• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Een kaper op de kust

21 januari 2024 door Eline Zenner en Jan Hautekiet Reageer

De verenglishing van het Nederlands in Vlaanderen (4.3)

In deze reeks vertellen onderzoeker Eline Zenner en taalliefhebber Jan Hautekiet het verhaal van de ‘verenglishing’ van het Nederlands in Vlaanderen. Een overzicht van de afleveringen in de aangroeiende reeks vind je hier. In dit vierde luik van de reeks bekijken ze de positie van het Engels in het hoger onderwijs. Waar het vorige stukje eindigde met de vernederlandsing van de Leuvense universiteit na de studentenprotesten van 1968, introduceert dit stukje een mogelijke nieuwe kaper op de kust.

Na de studentenprotesten van 1968 werd de Leuvense universiteit gesplitst in de Katholieke Universiteit Leuven (nu KU Leuven) en de Université Catholique de Louvain (UCLouvain). Het Nederlands kreeg zijn plaats.

Voor hoe lang was maar de vraag. Zelfs al tijdens de studentenprotesten lag de taal van de globalisering op de loer. Tussen de slogans ‘Leuven Vlaams’ en ‘bourgeois buiten’ tonen de foto’s van de protesten ons ook borden met als opschrift ‘Walen go home’. Het is verleidelijk om daar een toppunt van ironie in te ontwaren: de Vlaamse student eist de rechten voor het Nederlands op door de Franstaligen in het Engels te verzoeken de taalgrens over te steken. De ironie wordt subtieler wanneer we rekening houden met het sjabloon waarop de slogan is geënt. ‘Yankee go home’ stond centraal in de anti-imperialistische Vietnambetogingen van de jaren zestig. Gericht aan de Amerikanen was de slogan logischerwijze in het Engels. Wie hem productief in andere contexten wilde inzetten waar de uitgejouwde niet Engelstalig was, gebruikte toch ook het Engelstalige sjabloon om de link met het globale protest tegen de yankees op te roepen en de gelijkenis scherp te stellen. Toch blijft ook met die nuance de zweem van paradox rond de slogan sluimeren.

In elk geval toont de slogan aan dat de Leuvense studenten hun aansluiting opeisten bij bredere maatschappelijke evoluties en internationale politieke thema’s. Zoals op de website van KU Leuven vandaag nog te lezen staat, is de Leuvense universiteit

nooit, wat sommigen na 1968 vreesden, de ‘universiteit van het Hageland’ geworden, maar is ze daarentegen uitgegroeid tot een kosmopolitische instelling in een zich snel vernieuwende stadsomgeving. De universiteit is prominent aanwezig in de internationale wetenschappelijke wereld.

Die internationale aansluiting is mee mogelijk dankzij een internationaal gedeelde wetenschapstaal. En dat is de taal van de Yankees. Het Engels.

In 2001 schrijft Robert B. Kaplan, emeritus professor in de Toegepaste Taalkunde van de universiteit van Southern California, in een overzichtsartikel de opkomst van het Engels als wetenschapstaal toe aan een samenloop van omstandigheden. Volgens Kaplan

creëerden de akkoorden en afspraken na de Tweede Wereldoorlog en de geboorte van de Verenigde Naties, de uitvinding van de computer en de grote groei van wetenschap en technologie, die allemaal toevallig tegelijkertijd plaatsvonden, de omstandigheden waardoor Engels niet alleen een belangrijke taal werd, maar ook de overheersende taal.

(Kaplan 2001, p.12, onze vertaling)

Voor zijn redenering vertrekt Kaplan vanuit drie grote uitvindingen in ons menselijk taalgebruik, die de aard en intensiteit van ons wetenschappelijk denken mee hebben bepaald: (1) schrift, (2) drukpers, (3) elektronische tekstverwerking en het internet. Elke uitvinding maakte het makkelijker om informatie te creëren, op te slaan en te delen. Zo explodeerde de informatiestroom, wat ook de behoefte deed toenemen aan geletterden en aan strategieën om met al die informatie om te gaan. En daarin stond de Engelstalige wereld vooraan. Dat illustreert Kaplan met drie punten.

