. Het zou natuurlijk mooi zijn als er iemand was die ze vertaalde, maar dat iedere Nederlander die literatuur kan lezen óók Engels kan lezen, is net zo goed een feit. Wat pas echt treurig is: is dat het boek, behalve in de vaktijdschriften, in Nederland verder nergens is opgepikt, dat bij mijn weten Prandoni nergens geïnterviewd is of besproken. In mijn ideale wereld hadden de Nederlandse kranten gevochten om een vraaggesprek en was de discussie daarna overal losgebarsten. Dan hebben we eens een buitenlandse intellectueel die met frisse blik naar onze literatuur kijkt, en niemand die zich erom bekommert.
Marco Prandoni. Essays on Contemporary Dutch Literature. Migration – Identity Negotiation – Cultural Memory. Peter Lang, 2022. Bestelinformatie bij de uitgever.
Laat een reactie achter