Ten eerste wijst hij op het ontstaan van de Royal Society of London in de zeventiende eeuw. De Society wilde via empirische methode zin en onzin scheiden in de veelheid aan materiaal die de drukpers verspreidde, écht van fake nieuws, zuivere van onzuivere kennis. Dit eerste openbaar onderzoeksinstituut deelde zijn kennis in het Engels met de rest van Europa in het nieuwe tijdschrift Philosophical Transactions. Als tweede punt haalt Kaplan de leidende rol aan van de Verenigde Staten in de technologische innovaties die enkele eeuwen later volgden. Ze waren immers de enige grote Westerse macht waarvan de infrastructuur nog overeind stond aan het einde van de tweede wereldoorlog (zie ook van deze reeks). Zo werden de eerste grote computerprogramma’s in het Engels (of Engels-geïnspireerde) talen geschreven. Voor het Duits, voormalig concurrent als wetenschapstaal, was er al langer wat minder animo, wat de Tweede Wereldoorlog enkel versterkte. Grootmacht China verdween naar de achtergrond omdat de Chinese tekens last opleverden voor de eerste machines. Een extra duwtje kwam er nog via de oprichting van de Verenigde Naties, waar het Engels als taal van de technologische opmars en van de bevrijding bijna per definitie een apart statuut leek te verdienen. Engels werd de taal van de wetenschap en de taal van de technologie, de taal van het onderzoek en van de disseminatie. Ten derde raakte het Engels vlot verder verspreid als wetenschapstaal dankzij de al rijke traditie van Engels als tweede taal in het onderwijs. Die verspreiding ontstond tijdens de hoogtepunten van het Britse rijk, en bleef onder de impulsen van hierboven recht overeind toen het voor het grote rijk onder de Britse kroon zelf einde verhaal was.

Om weer te geven hoe sterk het Engels intussen verankerd is als communicatietaal voor de wetenschap, maken we even de brug van Kaplans bijdrage uit 2001 naar vandaag, en van zijn grote historische beschouwingen tot lokale patronen bij Vlaamse wetenschappers. Specifiek kijken we naar de publicatielijsten van vier neerlandici. Het gaat om twee docenten Nederlandse taalkunde en twee docenten Nederlandse letterkunde, telkens 1 van KU Leuven, en 1 van elders. Voor elk van hen noteerden we de taal waarin ze hun twintig recentste bijdrages (bij de tijd van schrijven) aan vaktijdschriften opstelden.

Bijna zeven op de tien van de verzamelde tijdschriftpublicaties, 55 van de 80 om precies te zijn, verscheen in het Engels. De vier neerlandici gedragen zich niet helemaal hetzelfde, maar drie van de vier schrijven wel hoofdzakelijk in het Engels. Hoewel het hier natuurlijk om een kleine spottest gaat en niet om een wetenschappelijk onderbouwde inventarisering, toont onze verkenning dat ook onze neerlandici vooral dissemineren in de lingua franca van de wetenschap. Daar hebben ze natuurlijk hun redenen voor. Het Engels biedt experts in de taal- en letterkunde, die vaak op specialistische nichethema’s werken, de kans om over de grenzen van het taalgebied heen hun kennis te delen en zo samen de discipline verder te duwen. De thema’s die ze bestuderen, zijn immers vaak niet enkel relevant voor neerlandici, maar evenzeer voor wie de taalkunde of letteren van andere talen bestudeert.

Het debat over publicatietaal willen we hier voorlopig ook laten rusten. Belangrijker voor ons verhaal is dat deze neerlandici, die systematisch in het Engels rapporteren over hun onderzoek met vakgenoten, hun inzichten en kennis ook delen met de studenten die ze in hun discipline inwijden. Universiteiten kenmerken zich nu eenmaal door ‘onderzoeksgebaseerd onderwijs’. Zo leren studenten de taal van de wetenschap spreken. Ze leren het algemene wetenschappelijk register beheersen, als ontvanger door academische bijdragen te lezen en te verwerken, en als producent door zelf die bijdragen te gaan schrijven. Ze leren ook de specifieke vakjargon kennen. Daar dient zich een spanning aan tussen het Nederlands als instructietaal en het Engels als internationale taal van de discipline. Hoe efficiënt is het om die wetenschappelijke kennis in het Nederlands te blijven onderwijzen, zeker voor niet-taalvakken? Die vraag stelt zich zeker in het Europese onderwijslandschap, dat sinds de Bolognaverklaring een sterkere internationale oriëntatie kreeg. Daarover meer in ons volgende stuk!

Een gestructureerde inhoudsopgave van De verenglishing staat hier.
Bij deze reeks hoort een regelmatig geüpdatete bronnenlijst.
Lees ook het vorige artikel in deze reeks: De taal van de student

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel, Uitgelicht Tags: De verenglishing van het Nederlands in Vlaanderen, taalkunde, taalpolitiek, Vlaanderen

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Frans Budé • Parkscènes

Hij begroet de bomen, zwaait naar de eenden
in de vijver, de blinkende kiezels op de bodem.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d